In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Didactische werkvormen
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de juiste beschrijving van het begrip: didactische werkvorm?
A
Een effectieve weg die de lesgever en de deelnemers samen bewandelen om het doel te bereiken
B
Manieren om leren in de zaal/zwembad/veld zo te organiseren dat deelnemers zo veel mogelijk leren
C
Gedragswijzen van de lesgever gericht op het tot stand brengen van de leerervaringen met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen bij de deelnemers
D
Het geheel van didactische handelingen die in de groep door de lesgever worden aangewend met het oog op het bereiken van vooraf bepaalde doelstellingen
Slide 2 - Quizvraag
Didactische werkvormen
Een effectieve weg die de lesgever en de deelnemers samen bewandelen om het doel te bereiken
Manieren om leren in de zaal/zwembad/veld zo te organiseren dat deelnemers zo veel mogelijk leren
Gedragswijzen van de lesgever gericht op het tot stand brengen van de leerervaringen met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen bij de deelnemers
Het geheel van didactische handelingen die in de groep door de lesgever worden aangewend met het oog op het bereiken van vooraf bepaalde doelstellingen
Een didactische werkvorm is in elk geval een activiteit van een lesgever. De lesgever bepaalt hoe de lessituatie eruit ziet en hoe de deelnemers leerervaringen opdoen. De activiteiten van de lesgever zijn gericht op het behalen van goede leerresultaten door de deelnemers.
Slide 3 - Tekstslide
Plaats in het didactisch model
Slide 4 - Tekstslide
Indeling didactische werkvormen
Er bestaan heel veel verschillende didactische werkvormen. Daarom is het handig om tot een indeling van deze werkvormen te komen.
Dit kan op drie manieren:
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die de lesgever biedt
Slide 5 - Tekstslide
Organisatorisch
Vrij werken
Werken in groepen
Werken in vaste volgorde (banen, stroomvorm)
Klassikaal werken
Slide 6 - Tekstslide
Wijze van aanbieden
Je kunt als lesgever op verschillende manieren je bewegingsvorm aanbieden.
Stellen van vragen
Geven van opdrachten
Geven van instructie
Slide 7 - Tekstslide
Ruimte die lesgever biedt
Hoeveel ruimte geeft de lesgever de deelnemers om met de bewegingsvorm aan de slag te gaan?
Open didactische werkvorm
Gesloten didactische werkvorm
Slide 8 - Tekstslide
Didactische werkvorm bepalen
De keuze voor bepaalde didactische werkvormen is van veel factoren afhankelijk:
Beginsituatie:
Randvoorwaarden
Deelnemers: - leeftijd - zelfstandigheid - aantal
Doelstelling:
Motorisch
Cognitief
Sociaal-affectief
Bewegingsvorm(en):
Risico, gevaar
Concentratie
Slide 9 - Tekstslide
Indeling van didactische werkvormen
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die lesgever biedt
Vrij werken
Opdrachtvorm
Open did. werkvorm
Werken in groepen
Instructievorm
Gesloten did. werkvorm
Werken in vaste volgorde
Vraagvorm, gesprekvorm
Klassikaal werken
Vorm van zelfontdekking
Coachvorm
Spelvorm
Slide 10 - Tekstslide
Organisatorische keuzes
Vrij werken:
Vrij werken betekent dat de deelnemers een vrije keuze hebben in de bewegingssituatie.
Voordelen:
- Deelnemers kunnen op eigen niveau en naar eigen interesse trainen/oefenen.
- Deelnemers leren bewegingssituatie zelf op gang te houden.
- Het bevordert zelfstandigheid.
- Het bevordert de samenwerking en het rekening houden met elkaar.
- Het bevordert de creativiteit.
Werken in groepen:
Hierbij verdeelt de lesgever de deelnemers is een aantal groepen. Meestal werkt dat 1 groep onder leiding van de lesgever de anderen min of meer zelfstandig.
Werken in groepen kent nagenoeg dezelfde voordelen als vrij werken. Daarnaast biedt het werken in groepen het voordeel dat deelnemers intensief kunnen werken.
Werken in vaste volgorde:
Hierbij kun je denken aan toestellenbaan, omgangsbaan of circuit. Bijvoorbeeld allemaal klim en klauter onderdelen achter elkaar.
Klassikaal werken:
Alle deelnemers zijn met hetzelfde bezig en het initiatief gaat uit van de lesgever. Voordelen van klassikaal werken zijn:
- De deelnemers leren veel
De bewegingssituatie is overzichtelijk en makkelijk controleerbaar
- Het versterkt het groepsgevoel
Slide 11 - Tekstslide
Wijze van aan bieden
Opdrachtvorm:
Hierbij vertelt de lesgever wat er moet gebeuren. De lesgever geeft een opdracht zonder al te veel aanwijzingen en instructie.
Je kunt opdrachten verbaal maar ook visueel geven. Voorbeeld laten zien of een afbeelding.
Instructievorm:
Hierbij geef je juist technische of tactische aanwijzingen. Dat kan op 3 manieren:
- Auditieve instructie
- Visuele instructie
- Tactiele of manuele instructie
Vraagvorm:
Hierbij stelt de lesgever de deelnemers 1 of meerdere vragen. Dit kan gaan over:
- Het verloop van de bewegingsuitvoering
- Een gevolgde tactiek
- De betekenis van spelregels
- Hoe de samenwerking verlopen is
Hierdoor worden de deelnemers aan het denken gezet.
Spelvorm:
Spelend aanleren. Hierin kan er ook veel geleerd worden (game-like trainen). Begeleiden van spellen is niet eenvoudig er gebeurt van alles.
Vorm van zelfontdekking:
De deelnemers leren door zelf ontdekken en zelf iets oplossen. Dit zorgt voor zelfwerkzaamheid en motivatie. Het is van belang dat er een duidelijke opdracht wordt gegeven.
Coachvorm:
Dit is geschikt bij het aanleren van tactiek. Dat kan op 2 manieren:
- Feedforward (voorzeggen)
- Feedback (achteraf coachen)
Slide 12 - Tekstslide
Bepalen van de ruimte die de lesgever biedt
Je kunt het vorm geven aan de hand van 5 punten:
Materiaal
Ruimte en plaats
Technische uitvoering
Groeperingsvorm
Werktijd
Slide 13 - Tekstslide
Funfact: Hoe leren mensen het beste?
Mensen onthouden:
10% van wat ze lezen
20% van wat ze horen
30% van wat ze zien
50% van wat ze horen en zien
70% van wat ze met anderen bespreken
80% van wat ze evalueren en nabespreken
90% van wat ze uitleggen aan anderen
Slide 14 - Tekstslide
Evaluatie
Doelstelling
Beginsituatie
Les/Training
Slide 15 - Sleepvraag
Op welke 3 manieren kun je de didactische werkvormen indelen?
Slide 16 - Open vraag
De keuze voor bepaalde didactische werkvorm in afhankelijk van:
A
De beginsituatie
B
De doelstelling van de les
C
Welke bewegingsvormen aangeboden wordt
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 17 - Quizvraag
Kun je werken in groepen, kiezen voor de instructie vorm en gesloten didactische werkvorm?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Indeling van didactische werkvormen
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die lesgever biedt
Vrij werken
Opdrachtvorm
Open did. werkvorm
Werken in groepen
Instructievorm
Gesloten did. werkvorm
Werken in vaste volgorde
Vraagvorm, gesprekvorm
Klassikaal werken
Vorm van zelfontdekking
Coachvorm
Spelvorm
Slide 19 - Tekstslide
Vrij werken
Werken in groepen
Werken in vaste volgorde
Klassikaal werken
Deelnemers hebben een vrije keuze in de bewegingssituatie
Deelnemers zijn verdeeld in een aantal groepen
Hierbij kun je denken aan omgangsbaan of circuit
Alle deelnemers zijn met hetzelfde bezig
Voordeel, deelnemers kunnen intensief werken
Deelnemers kunnen op eigen interesse trainen/oefenen
Bijvoorbeeld klim en klauter onderdelen achter elkaar
Versterkt het groepsgevoel
De bewegingssituatie is overzichtelijk
Deelnemers leren bewegingssituatie zelf op gang houden
Slide 20 - Sleepvraag
Welke vorm is het meest geschikt voor het aanleren van tactiek?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm
Slide 21 - Quizvraag
Welke vorm is het meest geschikt voor het aanleren van techniek?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm
Slide 22 - Quizvraag
Welke vorm laat de deelnemers het meeste meedenken?
A
Opdrachtvorm
B
Vraagvorm
C
Instructievorm
D
Coachvorm
Slide 23 - Quizvraag
Welke vorm geeft weinig tot geen aanwijzingen en instructie?
A
Opdrachtvorm
B
Vorm van zelfontdekking
C
Instructievorm
D
Coachvorm
Slide 24 - Quizvraag
Geef aan hoe je deelnemers meer ruimte (open situatie) kunt geven door gebruik van materiaal en/of werktijd: