Drinken bij diarree en overgeven:
Bij diarree en overgeven is het belangrijk dat u extra vaak drinkt (totaal 2 tot 3 liter per dag).
Hoe meer diarree of overgeven, hoe meer u moet drinken om niet uit te drogen. Drink bijvoorbeeld elke keer een glas water, thee of bouillon nadat u diarree had.
Drink kleine beetjes tegelijk als u overgeeft.
Bijvoorbeeld elke 5 tot 10 minuten 1 of 2 slokken. Zo houdt u toch wat vocht binnen.
Als u zich wat beter voelt, kunt u langzaam weer wat meer in 1 keer gaan drinken.
Als u ook koorts heeft, is drinken nog belangrijker.
Drink geen zoete dranken als de diarree langer dan 1 week duurt of steeds terugkomt.
Dus geen appelsap, melk, energie-dranken, frisdranken en light-dranken (zoals cola light).
Soms kunnen de darmen tijdelijk minder goed tegen deze drank als u diarree heeft (gehad).
Eten bij diarree en overgeven:
Een paar dagen niet of minder eten is niet erg.
U hoeft uzelf niet te dwingen om te eten. Als u weer trek heeft, kunt u weer eten waar u zin in heeft.
Begin met kleine beetjes. Als u kunt eten, voelt u zich meestal meteen wat beter.
Helemaal niet eten of een speciaal dieet is niet nodig.
Bij buikkrampen:
Bij buikkrampen kunt u het beste kleine beetjes eten en drinken.
Als er iets in uw maag komt, merken uw darmen dat ook. Soms krijgt u dan weer een golf van diarree. Dat betekent niet dat u iets verkeerds gegeten heeft. Uw maag en darmen zijn nog gevoelig. Ook als u in 1 keer veel drinkt, kunt u meteen naar de wc moeten.
Voorkom dat u anderen besmet
Was uw handen met water en zeep.
Droog daarna de handen goed af met een schone handdoek of papieren doekjes. Gooi de doekjes meteen weg.
Was en droog uw handen elke keer als u naar de wc bent geweest. En voordat u eten of drinken klaarmaakt.
Was gebruikte glazen, borden en bestek goed af.
Leg uit aan de mensen om u heen dat ze dezelfde adviezen moeten volgen. Vooral goed handen wassen en afdrogen na de wc en voor het eten of koken.
De kans dat ze besmet worden is dan kleiner.