Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2W 27 feb
Welkom bij Nederlands!
Telefoon in de kluis of thuis
Op tafel:
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
Telefoon in de kluis of thuis
Op tafel:
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
vorige les
huiswerk, vragen ?
§10 aanvoegende en gebiedende wijs
opdrachten maken
Korte pauze
§11 engelse leenwoorden
einde les
Slide 3 - Tekstslide
huiswerk
Maak cursus 7§6 blz 258-259 2 tm 5.1
Maak cursus7 §7 opdracht 1+2
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Slide 5 - Tekstslide
Stappenplan
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
- infinitief
- pvtt
- vd
- od
Werkwoordstijden
- ott
- ovt
- vtt
- vvt
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
Ik loop. OTT/OVT/VTT/VVT
Ik liep.
Ik heb gelopen.
Ik had gelopen.
Slide 8 - Tekstslide
Kortom:
> onvoltooid tegenwoordig tijd (ott): Ik
maak
een oefening.
> onvoltooid verleden tijd (ovt): Ik
maakte
een oefening.
> voltooid tegenwoordig tijd (vtt): Ik
heb
een oefening
gemaakt.
> voltooid verleden tijd (vvt): Ik
had
een oefening
gemaakt
.
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Gebiedende wijs
DOE EENS NORMAAL!
Een zin met een bevel (opdracht/boodschap).
Bij gebiedende wijs staat er geen onderwerp in de zin.
Slide 12 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Hoe schrijf je de gebiedende wijs?
Als de
ik-vorm tegenwoordige tijd:
Breng
dat direct naar huis.
Gooi
dat in de prullenbak!
Slide 13 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Als het woord "u" achter de persoonsvorm (= het werkwoord) staat, dan zijn er twee regels belangrijk om te weten:
1 - 'u' is een lijdend voorwerp --> gebiedende wijs.
2 - 'u' is het onderwerp --> geen gebiedende wijs.
Slide 14 - Tekstslide
Gebiedende wijs
De gebiedende wijs enkelvoud wordt gebruikt zonder onderwerp en heeft dezelfde vorm als de stam van het werkwoord:
Loop
door.
Eet
je bord leeg.
Schrij
f dat op.
Soms wordt de infinitief gebruikt:
Niet
roken
.
Deur
sluiten
.
Slide 15 - Tekstslide
Goed of fout?
Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Download het bestand nu!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Doe eens niet zo flauw
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
...... naar huis! (gaan)
Slide 19 - Open vraag
Gebiedende wijs
Bevel
Stam van werkwoord:
Loop
daarheen!
Geen onderwerp
bij gebiedende wijs!
LET OP! Soms komt er een aangesproken persoon voor, lijkt op onderwerp:
Piet, verdwijn!
Slide 20 - Tekstslide
* Men neme een kilo suiker.
* Men legge daar eerst de uien in.
* Lang leve de koningin.
Benoem de werkwoorden. Wat valt op?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Video
Aanvoegende wijs
Wens, aansporing, toegeving, gevoel van berusting
Infinitief
- n.
Lang leve de koningin.
God zij gel
oofd.
Men neme een kilo suiker
.
Helaas het zij zo
Slide 23 - Tekstslide
Aanvoegende wijs
* werkwoord staat in tegenwoordige tijd
* eindigt (meestal) op een 'e'
Let op: bij het werkwoord 'zijn' krijg je de verledentijdsvorm:
Bijv.: Ware het niet dat jullie vorig jaar ijsvrij kregen?
Slide 24 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
RENNEN
GW
PV TT
PV VT
VD
OD
BN
INF
timer
3:00
Slide 25 - Tekstslide
Werkwoordsvormen RENNEN
GW
Ren
!
PV TT Ik
ren
, jij
rent, ren
jij? Wij
rennen
PV VT Ik
rende
, wij
renden
VD Ik heb
gerend
.
OD
Rennen
d
kwam hij haar tegemoet.
BN De
rennende
man ( van
OD
) De
gerende
race (van
VD
)
INF Zij loopt de hele dag
te
rennen
. Hij is
aan het
rennen
.
Slide 26 - Tekstslide
Korte pauze!
timer
5:00
Slide 27 - Tekstslide
Maak cursus 7 §10
opdracht 1+5
leer §1 tot en met 6
Slide 28 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Slide 29 - Tekstslide
Engelse leenwoorden vervoegen we hetzelfde als Nederlandse werkwoorden
Slide 30 - Tekstslide
spelling engelse werkwoorden
Slide 31 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 32 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (managen-vt)
A
managede
B
managete
C
managde
D
managte
Slide 33 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 34 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 35 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
Slide 36 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 37 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.
Slide 38 - Quizvraag
Maak cursus 7 §11
opdracht 1 tot en met 4
leer §1 tot en met 6
Slide 39 - Tekstslide
Schuif je stoel aan
Slide 40 - Tekstslide
2W 27 feb
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Paragraaf 6 en 7 Kern 1HV
Maart 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
A3 ww: soorten en vormen
Maart 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Do. 8 okt. H2B
Oktober 2020
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2L16 feb
April 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling werkwoorden §10 Aanvoegende en gebiedende wijs NN 7e editie 2 vwo
Oktober 2023
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
De brug spelling werkwoorden + H1 gebiedende wijs
September 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kern 1TH: Grammatica woordsoorten Les 19: werkwoorden herkennen
Januari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Kern 1TH: Grammatica woordsoorten Les 19: werkwoorden herkennen
December 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1