1AB: Unité 4, Cours 15 (Apprendre 5)

Bienvenue !
- Log in op LessonUp.

- Ne prends pas ton livre.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue !
- Log in op LessonUp.

- Ne prends pas ton livre.

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- Objectif : Je kunt de ontkenning in het Frans gebruiken.

- De ontkenning
- Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Met welk woord/welke woorden maak je de Franse ontkenning?

Slide 3 - Open vraag

De ontkenning
- De Franse ontkenning bestaat uit twee woorden:

> Ne...pas = niet,geen
> Ne...plus = niet meer, geen meer
> Ne...jamais = nooit
> Ne...rien = niets

Slide 4 - Tekstslide

Om welk woord in de zin zet je de ontkenning?

Slide 5 - Open vraag

De ontkenning
- Je zet de ontkenning om de persoonsvorm heen: ne ervoor, pas erachter.

Bijvoorbeeld:
- Je ne mange pas le gateau.
- On ne va pas à l'école.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer verandert ne verandert in n'?

Slide 7 - Open vraag

De ontkenning
- Soms verandert ne in n'. Dit gebeurt:
> voor een klinker (a, e, i, o, u, y)
> voor een stomme h (h die je niet uitspreekt)

Bijvoorbeeld:
- Tu n'es pas à la maison ?
- Nous n'habitons pas à la boulangerie.

Slide 8 - Tekstslide

Als je c'est ontkennend maakt, wat wordt het dan?

Slide 9 - Open vraag

De ontkenning
- C'est verandert in ce n'est pas
> C' wordt Ce. Dit is het onderwerp, geen deel van het werkwoord!
> Ne wordt n', omdat est met een klinker begint.

Bijvoorbeeld:
> Ce n'est pas intéressant.

Slide 10 - Tekstslide

Vat alle stof die je net hebt gezien over de ontkenning samen:

Slide 11 - Open vraag

Samengevat: de Franse ontkenning...
> bestaat uit 2 woorden: ne + pas / plus / rien / jamais.

> Deze woorden staan om de persoonsvorm in de zin.

> Ne verandert in n' als de persoonsvorm met een klinker of stomme h begint.

> C'est wordt ce n'est pas: ce is het onderwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Op de toets
- ...moet je een gewone zin ontkennend maken.

- Bijvoorbeeld:
> La cuisine est ouverte ? - Non, la cuisine n'est pas ouverte.
> Il va à la piscine ? - Non, il ne va jamais à la piscine.

Slide 13 - Tekstslide

Tips voor de toets
  1. Zorg dat je Apprendre 5 goed kent ;-).

  2. Markeer op de toets de persoonsvorm in de zin, zodat je weet waar je de ontkenning omheen zetten moet. 

  3. Onderstreep de eerste letter van de persoonsvorm als het een klinker/stomme h is.

  4. Zet eventueel alle ontkenningen in de kantlijn van je toets.

Slide 14 - Tekstslide

Oefening!
- Er verschijnen zo zinnen op het bord.

- Steek je hand op als de zin klopt. Houd je hand naar beneden als de zin niet klopt.

Slide 15 - Tekstslide

Je pas vais à la maison.

Slide 16 - Tekstslide

Nous ne sommes à Paris jamais.

Slide 17 - Tekstslide

La fenêtre n'est plus ouverte.

Slide 18 - Tekstslide

Le coca n'est dans le frigo.

Slide 19 - Tekstslide

Ils ne vont jamais à l'université.

Slide 20 - Tekstslide

Maak de zinnen ontkennend:
  1. J'ai l'école.
  2. Mon armoire est contre le mur.
  3. Ils habitent à Marseille.
  4. Tu manges le gateau.
  5. Mon ordinateur est sur mon bureau.
  6. On déménage à une nouvelle maison.
  7. C'est joli ! 

Slide 21 - Tekstslide

Maak de zinnen ontkennend:
  1. Je n'ai pas l'école.
  2. Mon armoire n'est pas contre le mur.
  3. Ils n'habitent pas à Marseille.
  4. Tu ne manges pas le gateau.
  5. Mon ordinateur n'est pas sur mon bureau.
  6. On ne déménage pas à une nouvelle maison.
  7. Ce n'est pas joli ! 

Slide 22 - Tekstslide

Questions

Slide 23 - Tekstslide

Programme
- Objectif : Je kunt de ontkenning in het Frans gebruiken.

- De ontkenning - ✔
- Oefenen - ✔

Slide 24 - Tekstslide

Le prochain cours...
...Aller + zinnen

- Devoirs:
Leer voor de toets

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide