Werkwoordspelling klas 1

Spelling werkwoorden klas 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Spelling werkwoorden klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Maak drie zinnen met het werkwoord verblinden als: 

1. voltooid deelwoord
2. onvoltooid deelwoord
3. het werkwoord als bijvoeglijk naamwoord



Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
1. voltooid deelwoord:
Hij werd door het felle licht verblind.

2. onvoltooid deelwoord:
Verblindend door de zon, kon hij nauwelijks iets zien.

3. als bijvoeglijk naamwoord:
De verblinde automobilist kon de weg niet zien.
Het verblindende licht van de zon maakte het moeilijk de weg te zien.



Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Werkwoordsvormen 

  • spelen
  • speel
  • speelde
  • gespeeld
  • spelend
  • gespeelde / spelende 




Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Werkwoordsvormen

  • spelen = infinitief (inf)
  • speel = persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
  • speelde = persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
  • gespeeld = voltooid deelwoord (vd)
  • spelend = onvoltooid deelwoord (od)
  • gespeelde / spelende  = bijvoeglijk naamwoord (bn)




Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Werkwoordstijden

onvoltooid tegenwoordige tijd (ott): Iris loopt naar school.

onvoltooid verleden tijd (vtt): Iris liep naar school. 

voltooid tegenwoordige tijd (vvt): Iris is naar school gelopen.

voltooid verleden tijd (vvt): Iris was naar school gelopen.







Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Werkwoordstijden: 
kies uit: ott, ovt, vtt of vvt

  1. Ik maakte eerder nooit mijn huiswerk.
  2. Is deze les al bijna afgelopen?
  3. Had jij mijn boek meegenomen?
  4. Ik was vaak mijn huiswerk vergeten.
  5. Maar nu heb ik wel mijn huiswerk gemaakt.








Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Werkwoordstijden: ott, ovt, vtt of vvt

  1. Ik maakte eerder nooit mijn huiswerk. ovt
  2. Is deze les al bijna afgelopen? vtt
  3. Had jij mijn boek meegenomen? vvt
  4. Ik was vaak mijn huiswerk vergeten. vvt
  5. Maar nu heb ik wel mijn huiswerk gemaakt. vtt








Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Maken weektaak 
Spelling  §11: werkwoordsvormen en - tijden
opdracht 1 - 6

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1
Maken weektaak 
Spelling  §11: werkwoordsvormen en werkwoordstijden
opdracht 1 t/m 6

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordspelling klas 1

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide