a De trainer zei tegen de honkballers: ‘
Houd de knuppel goed
vast.’
(gw)
b Vermoed je dat je door die handelaar bedrogen bent?
(pvtt)
c In criminele kringen geldt: verraad nooit je vrienden aan de politie.
(gw)
d Je verbindt je aan erg strenge voorwaarden, als je dit contract tekent.
(pvtt)
e Weet u wanneer de commissie haar onderzoek afrondt?
(pvtt)
f De begeleider zei tegen de stagiair: ‘Duld geen tegenspraak van de leerling.’
(gw)
Welke persoonsvormen zie je nog meer in deze zinnen?