241129 Grammatica ws §10 + creatief schrijven opdracht 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom V2b!

Deze spullen heb ik nodig:

• leesboek
• werkboek
  
• schrift
• iPad
• etui

Wat gaan we doen?

• Mededeling (1 min)
• Stil lezen (10 min)
• Woordsoorten herhalen (10 min)
• Uitleg voegwoorden + zelfstandig werken (30 min)
• Schrijfopdracht 2 (creatief schrijven)

Mededeling

Dinsdag 16 december

SO Woordsoorten §2, 4, 6, 8, 10 en 12

Wat gaan we doen?

• Mededeling (1 min)
• Stil lezen (10 min)
• Woordsoorten herhalen (10 min)
• Uitleg voegwoorden + zelfstandig werken (30 min)
• Schrijfopdracht 2 (creatief schrijven)

bezittelijk voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord

wederkerend voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

vragend voornaamwoord

Ik heb mijn fiets naar de fietsenmaker gebracht.

Hij vroeg zich af wat er nu moest gebeuren

Het lijkt me beter dat we onze fietsen in de bewaakte fietsenstalling zetten.

Die pizza die ik gisteren at, was overheerlijk!

Naar welke film zijn jullie geweest?

Toen ik mijn huiswerk had gemaakt, ging ik naar mijn vriendin.

bezittelijk voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord

wederkerend voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

vragend voornaamwoord

Ik heb mijn fiets naar de fietsenmaker gebracht.

Ik ben benieuwd naar jouw vakantieverhalen.

Ik vraag me af wat ik verkeerd gedaan heb.

Waarom zeg jij niet écht wat je bedoelt?

Weet iemand wat de bedoeling is?

De topsporter schaamde zich voor zijn prestatie.

En deze zin dan?

Als echte vrienden helpen ze mekaar natuurlijk!

Wat gaan we doen?

• Mededeling (1 min)
• Stil lezen (10 min)
• Woordsoorten herhalen (10 min)
• Uitleg voegwoorden + zelfstandig werken (30 min)
• Schrijfopdracht 2 (creatief schrijven)

Twee soorten zinnen

Enkelvoudige zin (1 pv):

De docent roept de leerlingen.

De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):

De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Voegwoorden

Denk even 30 seconden na: 

1. Welke voegwoorden zie je?
2. Wat is hoofdzin en wat is bijzin?

 

De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Terwijl mijn vader een broodje smeerde, luisterde mijn moeder naar muziek.

Voegwoorden

Hoofdzin + hoofdzin = nevenschikkend voegwoord

Hoofdzin + bijzin = onderschikkend voegwoord

 

Nevenschikkende voegwoorden

Patat en poffertjes

Een leuke tafel of een ronde tafel

Ik wil graag poffertjes, dus ik ga ze bakken.

 

Een oefenvraag

Benoem de voegwoorden: onderschikkend of nevenschikkend

1. Wij lopen morgen de marathon, maar hebben eigenlijk niet genoeg getraind.
   
   
2. Op de tafel staan alle bloemen en planten, terwijl ik de vloer dweil.

Oefenen

Maak online van cursus 5 - §10:

Opdracht 1, 3 en 4

Hoe: Alleen

Wat: iPad

Klaar: Oefen verder via www.cambiumned.nl > woordsoorten > voegwoorden

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (10 min)
• Woordsoorten herhalen (10 min)
• Uitleg voegwoorden + zelfstandig werken (30 min)
• Schrijfopdracht 2 (creatief schrijven)

Creatief schrijven deel 2

Opdracht:

Schrijf via Teams (naar mij) een verhaaltje van ongeveer 10 zinnen (100 woorden) dat begint met....

Let op:

• Afwisseling in enkelvoudige en samengestelde zinnen;
• Juist gebruik van punten en komma's (elke zin heeft één onderwerp + persoonsvorm);
• Het gebruik van voornaamwoorden.

Er was eens een spin die leefde in de hoek van mijn slaapkamer.

Volgende les

Volgende les:

• werkwoorden in samengestelde zinnen