maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant … aan de andere kant
oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is
conclusie
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 37, 38, 39, 40.
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen behaald?
Slide 18 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin: Een appel is ................................ tot een banaan rond en hard.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve
Slide 19 - Quizvraag
Welk signaalwoord past in de zin: In een democratie zijn er behalve verkiezingen, ........... vrijheid van meningsuiting en vrije pers.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens
Slide 20 - Quizvraag
Welk signaalwoord past in de zin: Iedere partij heeft een eigen mening over het onderwijs, .... de leraren moeten meer salaris krijgen. (voorbeeld - toelichting)
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals
Slide 21 - Quizvraag
Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd. Wat is het signaalwoord?
Slide 22 - Open vraag
Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 3?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologisch
D
toelichtend
Slide 23 - Quizvraag
De docent is vandaag ziek. De les gaat dus niet door.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzaak-gevolg
D
Toelichtend
Slide 24 - Quizvraag
Mijn zusje vindt een pretpark niet leuk, omdat ze nergens in durft. Wat voor een soort signaalwoord is OMDAT?
A
Conclusie
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Opsomming
Slide 25 - Quizvraag
Bij welk tekstverband hoort dit signaalwoord? DAARNA
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Tijdsvolgorde
D
Concluderend
Slide 26 - Quizvraag
In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor. Wat is het signaalwoord?