NaSk1 jaar 3 - Les 10: Licht en beeld

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine

Pak je huiswerk op het blad




Startopdracht:

-Welke kleuren zitten er in een regenboog?
-Wanneer ontstaat een regenboog?
-Hoe ontstaat een regenboog?

Overleg 3 minuten met je buur.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine

Pak je huiswerk op het blad




Startopdracht:

-Welke kleuren zitten er in een regenboog?
-Wanneer ontstaat een regenboog?
-Hoe ontstaat een regenboog?

Overleg 3 minuten met je buur.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 2 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Lesdoelen
  • Huiswerk nakijken
  • Hoofdstuk 2: Licht en beeld
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Welke soorten straling kun je niet zien? 
  • Wanneer zie je de echte kleuren? 
  • Welke functie hebben kleuren? 
  • Kan licht de bocht om? 
  • Hoe ontstaat schaduw? 










Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2 Licht en Beeld                        

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Zon"licht" nader bekeken
"wit" licht van de zon bestaat uit alle kleuren van de regenboog. In deze volgorde  (roggbiv)
  • rood
  • oranje
  • geel
  • groen
  • blauw 
  • violet
Verder zendt de zon nog onzichtbaar infrarood I.R. (=warmte)  uit en onzichtbaar ultraviolet U.V. (oorzaak huidkanker en verkleuring huid/verf) 
 Binas tabel 23

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Onzichtbaar infrarood I.R. = warmte  





Onzichtbaar ultraviolet U.V. (oorzaak huidkanker en verkleuring huid/verf) 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het spectrum van een lichtbron is zijn "handtekening"
  • alle soorten straling die een lichtbron uitzend noemen we het spectrum van de lichtbron
  • elke lichtbron heeft een eigen spectrum 
  • met een prisma (of waterdruppel) kun je het
    lichtspectrum van de zon zichtbaar maken
  • hiernaast zie je de spectra van:
    een tl buis en
    een natriumlamp

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Mengen van licht

  • Bij het mengen van licht krijg je wit licht als je rood, groen en blauw licht mengt.
  • Dat zie je in het plaatje hiernaast en kun je uitproberen via de app van colorado Phet op de volgende slide
  • FILMPJE

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Een kamer heeft een blauwe muur. Er schijnt wit licht op de muur.
Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
zwart
D
je ziet de muur niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren zien
Wanneer zie je welke kleur?
  • voorwerpen weerkaatsten alleen hun eigen kleur licht
  • valt op een voorwerp een andere kleur licht , dan wordt er dus geen licht weerkaatst en lijkt het voorwerp zwart.
  • bv: geel licht op blauwe  auto--> auto weerkaatst niks en lijkt zwart
  • licht dat niet wordt weerkaatst wordt geabsorbeerd en omgezet in 
    warmte/i.r. straling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen wit licht en geel licht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies hebben kleuren?
  • Witte kleding is koel. Zwarte kleding is warm.
  • Witte auto's dus ook koel.
  • Heel veel functie's:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
rood T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 15 t/m 29
- 10 minuten ZS
- Pagina 46
- Niet klaar? Huiswerk



timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

H2.2: Licht en schaduw

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen uit een lichtbron altijd in rechte lijnen
Veel lichtstralen samen vormen een lichtbundel

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtbronnen
  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIVERGENTE
LICHTBUNDEL
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 
Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 
  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONVERGENTE lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 
Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe lichtbronnen
Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte lichtrbronnen
Deze weerkaatsen het licht deels naar je ogen.
De maan of andere voorwerpen die
 je ziet door weerkaatsing.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?

3 dingen nodig voor een schaduw:
  • Lichtbron
  • Een voorwerp (ondoorzichtig)
  • Een scherm (muur/vloer)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 15 t/m 29 H2.1
- Maak opdracht 1 t/m 9 H2.2
- 10 minuten ZS
- Pagina 54
- Niet klaar? Huiswerk



timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Welke soorten straling kun je niet zien? ✔
  • Wanneer zie je de echte kleuren? ✔
  • Welke functie hebben kleuren? ✔
  • Kan licht de bocht om? ✔
  • Hoe ontstaat schaduw? ✔

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies