Ontleden van zinnen in het Nederlands

Ontleden van zinnen in het Nederlands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontleden van zinnen in het Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de ontleding van zinnen in het Nederlands?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat een persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp is. 

Aan het eind van de les weet je hoe je een persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp in een zin kunt vinden.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zinsontleding?
Zinsontleding is het analyseren van zinnen om de verschillende onderdelen te identificeren, zoals de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is zinsontleding belangrijk?
- Je weet hoe een zin is opgebouwd.
- Je kunt de betekenis makkelijker achterhalen. 
- De spelling van sommige woorden is afhankelijk van hun plaats in de zin
- Voor het leren van een andere taal is het heel erg belangrijk, je maakt dan gebruik van de overeenkomsten tussen talen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
De persoonsvorm is het werkwoord dat aangeeft in welke tijd de zin staat en verandert als het onderwerp van de zin verandert.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm en eventuele andere werkwoorden in de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Het onderwerp van een zin is degene of datgene waar de zin over gaat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is het woord in de zin waarop de werking van het gezegde direct wordt uitgeoefend.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema: hoe kan ik vinden wat ik zoek?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is persoonsvorm van deze zin? 'De kat speelt met de bal.'
A
De
B
met
C
kat
D
speelt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in de zin?: 'Mijn moeder bakt een heerlijke taart'?
A
Een heerlijke taart
B
Mijn moeder
C
Bakt een
D
Mijn

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: 'Ik lees een interessant boek.'
A
Ik lees
B
een interessant boek
C
interessant boek
D
Ik

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gezegde in de zin: 'Hij heeft de hele dag gewerkt'?
A
de hele dag gewerkt
B
de hele
C
dag gewerkt
D
Hij heeft

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
We hebben vandaag geleerd over de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp in zinnen. Vergeet niet om deze begrippen te blijven oefenen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.