Oefenen voor toets 6

Oefenen voor toets 6 



Lezen §4 Lay out (opmaak)
Spelling §4 Aan elkaar of los?
Spelling §5 Met of zonder -n?
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor toets 6 



Lezen §4 Lay out (opmaak)
Spelling §4 Aan elkaar of los?
Spelling §5 Met of zonder -n?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen



Lay-out

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opmaak of lay-out
-> wordt bepaald door de titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur.
-> afbeeldingen, zoals foto's, grafieken, schema's, kaarten en tekeningen horen ook bij de lay-out
Opmaak of lay-out

  • Titel
  • Tussenkopjes
  • Lettertype
  • Lettergrootte
  • Kolommen
  • Tekstkleur
  • Afbeeldingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel  tussenkopjes  lettertype  lettergrootte  kolommen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbeeldingen
Afbeeldingen worden aan de tekst toegevoegd om:
* de aandacht van de lezer te trekken
* nieuwe informatie toe te voegen
* de tekst te verduidelijken
 Worden aan de tekst toegevoegd om:
  
* de aandacht van de lezer te trekken
* nieuwe informatie toe te voegen
* de tekst te verduidelijken

Afbeeldingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft de afbeelding (het kaartje) onderaan de bladzijde?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
De tekst duidelijker te maken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afbeelding in de advertentie is vooral bedoeld om:
A
Nieuwe informatie toe te voegen
B
De aandacht van de lezer te trekken
C
De tekst duidelijker te maken

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afbeelding (het schema) in de tekst is vooral bedoeld om:
A
de aandacht van de lezer te trekken
B
de tekst duidelijker te maken
C
nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het lettertype hoort niet bij de lay-out van een tekst
Juist
Onjuist

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Spelling




Aan elkaar of los?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze woorden schrijf je aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met woordjes als: op, over, na     Bijvoorbeeld: ophalen, nakijken, terugsturen
  • Woorden die samen één begrip vormen.                     Bijvoorbeeld: scheurkalender, wegwerpverpakking,   tweekamerflat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
afval bakken
B
afvalbakken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
anti rookcampagne
B
antirookcampagne

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zuid-Hollander
B
Zuidhollander

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
soepautomaat
B
soep automaat

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling




Met of zonder -n?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Sommige(n), enkele(n), meeste(n) schrijf je met een -n als: 

  • Het over personen gaat
  • Het zelfstandig wordt gebruikt.

Velen stonden rustig te wachten bij de brug die openstond, maar sommigen hadden haast.
Telwoorden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij waarom alle leerlingen zijn gaan verzitten?
--> bijvoeglijk gebruikt

Enkele van de gevonden kastanjes werden gebruikt voor een herfststuk.
--> verwijst niet naar personen
Telwoorden
Wanneer schrijf je het zonder -n?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hierbij gelden dezelfde regels als bij telwoorden.

    Als het over personen gaat: 
  • enkelvoud = zonder -n
  • meervoud = met  -n

Als jongere kun je eenzame ouderen helpen door hen op te zoeken.
Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Tientallen, honderden, duizenden en miljoenen.


Tientallen ballonnen werden tijdens de bruiloft uitgedeeld.


Altijd een -n

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste uitgang:


Jullie moeten aardig zijn tegen all... kinderen die straks langskomen. 
A
-e
B
-en

Slide 35 - Quizvraag

Alle staat hier vóór een zelfstandig naamwoord, namelijk kinderen. 
Kies de juiste uitgang:


Denk aan je handen: houd ze beid... aan het stuur!
A
-e
B
-en

Slide 36 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat maar over handen. 
Kies de juiste uitgang:


Ik heb twee opa's. Beid... komen trouw naar al mijn verjaardagen.
A
-e
B
-en

Slide 37 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Kies de juiste uitgang:


Door de aardbeving zijn honderd... mensen hun huis kwijtgeraakt. 
A
-e
B
-en

Slide 38 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Kies de juiste uitgang:


Helaas kon niet iedereen komen, maar de meest... waren er wel.
A
-e
B
-en

Slide 39 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Kies de juiste uitgang:


Gefeliciteerd, Marco en Alfred! Jullie zijn de gelukkig... die doorgaan naar de finale.
A
-e
B
-en

Slide 40 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Kies de juiste uitgang:


Ik heb de tas met colaflessen laten vallen en nu zijn
enkel... kapot gegaan.

A
-e
B
-en

Slide 41 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Succes met de toets!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies