3t herhalen tekstverbanden + oefentoets

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon thuis of in de kluis
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  

Pak een pen en schrijf je naam op het toetsblaadje.  
En log voor de timer eindigt in op deze LessonUP. 





timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 4 - Tekstslide

1. Een korte herhaling van  tekstverbanden en signaalswoorden. 
2. oefentoets maken. 
3. oefentoets inleveren.  
4. Maandag: toets(telt 4 x)  


In deze les gaan we

Slide 5 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je weet wat tekstverbanden zijn.
  • Je weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen. 
  • Je weet wat je kunt verwachten in de toetsweek.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden


signaalwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Even opwarmen...
Zet je pen op het toetspapier en geef antwoord op de volgende vragen:

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden?
Schrijf in je schrift alles wat je nog weet van signaalwoorden. 
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet. 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden (uitleg) 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
voorbeeld                                                           zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument                                             want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt                                     dus, kortom, dan ook


Slide 11 - Tekstslide

Verzin een zin
Met een opsommend en een tegenstellend signaalwoord. Wie verzint de leukste?  

De spinner wijst straks iemand aan 
om voor te lezen. 

timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Verzin een zin
Verzin een zin met twee signaalwoorden. 
De spinner bepaalt wie 
zijn zin mag voorlezen. 

Wie verzint de leukste? 

Slide 13 - Tekstslide

Wat
Maak de oefentoets over hoofdstuk 3. Kies A of B. Lees eerst de tekst in het tekstboekje. Beantwoord daarna de vragen van de oefentoets. 
Hoe
Op een toetsblaadje. In stilte en zelfstandig.  
Hulp
Vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
25 minuten.
Uitkomst
Je kunt signaalwoorden en tekstverbanden herkennen. En weet wat je kunt verwachten tijdens de toets in de toetsweek. 
Klaar
Maak de oefentoets over hoofdstuk 4 (A of B) of de andere van hoofdstuk 3. Na de les inleveren. 
timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan sigaalwoorden herkennen. Ik weet wat ik goed doe en wat ik nog lastig vind.
-110

Slide 16 - Poll

Ik kan tekstverbanden herkennen. Ik weet wat ik goed doe en wat ik nog lastig vind.
-110

Slide 17 - Poll

Ik ben klaar voor de toets van 8 april 2024.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Einde van deze les!
Je weet nu:
  • Je weet wat tekstverbanden zijn.
  • Je weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen. 
  • Je weet wat je kunt verwachten in de toetsweek

Slide 19 - Tekstslide

Tot morgen. 

Slide 20 - Tekstslide