Wetgeving in de zorg en welzijn

Wetgeving in de zorg 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Wetgeving in de zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Wetgeving in de zorg
Na deze workshop weet je:
  • De belangrijkste wetten in de gezondheidzorg.
  • Met welke wetten de zorgvrager te maken heeft. 
  • Met welke wetten jij te maken hebt en wat dit betekent voor jouw werk als verpleegkundige (i.o.) 

Slide 2 - Tekstslide

Welke wetten m.b.t. de zorg ken je?

Slide 3 - Woordweb

Filmpje met 4 wetten
Noteer bij iedere wet wat de wet inhoudt, voor wie de wet bedoeld is en wanneer je er gebruik van maakt. 
1. Zorgverzekeringswet (ZVW)
2. Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO)
3. Wet Langdurige Zorg (WLZ)
4. Jeugdwet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat houdt de wet BIG in?

Slide 6 - Open vraag

Wet BIG
  • Wat houdt de Wet BIG in?
  • BIG staat voor: Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg.
  • De Wet BIG geeft regels voor beroepen in de gezondheidszorg en beschermt patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen.
  • Het BIG-register is een onderdeel van de Wet BIG.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wet zorg en dwang
Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:
  1. Op welke zorgvragers is de Wet zorg en dwang van toepassing?
  2. Wat is het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang?
  3. Geldt de Wet zorg en dwang alleen in instellingen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wet zeggenschap in de zorg

Slide 13 - Woordweb

De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz)


De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

                                              WGBO


Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst
Rechten en plichten patiënt

Slide 17 - Tekstslide

WGBO

Slide 18 - Woordweb

Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)

Slide 19 - Tekstslide

WGBO
Gaat over de relatie tussen de cliënt en de zorgverlener.
Een belangrijk begrip in de WGBO is 'informed consent'.
Zorg- en welzijnprofessionals mogen alleen handelen als zij toestemming hebben van de cliënt.
De cliënt moet begrijpen waarvoor hij toestemming geeft: hij/zij moet dus goed geïnformeerd zijn. Jouw taak is onder meer om voorlichting te geven!

Slide 20 - Tekstslide

Wat en waar?
De WGBO geldt voor medische onderzoeken en behandelingen en alle zorg die daarmee samenhangt. Dus ook verpleging, verzorging en nazorg.
Zorg die wordt gegeven in een GGZ-instelling, verpleeghuis of instelling voor gehandicaptenzorg valt ook onder de WGBO.

Slide 21 - Tekstslide

Rechten patiënt (WGBO)
  • recht op duidelijke informatie over onderzoeken, behandelingen en de gezondheidstoestand;
  • recht op overleg met de arts of hulpverlener en samen beslissen over de behandeling;
  • recht om ook ‘nee’ te zeggen tegen een voorgestelde behandeling;
  • recht om geen informatie te willen;
  • recht om het  medisch dossier in te zien en recht op een kopie daarvan;
  • recht om fouten in het medisch dossier te herstellen;
  • recht om een eigen verklaring aan het medisch dossier toe te laten voegen;
  • recht om gegevens uit het medisch dossier te laten vernietigen;
  • recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim);
  • recht op een second opinion (tweede mening) van een andere arts dan de behandelend arts.

Slide 22 - Tekstslide

Plichten patënt (WGBO)
Zo goed mogelijk de behandelaar informeren
Zo veel mogelijk meewerken aan de behandeling
Betalen van de hulpverlener of zorginstelling.

Slide 23 - Tekstslide

Wet verplichte ggz (WvGGZ)

Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord onderstaande vragen:
  1. Gevaar voor zichzelf of voor anderen? Wat betekent dat?
  2. Wie neemt 't initiatief?
  3. Wat is verplichte zorg?
  4. Kun je verplichte zorg voorkomen?
  5. Wat doet een zorgveranwoordelijke?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

1. De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent de wet BIG voor jouw handelen?

Slide 27 - Woordweb

2. Welke beroepsgroep hoeft zich niet te registreren in het BIG-register?
A
Fysiotherapeuten
B
Verpleegkundigen
C
Verzorgenden

Slide 28 - Quizvraag

4. Welke handeling valt niet onder de voorbehouden handelingen?
A
Injecteren
B
Bloeddruk meten
C
Katheteriseren

Slide 29 - Quizvraag

5. De bekwaamheid van opdrachtnemers wordt min of meer gewaarborgd door:
A
Protocollen
B
Werkafspraken
C
(Bij)scholing
D
Alle drie

Slide 30 - Quizvraag

6. Wie is verantwoordelijk bij het verrichten van een voorbehouden handeling?
A
De opdrachtgever
B
De opdrachtnemer
C
Beiden

Slide 31 - Quizvraag