240505 Grammatica ws §10 + Thema B §4

Welkom H2a!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2a!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (15 min)
  • Drie vragen om mee te oefenen (5 min)
  • Grammatica woordsoorten §10 uitleg (7 min)
  • Zelfstandig werken (15 min)
  • Thema B > mysteries
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Drie vragen om te oefenen
  1. Benoem de onderstreepte woorden uit de zin.

    Wij lopen graag een kilometer of vijf bij een ommetje.

  2.  Welke vier vragende voornaamwoorden zijn er?

  3. Benoem de werkwoorden uit onderstaande zin:
    Ik eet niet graag een Zeeuwse bolus of een koffiebroodje, want daarvan gaan je vingers plakken.



timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (15 min)
  • Drie vragen om mee te oefenen (5 min)
  • Grammatica woordsoorten §10 uitleg (7 min)
  • Zelfstandig werken (15 min)
  • Thema B > mysteries

Slide 4 - Tekstslide

Dit kan ik al:
  • Aanwijzend / vragend voornaamwoord
  • hulpwerkwoord / zelfstandig werkwoord / koppelwerkwoord
  • Telwoorden (hoofd / rang - bepaald / onbepaald)

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel:

Ik kan onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden herkennen.

Slide 6 - Tekstslide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 7 - Tekstslide

Voegwoorden
Denk even 30 seconden na: 
  1. Welke voegwoorden zie je?
  2. Wat is hoofdzin en wat is bijzin?

 
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Terwijl mijn vader een broodje smeerde, luisterde mijn moeder naar muziek.
timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

Voegwoorden

Hoofdzin + hoofdzin = nevenschikkend voegwoord

Hoofdzin + bijzin = onderschikkend voegwoord

 

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkende voegwoorden

Patat en poffertjes

Een leuke tafel of een ronde tafel

Ik wil graag poffertjes, dus ik ga ze bakken.



 

Slide 10 - Tekstslide

Een oefenvraag
Benoem de voegwoorden: onderschikkend of nevenschikkend

  1. Wij lopen morgen de marathon, maar hebben eigenlijk niet genoeg getraind.

  2. Op de tafel staan alle bloemen en planten, terwijl ik de vloer dweil.
timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Maak online van cursus 5 - §10:

Ik vind dit lastig: opdracht 1 t/m 5

Ik denk dat ik het begrijp: opdracht 2 t/m 5

Hoe: Alleen
Wat: iPad
Klaar: Oefen verder via www.cambiumned.nl > woordsoorten > voegwoorden

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Pauze
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vrij lezen (15 min)
  • Drie vragen om mee te oefenen (5 min)
  • Grammatica woordsoorten §10 uitleg (7 min)
  • Zelfstandig werken (15 min)
  • Thema B > mysteries

Slide 14 - Tekstslide

Thema B > mysteries
Lees met mij mee: Verhaal De Honden (blz. 143)

Verhalen (verteld of geschreven) hebben vaak open plekken. 

  1. Wat is de functie van de cursief gedrukte zinnen?
  2. ‘Wat had ik dan verwacht?’ (tekst 2, laatste zin) Wat verwachtte Cameron?
  3. Cameron is de enige die Jacky ziet. Hoe kan dat, denk je?
  4. Noteer drie vragen die Cameron heeft.
  5. Noteer twee open plekken.

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
Huiswerk: 
Maak online van cursus 5 - §10:


Ik vind dit lastig: opdracht 1 t/m 5


Ik denk dat ik het begrijp: opdracht 2 t/m 5

Volgende les: betrekkelijk voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide