De hersenen

De hersenen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan benoemen dat verschillende gebieden in mijn hersenen samenwerken doordat zij informatie aan elkaar doorgeven.

Slide 2 - Tekstslide

Gewoon een rondje fietsen.
Gewoon een potje voetballen.
Gewoon gamen...

Dat klinkt niet zo bijzonder...
Maar toch...

Slide 3 - Tekstslide

Heel onze hersenen werken daaraan mee. 

En dat is eigenlijk met alles wat we doen. Van nadenken tot praat en zelfs met zwaaien.

Slide 4 - Tekstslide

Heel onze hersenen werken daaraan mee. 

En dat is eigenlijk met alles wat we doen. Van nadenken tot praat en zelfs met zwaaien.

Slide 5 - Tekstslide

Heel onze hersenen werken daaraan mee. 

En dat is eigenlijk met alles wat we doen. Van nadenken tot praat en zelfs met zwaaien.

Slide 6 - Tekstslide


Onze hersenen zijn heel belangrijk. Maar hoe werken onze hersenen eigenlijk?

Slide 7 - Tekstslide

We hebben lang gedacht dat één gebiedje voor één ding zorgt. En zo'n gebiedje is inderdaad belangrijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Zo'n gebiedje bestaat namelijk uit een groepje cellen (neuronen). Deze groepjes cellen (neuronen) wisselen informatie naar elkaar uit. 
Ze delen stroomstootjes aan elkaar uit.

Slide 9 - Tekstslide

Maar verschillende gebieden geven ook informatie aan elkaar door. Dat gebeurt via lange verbindingen. 

Slide 10 - Tekstslide


Deze kabels (verbindingen) hebben een witte beschermlaag, zodat de informatie supersnel gaat. 

Slide 11 - Tekstslide

Door de kleuren van de cellen en kabels wordt dit ook wel grijze en witte stof genoemd. 

Slide 12 - Tekstslide

Op die manier werken de verschillende gebieden samen aan een signaaltje om (bijvoorbeeld) weer een stukje verder te trappen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Er kan ook iets mis gaan. Door bijvoorbeeld een klap op je hoofd. 

Slide 15 - Tekstslide

Hierdoor kunnen verbindingen kapot gaan. Wat hersenaandoening heet. Dan krijg je misschien moeite met praten of bewegen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Even herhalen
Je hersenen zijn het meest interessante en ingewikkelde orgaan wat je hebt. De hersenen bestaan uit heel veel hersencellen (neuronen) die met elkaar in verbinding staan door supersnelle netwerken.  

Slide 18 - Tekstslide

De grote hersenen
De grote hersenen (cerebrum of telencephalon).
Dit is het bovenste en grootste deel dat de structuur van een walnoot heeft. Dit deel regelt het denken, zien, spreken, voelen, ruiken en proeven. Het regelt onze emoties, gedrag en ons bewustzijn, maar ook de aansturing van spieren.

Slide 19 - Tekstslide

De kleine hersenen
De kleine hersenen (cerebellum).
Dit deel ligt tegen de grote hersenen aan en regelt onze bewegingen door de coördinatie van spieren aan te sturen.

Slide 20 - Tekstslide

De hersenstam
De hersenstam.
Dit is het onderste stukje van de hersenen dat het ruggenmerg met de hersenen verbindt. De hersenstam regelt lichamelijke processen als de spijsvertering, ademhaling, bloedsomloop, slapen & wakker worden, bewustzijn en de reflexen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De linker en rechter hersenhelft

Slide 24 - Tekstslide

De linkerhersenhelft is blauw en de rechterhersenhelft is rood.

Slide 25 - Tekstslide

De linkerhelft van de hersenen bestuurt de rechterkant van het lichaam en zorgt dat je ziet wat er rechts van je is. Daarnaast bevat de linkerhelft de hersendelen voor taal, analyse en voor logisch nadenken.

Slide 26 - Tekstslide

De verschillende helften werken vaak samen maar kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren. Bij veel mensen is één van de helften dominant, meestal is dat de linkerhersenhelft. Bij de meeste mensen ligt in de linkerhersenhelft ook het spraakcentrum.

Slide 27 - Tekstslide

De rechterhelft van de hersenen bestuurt de linkerkant van het lichaam en zorgt dat je ziet wat er links van je is. Deze helft bevat onder andere de hersendelen voor de emoties, de fantasie, ruimtelijke waarneming en de intuïtie.

Slide 28 - Tekstslide