Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 13 taalvariatie en stereotypen herkennen
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
150 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lesverloop
Inleiding - Taalportret
Door de ogen van een anglofiel
Geleende woorden
Taalvariatie
Nederlands vs. Vlaams
Bookwidget
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
KLASDISCUSSIE
Slide 6 - Tekstslide
Welke Engelse woorden gebruiken jullie vaak?
Slide 7 - Woordweb
P 123
Slide 8 - Tekstslide
Anglofiel?
Wat is een anglofiel?
Waarom wordt de dichter 'anglofiel' genoemd?
Welke vers toont aan dat Laure het oneens is hiermee?
Gebruikt Laura Engelse woorden? Waarom?
P 123
Slide 9 - Tekstslide
Welke Engelse woorden uit het gedicht Anglofiel ken je niet?
Slide 10 - Woordweb
Allemaal leenwoorden, maar wat is het verschil?
Slide 11 - Tekstslide
Wat was het verschil tussen de leenwoorden in kolom 1 en de leenwoorden in kolom 2
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Boetiek
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 15 - Quizvraag
transpireren
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 16 - Quizvraag
café
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 17 - Quizvraag
googelen
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 18 - Quizvraag
attachment
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 19 - Quizvraag
keyboard
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 20 - Quizvraag
Welk van de volgende woorden is een bastaardwoord?
A
wolkenkrabber
B
prikbord
C
microgolf
D
excuseren
Slide 21 - Quizvraag
display
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 22 - Quizvraag
Welk van deze voorbeelden is geen vreemd woord (maar een bastaardwoord) ?
A
deadline
B
e-mail
C
living
D
skaten
Slide 23 - Quizvraag
manager
A
vreemd woord
B
bastaardwoord
Slide 24 - Quizvraag
De meeste leenwoorden in het Nederlands komen van het
A
Frans
B
Engels
C
Duits
D
Afrikaans
Slide 25 - Quizvraag
Waar of niet waar? In Nederland gebruikt men voor kledingstukken vaak Franse leenwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Taalvariatie
Praten jullie zo?
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Taalvariatie
Kon je alles verstaan wat gezegd werd?
Wat is het verschil tussen:
- Standaardtaal
- Dialect
- Tussentaal
- Groepstaal
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Hoe kan dit nu?
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Meer lessen zoals deze
les 13 CAMPUS 2
3 dagen geleden
- Les met
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
les 13 taalvariatie en stereotypen herkennen
Januari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie
November 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
QUIZ DEEL 1-DEEL4
September 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling leenwoorden
September 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Taalvariatie Traject 6
September 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 18_Regionale taalvariatie
Februari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 18_Regionale taalvariatie
3 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs