2a herhaling ontkenning, boire, mettre en -er

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Bonjour à tous!

Je suis rentrée de Suisse!

Plan du cours

- Herhaling ontkenning

- Mettre en boire

- Werkwoorden op -er

Ontkenning

De ontkenning

1. Ne

2. Persoonsvorm (vervoegde werkwoord)

3. Pas

Exemple:

-> Je n'aime pas traire les vaches.

-> Je n'ai pas 30 ans

Zet in de ontkenning
'J'ai peur des moutons'

Zet in de ontkenning
'Il mange beacoup de fromage'

Zet in de ontkenning
'Je joue au badminton'

Boire -> 

Je bois

Tu bois

Il/elle/on boit

Vous buvez

Nous buvons

Ils/elles boivent

-> Passé composé -> avoir + bu

Vertaal -> Hij drinkt melk

1. Il boivent du lait
2. Il boit du lait
3. Il bois du lait
4. Il buvez du lait

Wij drinken melk

Ik heb een thee gedronken.

Mettre 

Je mets

Tu mets

Il/elle/on met

Vous mettez

Nous mettons

Ils/elles mettent

-> Passé composé -> avoir + mis       Plaatsen, zetten, leggen, aantrekken etc.

Ik doe mijn laarzen aan

1. Je mettent mes bottes
2. Il met mes bottes
3. Je mets mes bottes
4. Il mets mes bottes

Elles ......... la table.

Hoe vervoeg je werkwoorden op -er?

Werkwoorden op -er

Exemple

-> Danser - er = dans

-> Daarna vervoeging

Je danse

Tu danses

il/elle/on danse

nous dansons

vous dansez

ils/elles dansent

Elle ........... (ramasser) des pissenlits.

Ils ......... (voyager) en Suisse.

Domein

-> woordjes + zinnen leren 'au resto'

-> Maken chapitre 6: leçon 4 + 5