opdr23poezie - H4








1. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
2. Hoe noemen we deze strofen?
3. Zit(ten) er een of meerdere enjambement(en) in het gedicht? Wijs ze aan. 
4. A. Geef het rijmschema weer.
    B. Wat valt je hieraan op?
    C. Wat zou de betekenis hiervan kunnen zijn?
5. Wat vind je van dit gedicht? Betrek in je antwoord de betekenis van het gedicht. 



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les








1. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
2. Hoe noemen we deze strofen?
3. Zit(ten) er een of meerdere enjambement(en) in het gedicht? Wijs ze aan. 
4. A. Geef het rijmschema weer.
    B. Wat valt je hieraan op?
    C. Wat zou de betekenis hiervan kunnen zijn?
5. Wat vind je van dit gedicht? Betrek in je antwoord de betekenis van het gedicht. 



Slide 1 - Tekstslide

Ik ken de afsluitdijk
Ja, ik ken het
Ja, ik ken het en ben er ook weleens geweest
nee, nooit van gehoord

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Video


1. uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 4 - Quizvraag

2. Hoe noemen we de eerste 2
strofen?
A
distichon
B
terzet
C
kwartet
D
sextet

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het rijmschema van dit gedicht in de eerste twee strofes?
A
in beide gepaard
B
in beide gekruist
C
in strofe 1 omarmend, strofe 2 gekruist
D
in strofe 1 gekruist, in strofe 2 gepaard

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor beeldspraak zie je in
versregel 1?
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De bus rijdt als een kamer door de nacht 
de weg is recht, de dijk is eindeloos, 
links ligt de zee, getemd maar rusteloos, 
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.
als een kamer = vertrouwd en warm
door de nacht = onzekerheid en dreiging
de weg is recht, = afsluitdijk 
de dijk is eindeloos 
links ligt de getemde maar rusteloze zee, rechts de begrensde dijk  -> rit op afsluitdijk is tussen zekere en onzekere in. 
wij = verbondenheid


Slide 9 - Tekstslide

Voor mij de jonge pasgeschoren nekken 
van twee matrozen die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken, onschuldig op elkanders schouder slapen.
= onschuld, relax

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zou de strofevorm en rijmschema in strofe drie veranderen?

Slide 11 - Open vraag

Welk woord geeft de wending aan?

Slide 12 - Open vraag

Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,

Wat is de betekenis van het enjambement?

Slide 13 - Open vraag

Wat voor wending vindt er plaats?

Slide 14 - Open vraag

Wat voor beeldspraak is 'als waar t een droom'?
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met 'de geest van de bus'?
A
de geest van de bus
B
een tegenligger
C
de weerspiegeling van de bus
D
de ik droomt

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor gevoel roept dit gedicht bij je op?

Slide 17 - Open vraag

Wat vind je van dit gedicht?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide