Rekenen D1 Paragraaf 1.6

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1-4

                                                          Welkom!

Vak: Rekenen mbo niveau 4

Blok 1 les 7

Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden

Paragraaf 1.6 Referentiematen

Domein 1

Toets 1

Domein 2

Toets 2

Domein 3

Toets 3

Domein 4

Toets 4

Domein 5

Examen

Lezen H1

Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1	Les 2	Les 3	Les 4	Les 5	Les 6	Les 7	Les 8	Les 9	Les 10
Introductie	Par. 1.1	Par. 1.2	Par. 1.3	Par. 1.4	Par. 1.5	Par. 1.6	Par. 1.7	Par. 1.8	TOETS

	Wat gaan we doen?
Starten	Opstarten van de les
Kennis activeren	Uitleg par. 1.6 Referentiematen
Kennis trainen	Maken (selectie van) opdrachten par. 1.6
Kennis checken	Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.6
Kennis toetsen	Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden	Beantwoorden van individuele vragen

Hoe reken je in de praktijk?

Bilal volgt de opleiding tot onderwijsassistent. Hij studeert twee dagen per week en loopt drie dagen stage op een school voor speciaal onderwijs. De school heeft twee locaties die op ongeveer anderhalve kilometer afstand van elkaar liggen. In de ochtend geeft Bilal les op de ene locatie en in de middag op de andere. In de pauze wandelt Bilal van het ene naar het andere gebouw. Hij doet dat op een tempo van 5 kilometer per uur.

Maak eerst een schatting van hoeveel minuten Bilal ongeveer onderweg is.
Maak daarna een berekening van hoeveel minuten Bilal exact onderweg is.

Hoe lang schat je dat Bilal ongeveer onderweg is?

1. Tussen de tien en vijftien minuten.
2. Tussen de vijftien en twintig minuten.
3. Tussen de vijftien en dertig minuten.
4. Langer dan een half uur.

Als hij wandelt met een tempo van 5 km/h dan zal hij over anderhalve kilometer 

iets langer doen dan een kwartier.

Hoe lang is Bilal exact onderweg?

1. 16 minuten
2. 17 minuten
3. 18 minuten
4. 19 minuten

60 : 5 x 1,5 = 18 minuten

Paragraaf 1.6. Referentiematen

Leerdoelen

• Ik kan schattingen maken van referentiematen.

naar de online leeromgeving

Bij geen enkel ander onderdeel worden zoveel onlogische fouten gemaakt als in paragraaf 1.6. 

Als een volwassen man ongeveer 180 centimeter lang is,
hoe hoog is dan een gemiddelde deur?

1. 200 centimeter
2. 250 centimeter
3. 300 centimeter
4. 350 centimeter

Als de boom naast een eengezinswoning van drie etages nét boven het dak uitkomt, hoe lang is die boom dan ongeveer?

1. Tussen de 6 en de 7 meter hoog.
2. Tussen de 8 en de 9 meter hoog.
3. Tussen de 9 en de 10 meter hoog.
4. Tussen de 10 en de 11 meter hoog.

Een etage is ongeveer 3 meter hoog. Een huis van 3 etages is dus ongeveer 9 meter hoog. De boom zal dus tussen de 9 en de 10 meter hoog zijn.

Als Maria 15 km/h fietst, hoe lang doet ze dan ongeveer over een fietstocht van 24 kilometer?

1. Tussen de 60 en de 70 minuten.
2. Tussen de 70 en de 80 minuten.
3. Tussen de 80 en de 90 minuten.
4. Tussen de 90 en de 100 minuten.

Aan het werk via de korte route

• Blijf ingelogd in ZOOM.
• Zet het geluid van de les uit.
• Maak opdracht 1, 7 en 10 van par. 1.6.
• Lever de gemaakte opdrachten in.
• Meld je voor de examenopdracht.

 

naar de online leeromgeving

Voortgang

Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

83737 dinsdag

13922 donderdag

77688 vrijdag

Pauze

De licentie, de activatiecode, de koppelcode en de instaptoets...

• Bestel de 1-jaarslicentie voor NU Rekenen 3de ed (€ 46,95).
  
• Activeer de licentie die je na 1 of 2 dagen ontvangt in je mail.
  
• Voer vervolgens de koppelcode van deze klas in.
  
• Klik in het startmenu op 1 Grootheden en eenheden.
  
• Klik rechts onderaan de pagina op Instaptoets.
  
• Maak de instaptoets.
  
• Lever de toets in.

naar de online leeromgeving

83737 dinsdag

13922 donderdag

77688 vrijdag

Aan het werk via de basisroute

Tijdens de basisroute behandelen we alle lesstof die wordt getoetst bij het examen rekenen. We herhalen daarnaast een deel van de basisvaardigheden. Deze week behandelen we de lesstof over schatten (15), en verhoudingstabellen (21).

15 Schatten

Leerdoelen

• Ik kan antwoorden schatten.
• Ik kan antwoorden controleren door vooraf het antwoord te schatten.

naar de online leeromgeving

Een vrouw verliest per dag tussen de 40 en 120 haren.
Hoeveel haren verliest ze tenminste voor ze vijftig jaar is?

1. Ongeveer 7500 haren.
2. Ongeveer 75 000 haren.
3. Ongeveer 750 000 haren.
4. Ongeveer 7 500 000 haren.

Schatten: 50 haren x 400 dagen x 50 jaar = ongeveer 1 000 000 haren

Precies: 40 x 360 x 50 = 720 000 haren

Een man rookt iedere week voor € 18,00 aan sigaretten.
Wat kost zijn rookverslaving hem tenminste per jaar?


Een man geeft € 18,00 per week uit aan sigaretten. Wat is hij minimaal per jaar kwijt aan zijn rookverslaving?

1. € 600,00
2. € 700,00
3. € 800,00
4. € 900,00

Schatten: 50 weken x € 20 = € 1.000 

Precies: 52 x € 18 = € 936,00 

21 Verhoudingstabellen

Leerdoelen

• Ik kan rekenen met verhoudingstabellen.

naar de online leeromgeving

aantal	3	33
prijs in €	6	?

1. € 18,00
2. € 66,00
3. € 99,00
4. € 198,00

3 x 11 = 33

6 x 11 = 66 euro

 

aantal	1,5	6	16
gewicht in kg	3	12	24

1. Kolom 1 klopt niet.
2. Kolom 2 klopt niet.
3. Kolom 3 klopt niet.
4. Kolom 4 klopt niet.

De laatste kolom klopt niet.

16 moet 12 zijn. 

aantal in uren	4	6	10
prijs in €	20	25	50

1. Kolom 1 klopt niet.
2. Kolom 2 klopt niet.
3. Kolom 3 klopt niet.
4. Kolom 4 klopt niet.

De een na laatste kolom klopt niet.

Het getal 25 moet 30 zijn. 

Pauze

Aan het werk via de basisroute

• Maak opdracht 5 en 6 van paragraaf 1.6

 

Aan het werk via de basisroute

Nabespreken opdracht 5

5a. Gemiddeld rustig fietstempo is 15 kilometer per uur.
      45 : 15 = 3 x 250 = 750 calorieën

5b. Gemiddeld rustig wandeltempo is 5 kilometer per uur.

      12,5 : 5 = 2,5  x 190 = 475 calorieën

5c. Gemiddeld rustig wandeltempo is 5 kilometer per uur.

      4 dagen x 40 km  = 160 km

     160 : 5 = 32 x 190 = 6080 calorieën

6a. Hoeveel kilometer zal de koerier in één jaar rijden?

1. 6.708 km
2. 66.660 km
3. 133.332 km
4. 666.600 km

55.555 : 5 = 11.111 x 12 = 133.332

6b. Hoeveel zal de koerier per jaar aan benzine betalen?

1. € 724, 46
2. € 7199,28
3. € 14399, 80
4. € 71992,80

133.332 : 15 x € 1,62 = € 14.399,86

Aan het werk via de basisroute

• Maak opdracht 7 en 8 van paragraaf 1.6

 

Aan het werk via de basisroute

Nabespreken opdracht 7

7a.                                                                                 Vanaf dit bord is het 4 kilometer naar Rotterdam-Overschie.

                                                                                      60 : 15 x 4 = 16 minuten

7b.                                                                                  Vanaf dit bord is het 4 kilometer naar Bergschenhoek.

                                                                                       60 : 5 x 4 = 48 minuten

     

afstand in km	15	4
tijd in min.	60	?

afstand in km	5	4
tijd in min.	60	?

8a. Hoeveel inwoners telt Nederland ongeveer?

1. 14.171.123
2. 17.000.000

8b. Welk deel van de Nederlanders is werkeloos?

1. 8,3 %
2. 14,1 %
3. 18,3 %
4. 40,1 %

100 : 17 000 000 x 1 417 123 = 8,3%

Pauze

Paragraaf 1.6 Oefenen voor het examen

Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Examenopdracht

7. Wat is de gemiddelde snelheid van de loper in m/s?
Rond af op één decimaal.

1. 3,4 m/s
2. 4,8 m/s
3. 5,6 m/s
4. 5,61 m/s

Hoe pak je dat aan bij je examen?

Opdracht 7 [3p]

Wat weet je al?

42,195 km = 42195 m

2:05:18 uur = 7200 + 300 + 18 = 7518 s

1 : 7518 x 42195 [1p] = 5,61 = 5,6 [1p] m/s [1p] 

afstand in m	42195 m	?
tijd in s	7518 s	1 s

Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

• Ik kan schattingen maken met referentiematen.

Volgende week