TRG DA1V module 1 les 5 trauma thorax en ICD

Triage DA1V 


Trauma thorax
ICD



1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Triage DA1V 


Trauma thorax
ICD



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Terugblik onderwerpen vorige weken.   
  • Trauma thorax
  • ICD 
  • Casus oefenen  voor de klas                    

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen vorige weken
Urgenties en ABCDE
Algehele malaise volwassene
Hartkloppingen
Pijn thorax 
SOEP 

Wat weet je nog????

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE vraag

Slide 4 - Tekstslide

A  hoort niet echt bij trauma rug
B – kan ie goed doorademen, hoe is de kleur
C - klam zweten,  gevoel van flauwvallen, 
D- goed bij kennis? Ledematen bewegen? gevoel in ledematen? 
E – omgeving veilig?

Trauma
Thorax

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ribben
In de thorax (of borstholte) zitten meerdere vitale organen, zoals het hart en de longen. De ribben beschermen de borstholte tegen trauma van buitenaf. Door een trauma kunnen ribben kneuzen of breken. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omdat er veel vitale functies in de thorax zitten, is het bij een thoraxtrauma extra belangrijk om te vragen naar vegetatieve verschijnselen bij de patiënt. 

  • Het gevoel van flauw vallen
  • Zweten
  • Misselijkheid
  • Klam voelen


Patiënten met een thoraxtrauma kunnen ademhalingsklachten hebben.

  • Klachten die vastzitten aan de ademhaling hebben waarschijnlijk iets te maken met de longen en/of ribben.  
  • Bij een ribcontusie kan ademhalen bijvoorbeeld pijnlijk zijn.  Patiënten kunnen dan oppervlakkig gaan ademen. 
  • Bij een pneumothorax kunnen patiënten vaak moeilijk ademen en niet diep zuchten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsel door een voorwerp
Een thoraxtrauma kan veroorzaakt worden door een voorwerp, bijvoorbeeld een mes, een fietsstuur of een honkbalknuppel





Waarom is het belangrijk om te weten of het trauma door een voorwerp is veroorzaakt?

Omdat er een groter risico is op beschadiging van vitale functies.


Dit is zowel het geval bij letsel met bloed, als bij letsel zonder bloed.

 Daarom is het belangrijk goed uit te vragen wat er precies is gebeurd.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Hoog-energetisch trauma (HET)
Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een letsel waarbij groot geweld (veel energie) op het lichaam is ingewerkt. De context bepaalt of een HET acuut is of niet.
Een HET kan voorkomen in verschillende omstandigheden. Voorbeelden zijn:
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
ongeval met snelheid > 45 km/u (met autogordel om)
auto contra voetganger > 10 km/u
ongeval fietser/ motorrijder > 30 km/uur
ster in de voorruit (door hoofd), ongeval met beknelling.
Wat is de urgentie van penetrerend letsel
A
U3
B
U5
C
U1
D
U2

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist bij een HET acuut?
A
auto contra voetganger > 10 km/u
B
ster in de voorruit (door hoofd)
C
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor advies geef je bij een trauma met kortademig urgent
A
Zit rechtop, met de benen uit bed.
B
Zit rechtop, met de benen in bed.
C
Plat liggen met de benen uit bed
D
Plat liggen met de benen in bed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een risicofactor bij een ribfractuur?
A
acute longontsteking
B
hoestklachten
C
pneumothorax
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen over deze onderwerpen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies