Je kunt uitleggen wat een reflex en een reflexboog zijn.
Je kunt een voorbeeld geven van een bewuste reactie.
Je kunt een voorbeeld geven van een reflexboog.
Slide 3 - Tekstslide
Bewuste reacties
De impulsen verlopen altijd via de hersenen
Je ziet je vriendin en loopt naar haar toe:
Zintuigcellen in je ogen -> via gevoelszenuwcellen -> hersenstam -> grote hersenen (bewustwording) -> kleine hersenen -> hersenstam -> ruggenmerg -> bewegingszenuwcellen -> naar beenspieren
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
Anna komt op een sollicitatiegesprek. Degene voor haar steekt zijn hand uit naar Anna. Anna besluit om haar hand uit te steken en hem een hand te geven.
Beschrijf de stappen van de bewuste reactie.
Slide 5 - Tekstslide
Antwoord voorbeeld
Zintuigcellen in je ogen -> via gevoelszenuwcellen -> hersenstam -> grote hersenen (bewustwording) -> kleine hersenen -> hersenstam -> ruggenmerg -> bewegingszenuwcellen -> naar armspieren
Slide 6 - Tekstslide
Reflexen
Een vaste, snelle reactie op een bepaalde prikkel
Het terugtrekreflex (vb.)
Slide 7 - Tekstslide
Terugtrekreflex
Je brandt je vingers:
via zintuigcellen in je vingers -> gevoelszenuwcellen -> ruggenmerg -> bewegingszenuwcellen -> naar armspieren (hand terugtrekken)
Slide 8 - Tekstslide
Reflexboog
De weg die impulsen afleggen tijdens een reflex
Vb. Je krijgt voedsel in je luchtpijp:
via zintuigcellen in je luchtpijp -> gevoelszenuwcellen -> hersenstam -> bewegingszenuwcellen -> naar spieren in je luchtpijp (stevig hoesten)
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
Timon stoot zijn teen aan een kastje. Beschrijf de stappen de weg waarlangs impulsen worden voortgeleid.
Slide 10 - Tekstslide
Antwoord voorbeeld
via zintuigcellen in je teen -> gevoelszenuwcellen -> ruggenmerg -> bewegingszenuwcellen -> naar beenspieren (voet wegtrekken)