In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
2.5 Gezonde voeding
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Uitleg 2.5
Lezen 2.5
Opdrachten maken
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven
Je weet wat een gezond geweicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen
Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven
Slide 4 - Tekstslide
0
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
schijf van 5
1. groente en fruit
2. olie en vet
3. vlees,ei, vis, zuivel,noten,peulvruchten
4. brood, graanproducten, aardappelen
5. dranken
Slide 8 - Tekstslide
Schijf van 5
vooral vitaminen
vooral vetten
vooral eiwitten
vooral koolhydraten
vooral water
Slide 9 - Tekstslide
Niet te veel en niet te vaak
In de Schijf van Vijf staan geen producten met te veel zout, te veel suiker, te veel verzadigd vet of te weinig vezel. Je kunt hier prima af en toe iets van nemen, maar niet te veel en niet te vaak.
Slide 10 - Tekstslide
'Goede' koolhydraten
'Slechte' koolhydraten
Slide 11 - Sleepvraag
Horen dropjes in de schijf van vijf?
A
JA
B
NEE
Slide 12 - Quizvraag
Hoort frisdrank in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
In welk vak van de schijf van vijf staat bloemkool?
A
Blauw
B
Roze
C
Geel
D
Groen
Slide 14 - Quizvraag
Chips hoort in vak....
A
groen
B
oranje
C
geel
D
staat niet in de schijf van vijf
Slide 15 - Quizvraag
Dit hoort er NIET in de schijf van vijf
A
Appels
B
Ongezouten noten
C
Aardappelen
D
gezouten nootjes
Slide 16 - Quizvraag
Energie
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof. Brandstof geeft je lichaam energie.In voedsel zit energie
Die wordt aangegeven in kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal)
Hoeveel energie je nodig hebt, is per persoon verschillend
1 kcal = 4,2 kJ
Slide 17 - Tekstslide
Marsreep levert ongeveer 1000 kJ energie, een appel ongeveer 300 kJ.
Een andere eenheid voor de energie in voedsel is de kilocalorie (kcal). Iemand die praat over ‘calorieën’ in voedsel, heeft het dus eigenlijk over kilocalorie.
1 kcal = 4,2 kJ
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel energie je per dag nodig hebt, verschilt
Het hangt onder andere af van
je geslacht,
je lichaamsgrootte,
je lichamelijke inspanning
je leeftijd.
Gemiddeld hebben jongens (mannen) meer energie nodig dan meisjes (vrouwen).
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Gewicht
Hoe meer je eet, hoe meer je gewicht toeneemt
Bij iedereen heeft gewicht te maken met erfelijke eigenschappen
bouw
stofwisseling
dikte onderhuidse vetlaag
Slide 21 - Tekstslide
Eet je meer dan je nodig hebt, dan wordt een deel van de voedingsstoffen opgeslagen als reservestof. Dat gebeurt vooral in de vorm van vet. Hierdoor word je zwaarder.
Eet je minder dan je nodig hebt, dan ga je reservestoffen gebruiken als brandstof voor energie. Hierdoor neemt je gewicht af.
Slide 22 - Tekstslide
overgewicht
ondergewicht
eetstoornis
Slide 23 - Tekstslide
Overgewicht en obesitas
Te veel vet in het lichaam opgeslagen
Meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes
Slecht voor gewrichten
Slide 24 - Tekstslide
Ondergewicht
Te laag lichaamsgewicht
Er kan een tekort aan voedingsstoffen ontstaan
Kan komen door ondervoeding: iemand krijgt te weinig voedsel of voedingsstoffen binnen
Slide 25 - Tekstslide
Eetstoornissen
Mensen zijn de hele dag bezig met eten
Ze maken zich zorgen over de invloed van eten op hun lichaam
Oorzaak is vaak psychisch
Slide 26 - Tekstslide
Eetstoornissen
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
Eetbuistoornis
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Om gezond te blijven moeten jongeren tussen 4-17 jaar minstens 1 uur bewegen per dag en 3x per week kracht- en lenigheidsoefeningen
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Wat helpt je om gezond en gevarieerd te eten?
A
de schijf van gezond eten
B
schijf van vier
C
schijf van vijf
D
schijf van vijf reclame spotjes op tv
Slide 30 - Quizvraag
Het is gezond 2 stuks fruit per dag te eten. Noem 5 verschillende soorten fruit.
Slide 31 - Woordweb
A
2 klontjes suiker
B
10 klontjes suiker
C
8 klontjes suiker
D
5 klontjes suiker
Slide 32 - Quizvraag
A
0,5 klontjes suiker
B
1,5 klontjes suiker
C
2 klontjes suiker
D
2,5 klontjes suiker
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de schijf van 5?
timer
0:20
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen
D
Vijf producten met veel vitamines
Slide 34 - Quizvraag
Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?