Leven in de verschillende landschappen

Hallo!
Vandaag:

- Uitleg: hoe leven mensen in de landschappen van Nederland?
- Oefenen: herkennen van een landschap aan een foto
- Maken & inleveren: opdrachten les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo!
Vandaag:

- Uitleg: hoe leven mensen in de landschappen van Nederland?
- Oefenen: herkennen van een landschap aan een foto
- Maken & inleveren: opdrachten les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vorige keer
Geleerd welke zes landschappen in Nederland voorkomen

Belangrijkste kenmerken per landschap besproken

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Leren hoe mensen leven in de verschillende landschappen

Hoe herken je een bepaald landschap aan een foto

Hoe herken je welk landschap je ziet op een kaart

Slide 3 - Tekstslide

wel een Nederlands landschap
niet een Nederlands landschap

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep het landschap naar Hoog-Nederland of naar Laag-Nederland
Laag-Nederland                                                          Hoog-Nederland
Laagveenlandschap
Zeekleilandschap
Rivierkleilandschap
Lösslandschap
Hoogveenlandschap
Zandlandschap
Duinlandschap

Slide 5 - Sleepvraag

Pak een atlas
Welke informatie kun je hier vinden over de Nederlandse landschappen? 

Slide 6 - Tekstslide

Leven in Nederland
De natuur in een gebied bepaalt hoe de mensen in dat gebied leven.

Bv. is de grond stevig? Onder of boven zeeniveau? Is het vruchtbaar?

Slide 7 - Tekstslide

Dit is Friesland.

Onder zeeniveau, dus: met zand een verhoging gemaakt.
Zo'n verhoogd stuk heet een terp.

Kan je terug zien in Friesland en Groningen.

Slide 8 - Tekstslide

Wij leven boven zeeniveau 

7 tot 8 meter hoogte >>

Welke landschappen? 

Slide 9 - Tekstslide

Wat maakt leven op zand lastig?
A
Er is overstromingsgevaar
B
De grond is niet stevig
C
Het is niet vruchtbaar
D
Er zijn veel steile hellingen

Slide 10 - Quizvraag

Zand is niet vruchtbaar: je hebt mest nodig om aan akkerbouw te doen.

Oplossing vroeger?
Dieren houden voor de mest, waarmee je de grond vruchtbaar kon maken.

Slide 11 - Tekstslide

Schapen gingen grazen op de heide

Met de mest maakten boeren van zandgrond akkers

Ze gingen wonen tussen de heide en akkers in. De dorpjes noemen we esdorpen.

Slide 12 - Tekstslide

Omgeving Hardenberg heeft ook het veenlandschap. Wat maakt leven in het veen lastig?

Slide 13 - Open vraag

Veengrond is niet stevig en het water staat altijd hoog.

Mensen die in veengebied gingen wonen, bouwden hun huizen op een rijtje op dijkjes.

Zulke langwerpige dorpen zijn lintdorpen.

Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf doen
Neem de tabel over en vul verder in. ~5 minuten.
Landschap
Boven of onder zeeniveau?
Vruchtbaar?
Stevig?
Mensen wonen in/op...
Zeeklei
Zand
Esdorp
Veen
Soms boven, soms onder

Slide 15 - Tekstslide

Welk landschap van deze drie lijkt je het makkelijkst om in te wonen?
Zeeklei
Veen
Zand

Slide 16 - Poll

Eén landschap heeft op alle vakjes 'ja': het heuvelland.

Hoog gelegen en stevig om op te bouwen.

Waarom is dit wél vruchtbaar en zandlandschap niet?

Slide 17 - Tekstslide

De bodem is niet van zand, maar van löss.

Löss is een fijnere vorm van zand. Deze bodem is heel vruchtbaar.

Waarom löss juist in Zuid-Limburg ligt zoeken we volgende les uit.

Slide 18 - Tekstslide

Samengevat
Leven in zeeklei- of veenlandschap:
Vruchtbare grond, maar goed nadenken over waar je je huis bouwt.

Leven in zandlandschap:
Stevige grond, maar je moet het wel bemesten.

Leven in heuvellandschap:
Veel voordelen, alleen soms lastig met veel reliëf/steile hellingen.

Slide 19 - Tekstslide

En duin- en rivierlandschap?

Lijkt veel op zand- en zeekleilandschap.

Duinen: goed bewoonbaar, niet per definitie vruchtbaar.
Rivieren: vruchtbare grond, leven op/achter dijken om droog te blijven.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maak: de opdrachten in Teams.
Les 2 - Leven in de landschappen

Gebruik: document Leven in de landschappen.
Hierin staat nieuwe informatie! Gebruik voor de opdrachten.


Opdrachten les 1 nog niet af? Maak die eerst!

Slide 21 - Tekstslide