terugblik module 1

Triage Module 1
Terugblik 

2024-2025
J. Bouwmeester 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage Module 1
Terugblik 

2024-2025
J. Bouwmeester 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Herhaling van gespreksfasen, WHAM,ABCDE, onderwerpen module 1
Algehele malaise volwassene
Hartkloppingen
Pijn thorax
Trauma thorax 
ICD


 Oefenen! 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de 7 fasen van een triage gesprek 
Waar bestaat een triage gesprek uit?

Slide 3 - Tekstslide

1. NAW-gegevens opnemen
2. ABCDE-(in)stabiliteit beoordelen
3. Reden van contact en hulpvraag       vaststellen
4. Ingangsklacht vaststellen die de     urgentie bepaald
5. Urgentie bepalen (na samenvatting +   hulpvraag herhalen)
6. Bepalen en organiseren van een  vervolgactie
7.Het resultaat afstemmen met de beller

Waarvoor staat de afkorting LSD?
Waarom is dit belangrijk?
Hoe doe je dit?

Slide 4 - Woordweb

Luisteren Samenvatten Doorvragen
Je wilt een zo goed en duidelijk mogelijk beeld van de situatie krijgen. Wees nieuwsgierig. Wanneer iemand iets aan informatie geeft....vraag door, wat wil je er nog meer over weten? Neem niet gelijk genoegen met een antwoord. Laat merken dat je luistert door af en toe te hmm-en en te reageren op de patiënt. Stel geen dubbele vragen!
Samenvatten om te checken of je de informatie juist hebt begrepen en of er nog dingen missen. 
'U gaf net aan dat....kunt u hier iets meer over vertellen' 
'Wat bedoelt u precies met....' 
'U zegt dat u pijn heeft....waar zit de pijn, pijnladder, wordt het erger, heeft u er al iets aan gedaan, helpt dat dan ook?' 
'Dus als ik u goed heb begrepen...' 

Wat zijn WHAM vragen en wat is hier het doel van?

Slide 5 - Open vraag

Vragen om een zo goed en duidelijk mogelijk toestandsbeeld te krijgen
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, beloop, wat al gedaan, medicatie, hoe, hoe lang etc. 
Sleepvraag 
U2
U3
U0
U1
Een of meer vitale functies zijn uitgevallen - reanimatie geindiceerd. 
De vitale functies zijn mogelijk bedreigd en/of er is een reële kans dat de toestand op korte termijn verslechtert. Actie: binnen een uur beoordeling
Vitale functies zijn instabiel en in gevaar. Actie: onmiddellijk overleg met huisarts/seh. Evt. tegelijkertijd de amb. waarschuwen
Er is reële kans op lichamelijke schade op korte termijn. Actie; pt. binnen enkele uren laten beoordelen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De letter C in de ABCDE-check staat voor het beoordelen van de circulatie. Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Massale bloeding
B
Blauwe huid
C
Beide antwoorden
D
Geen van beide antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk symptoom past niet bij een verstoring in Exposure (E)
A
Paniek
B
Sufheid
C
Suicidaliteit
D
Blootstelling aan giftige dampen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mw. Yiliz ziet bleek,klam en transpireert. Ze heeft het gevoel flauw te vallen. Ze geeft aan zwart voor de ogen te worden.
Mw. Pieter van 65 kan geen 5 woorden achtereen zeggen. Ze heeft een hoorbare ademhaling.
patient heeft een inspiratoire stridor en kwijlt
Joran van 10 jaar reageert niet op aanspreken en ook niet op een pijnprikkel
A van Airway
C van Circulation
D van Disability
B van Breathing

Slide 9 - Sleepvraag

A: Airway – luchtweg (keel)
Wanneer weet je nu of de Airway ‘bedreigd’ is? Waar merk je dat aan? Wat kun je vragen?
 Afwijkend bij hoorbare inademing (inspiratoire stridor) dan mogelijk geblokkeerd
 Patiënt kan blauw aanlopen (cyanose)
 Patiënt laat speeksel lopen

B: Breathing – longen
Wanneer weet je nu of de breathing ‘bedreigd’ is? Waar merk je dat aan? Wat kun je vragen?
Afwijkend bij ernstig kortademig/benauwd, slechts enkele woorden achter elkaar kunnen spreken; patiënt zit rechtop
Patiënt kan blauw aanlopen (cyanose)

C: Circulation – bloedsomloop
Wanneer weet je nu of de circulation ‘bedreigd’ is? Waar merk je dat aan? Wat kun je vragen?
Afwijkend bij grauw, blauw, massale bloeding, ledemaat bleek, niet reageren, koud, klam, snelle pols

D: Disability – bewustzijn en/of verlammingsverschijnselen/neurologische uitval
 Afwijkend bij niet bewustzijn, niet alert reageren (AVPU) Hoe helder is patiënt?
 A: Reageert alert, is wakker
 V: Reageert op aanspreken
 P: Reageert op schudden/pijnprikkel
 U: Reageert niet

E: Exposure – omgeving
Wanneer weet je nu of de exposure ‘bedreigd’ is? Waar merk je dat aan? Wat kun je vragen?
Afwijkend bij niet veilige omgeving
Denk aan: paniek, geweldsdreiging, rook/brand, giftige dampen/gassen





Ingangsklacht algehele malaise + koude rillingen
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke verschijnselen horen bij algehele malaise?
A
roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies
B
koorts, hoofdpijn, spierpijn, moe, misselijk
C
gezwollen en pijnlijke gewrichten
D
uitval van spraak en spierkracht, scheef gelaat

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is algehele
malaise?
A
Je voelt je niet goed maar je weet de oorzaak niet
B
Je heel goed voelen
C
Niet lekker voelen
D
Uitval van lichaamsdelen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingangsklacht zou je kiezen bij de volgende informatie:

Sofie (3) is al een paar dagen niet lekker. Ze heeft rode vlekjes op haar lichaam en is hangerig.
A
Koorts kind
B
Algehele malaise
C
Ziek kind
D
Huidklachten en borstontsteking

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypothermie kan leiden tot algehele malaise.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 14 - Quizvraag

We spreken van hypothermie als de temperatuur, rectaal gemeten, onder 35 °C is gedaald.
De heer Kwast, 36 jaar, belt de praktijk met de mededeling dat hij zich niet lekker voelt. Zijn temp is 37.9 graden. Hij heeft nu chemotherapie. Er zijn geen rode vlekjes en het is niet suf. Welke ingangsklacht moet je kiezen?
A
Koorts kind
B
Ziek kind
C
Koorts volwassene
D
Algehele malaise

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk ziektebeeld zie je de volgende kenmerken: koude rilling, hoesten, keelpijn, algehele malaise, pijn in de spieren met hoofdpijn, koorts
A
Malaria
B
Meningitis
C
Sepsis
D
Influenza

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een vermoeden van heatstroke is de ingangsklacht algehele malaise het meest passend.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 17 - Quizvraag

Bij een lichaamstemperatuur boven de 40 °C in combinatie met ernstige klachten, zoals verwardheid, wegraking/ coma of insulten, wordt gesproken van een hitteberoerte (heatstroke). Snelle behandeling van dit beeld is noodzakelijk, door de hoge lichaamstemperatuur kan multiorgaanfalen optreden en overlijden.
Welke ingangsklacht zou jij kiezen bij de volgende informatie:

Johan belt op dat zijn moeder (68) verteld dat haar hart ontzettend snel tekeer gaat. Ook voelt zij zich opgejaagd en heeft het warm. Zij heeft dit nog nooit eerder gehad.
A
Hartkloppingen
B
ICD
C
Algehele malaise
D
Koorts volwassene

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algehele malaise is een aspecifieke ingangsklacht.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke urgentie inzet moet je altijd eerst overleggen met de huisarts voordat je actie onderneemt?
A
Bij een visite U2 en U3
B
Bij een visite U2 en bij een U1 inzet
C
Bij een consult U2 en U3
D
Bij een visite U3 en U2, en bij een U1

Slide 20 - Quizvraag

Bij een U1 inzet en een U2 visite altijd eerst direct overleg met de huisarts.

Dit doe je als volgt;
Nadat je weet welke urgentie je gaat inzetten ga je bij een U2 visite en een U1 inzet de patiënt in de wacht zetten tijdens je gesprek. 
Hoe benoem ik dat naar patiënt toe?
`Ik ga nu direct in overleg met de huisarts, blijft u aan de lijn, ik kom direct bij u terug`.  Wacht op antwoord van pt.

Bij het overleg met de huisarts geef je  duidelijk aan;
- om wie het gaat --> naam + geb.datum
- kort aangeven wat de klacht 
 - benoem daarna wat jij wilt gaan
   inzetten
- vragen of huisarts hiermee akkoord gaat.

Na overleg kom je bij de patiënt terug. Je geeft aan;
- bedankt voor het wachten
- ik heb met de arts overlegd en die
  geeft aan dat het toch beter is om......
  dan zet je je actie in.
- altijd even checken hoe emotie en 
  gedachten is van patiënt
- vervolg je actie met de tussentijdse
  adviezen en vangnet naar de patiënt
  toe!


Iemand die voor het eerst belt met hartkloppingen, zonder bijkomende verschijnselen laat ik komen?
A
Nee
B
Ja, urgentie U2
C
Ja, urgentie U3
D
Ja, urgentie U1

Slide 21 - Quizvraag

Iemand die hier niet mee bekend is laat je altijd even binnen enkele uren komen om te beoordelen

Wanneer treedt er een levensbedreigende situatie op bij Hartkloppingen?
A
Als de patiënt ook kortademig erbij is.
B
Als het onregelmatig is en snel is ontstaan
C
Bij erge duizeligheid
D
Als het hart op hol is en er vegetieve verschijnselen zijn

Slide 22 - Quizvraag

Bij te snel én vegetatieve verschijnselen U1
De andere genoemde is een U2, wel graag zo snel mogelijk beoordeling door huisarts. 
Wat is de urgentie van penetrerend letsel bij trauma thorax
A
U3
B
U5
C
U1
D
U2

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist bij een HET acuut?
A
auto contra voetganger > 10 km/u
B
ster in de voorruit (door hoofd)
C
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor advies geef je bij een trauma met kortademig urgent
A
Zit rechtop, met de benen uit bed.
B
Zit rechtop, met de benen in bed.
C
Plat liggen met de benen uit bed
D
Plat liggen met de benen in bed

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een risicofactor bij een ribfractuur?
A
acute longontsteking
B
hoestklachten
C
pneumothorax
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casussen oefenen 
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog vragen?
  • Wat vonden jullie van deze les en terugblik?

  • Wat zijn je leerdoelen voor dit leerjaar naar aanleiding van deze les?
Schrijf er minimaal 2 op. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toets/ huiswerk 
Medilect modules maken van de volgende onderwerpen ter voorbereiding op toets. 
(volgende module is maken van medilect, voorwaarde om deel te kunnen nemen aan de toets) 
  • Algehele malaise volwassene
  • Hartkloppingen
  • Pijn thorax
  • Trauma thorax
  • ICD

  • Werken met de triagewijzer
  • Opbouw van het triagegesprek
  • Gesprekstechnieken
  • ABCD bij triage
  • Pijnbeoordeling en bestrijding
  • Rapporteren volgens SOEP



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies