sterke en zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als je ze van tijd verandert. Bijvoorbeeld: Hij maakt de fiets. / Hij maakte de fiets.
Sterke werkwoorden veranderen wel van klank als je ze van tijd verandert. Bijvoorbeeld: Hij denkt na. / Hij dacht na.
Hij loopt naar huis. / Hij liep naar huis.
Sterke werkwoorden spel je zo simpel mogelijk.