TRG DA1V module 1 les 5 trauma thorax en ICD

Triage DA1V 

Trauma thorax
ICD




1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Triage DA1V 

Trauma thorax
ICD




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Trauma thorax
  • ICD 
  • Kennis testen onderwerpen afgelopen weken 
  • Casus oefenen  voor de klas                    

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trauma
Thorax

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ribben
In de thorax (of borstholte) zitten meerdere vitale organen, zoals het hart en de longen. De ribben beschermen de borstholte tegen trauma van buitenaf. Door een trauma kunnen ribben kneuzen of breken. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omdat er veel vitale functies in de thorax zitten, is het bij een thoraxtrauma extra belangrijk om te vragen naar vegetatieve verschijnselen bij de patiënt. 

  • Het gevoel van flauw vallen
  • Zweten
  • Misselijkheid
  • Klam voelen


Patiënten met een thoraxtrauma kunnen ademhalingsklachten hebben.

  • Klachten die vastzitten aan de ademhaling hebben waarschijnlijk iets te maken met de longen en/of ribben.  
  • Bij een ribcontusie kan ademhalen bijvoorbeeld pijnlijk zijn.  Patiënten kunnen dan oppervlakkig gaan ademen. 
  • Bij een pneumothorax kunnen patiënten vaak moeilijk ademen en niet diep zuchten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsel door een voorwerp
Een thoraxtrauma kan veroorzaakt worden door een voorwerp, bijvoorbeeld een mes, een fietsstuur of een honkbalknuppel





Waarom is het belangrijk om te weten of het trauma door een voorwerp is veroorzaakt?

Omdat er een groter risico is op beschadiging van vitale functies.


Dit is zowel het geval bij letsel met bloed, als bij letsel zonder bloed.

 Daarom is het belangrijk goed uit te vragen wat er precies is gebeurd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Hoog-energetisch trauma (HET)
Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een letsel waarbij groot geweld (veel energie) op het lichaam is ingewerkt. De context bepaalt of een HET acuut is of niet.
Een HET kan voorkomen in verschillende omstandigheden. Voorbeelden zijn:
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
ongeval met snelheid > 45 km/u (met autogordel om)
auto contra voetganger > 10 km/u
ongeval fietser/ motorrijder > 30 km/uur
ster in de voorruit (door hoofd), ongeval met beknelling.
ICD
- Weet je al waar de afkorting ICD voor staat?
- Wat is het verschil tussen een ICD en een pacemaker?
- Waar wordt een ICD geplaatst?

Bedenk dit voor jezelf...

Controleer aan de hand van de video of je het juist had

Slide 8 - Tekstslide

Implanteerbare cardioverter-defibrillator.

Een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) is een elektronisch apparaatje dat een stroomstoot naar het hart zendt wanneer er een hartstilstand is of een levensbedreigende ritmestoornis optreedt. 
- levensduur van het apparaat is 5 tot 10     jaar.
Bij een defibrillatie geeft de ICD een elektroschok af van ongeveer 800 volt.

Een pacemaker zorgt er voor dat het hart in het juiste ritme slaat, en wordt ingezet als het hartritme te traag is.
- 8 V in een pacemakersysteem

Slide 9 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=C3lqQR0v0lQ

Hoe zit het met een ICD in combinatie met: 
- Autorijden
- Huishoudelijke apparatuur (bijvoorbeeld magnetron)
- Mobiele telefoon/tablet/laptop etc.
- Medische apparatuur zoals een MRI scan

Kortom - het hebben van ICD heeft best wel impact in het dagelijks leven van een patiënt 

Slide 10 - Tekstslide

Autorijden - 2 maanden na plaatsing niet autorijden - opnieuw rijbewijs aanvragen
Beroepschauffeurs kunnen hun beroep niet meer uitoefenen
Wanneer de ICD een schok heeft gegeven en de patiënt naar het ziekenhuis gaat - NOOIT zelf auto rijden

Huishoudelijke apparatuur - apparatuur niet direct tegen ICD aanhouden en de apparatuur moet in goede technische staat zijn, dan is het verder volkomen veilig

Mobiele telefoon - Veilig te gebruiken, maar niet in borstzakje aan de kant van de ICD stoppen en minimaal 15 cm afstand houden tot ICD

Medische apparatuur zoals MRI - dit kan niet zomaar - altijd in overleg 




Wat gebeurt er met de ICD nadat een patiënt is overleden?

Slide 11 - Tekstslide

De ICD moet worden uitgezet - anders blijft deze mogelijk schokken afgeven 

Daarnaast moet de ICD verwijderd worden - door arts/begrafenisondernemer
Waarom?
Bij crematie - deze kan exploderen en hierdoor schade aanrichten een de crematie oven
Bij begrafenis - negatieve impact op het milieu

Slide 12 - Tekstslide

Benoemen: denk aan andere ingangsklacht als er bijkomende klachten zijn - pijn thorax!

Gaat vaak via cardioloog/SEH - niet via HA

Na schok NIET zelf autorijden!!
Kennis testen onderwerpen vorige weken

Urgenties en ABCDE
Algehele malaise volwassene
Hartkloppingen
Pijn thorax 
SOEP 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke verschijnselen horen bij algehele malaise?
A
roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies
B
koorts, hoofdpijn, spierpijn, moe, misselijk
C
gezwollen en pijnlijke gewrichten
D
uitval van spraak en spierkracht, scheef gelaat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wegraking in combinatie met pijn thorax
A
U1
B
U2
C
U3
D
U5

Slide 15 - Quizvraag

Levensbedreigend - U1 ambulance 
Triage via pijn thorax
Wat is het doel van een ABCDE vraag?
A
Vaststellen of iemand in direct levensgevaar is
B
Vaststellen wat de ingangsklacht is
C
Vaststellen wie je aan de lijn hebt
D
Kijken of iemand nog in staat is om het alfabet op te noemen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijn thorax: na het uitvoeren van je triage denk je dat het vermoedelijk gaat om myalgie. Welke urgentie zet je in?
A
U2
B
U3
C
U4
D
U5

Slide 17 - Quizvraag

Mylagie - verrekte overbelaste spier
U5 - zelfzorgadviezen + contactadvies
De letter C in de ABCDE-check staat voor het beoordelen van de circulatie. Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Massale bloeding
B
Blauwe huid
C
Beide antwoorden
D
Geen van beide antwoorden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die voor het eerst belt met hartkloppingen, zonder bijkomende verschijnselen laat ik komen?
A
Nee
B
Ja, urgentie U2
C
Ja, urgentie U3
D
Ja, urgentie U1

Slide 19 - Quizvraag

Iemand die hier niet mee bekend is laat je altijd even binnen enkele uren komen om te beoordelen

Wanneer treedt er een levensbedreigende situatie op bij Hartkloppingen?
A
Als de patiënt ook kortademig erbij is.
B
Als het onregelmatig is en snel is ontstaan
C
Bij erge duizeligheid
D
Als het hart op hol is en er vegetieve verschijnselen zijn

Slide 20 - Quizvraag

Bij te snel én vegetatieve verschijnselen U1
De andere genoemde is een U2, wel graag zo snel mogelijk beoordeling door huisarts. 
Algehele malaise kan ontstaan door een onschuldig virus , maar het kan ook een hele ernstige achtergrond hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een triage gesprek gevoerd. Je komt uit op een urgentie U2, wat doe je?
A
Je stuurt een ambulance
B
Je geeft een advies
C
Je maakt een afspraak binnen 1 uur
D
Je maakt een afspraak binnen 3 uur

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de urgentie van penetrerend letsel bij trauma thorax
A
U3
B
U5
C
U1
D
U2

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist bij een HET acuut?
A
auto contra voetganger > 10 km/u
B
ster in de voorruit (door hoofd)
C
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor advies geef je bij een trauma met kortademig urgent
A
Zit rechtop, met de benen uit bed.
B
Zit rechtop, met de benen in bed.
C
Plat liggen met de benen uit bed
D
Plat liggen met de benen in bed

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een risicofactor bij een ribfractuur?
A
acute longontsteking
B
hoestklachten
C
pneumothorax
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen over deze onderwerpen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus voor de klas
Waar moet de groep op letten? Waar wil je
feedback op hebben?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies