3.1 wat zijn de kosten en 3.2 wat levert het op (v2)

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Terugblik vorige les - voorkennis her activeren lesstof
  2. Uitleg Hoofdstuk 3 - paragraaf 1 gericht 
  3. Zelfstandig werken paragraaf  1 (gericht)
  4. Uitleg Hoofdstuk 3 - paragraaf 2 (gericht)
  5. Zelfstandig werken  paragraaf 2 (gericht)
  6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De online omgeving
        Lesson up                                                Teams

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3
Ben jij ondernemend?




3.1 Wat zijn de kosten?
3.2 Wat levert het op?
3.3 Vraag en aanbod.
3.4 Macht op de markt?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
3.1
Aan het einde van deze les weet je...
... wat produceren is.
...  wat de productiefactoren zijn. EN hoe je deze kan herkennen.
... Wat vaste en variabele kosten zijn. (voorbeelden + verschillen).
... Wat brutowinstopslag is.

Rekenen:
heb je opgeschreven de formules.
... hoe een afschrijving te berekenen.
... hoe een kostprijs te berekenen.
... hoe consumentenprijs te berekenen.
.. hoe van incl naar excl en andersom te rekenen.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij het woord produceren?

Slide 7 - Woordweb

alles wat jij doet voordat je begint met produceren
Produceren
Om te produceren heb je productiemiddelen nodig
  • Alles wat nodig is om te produceren.
  • Machines, grondstoffen, arbeid etc.

Productiemiddelen onder te verdelen in 4 productiefactoren
  • Natuur, Arbeid, Kapitaal en Ondernemerschap

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productiefactoren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten bij het produceren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 1
opdrachten 1 t/m 4 

Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Bekijk en maak de rest.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules
hoofdstuk 3 - paragraaf 1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. kostprijs per product
variabele kosten: Kosten die veranderen als je meer of minder gaat produceren. (grondstoffen, loon)
vaste kosten: kosten die niet veranderen als je meer of minder gaat produceren. (huur van je gebouw)

formule:
(vaste kosten+variabele kosten) / aantal producten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Verkoopprijs berekenen
Inkoopprijs =  onderdeel van de kostprijs

Inkoopprijs
brutowinst + (kosten+winst)
Verkoopprijs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Consumentenprijs berekenen
Verkoopprijs
btw  +
Consumentenprijs
Verkoopprijs 
100%
BTW 
9% OF 21%
Consumentenprijs

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. alles in een.
kostprijs/ Inkoopprijs                               €                   
Winst (bruto winst marge)                     €                   +
Verkoopprijs Exc. BTW (100%)              €
BTW                                       (9/21%)            €                  + 
Consumentenprijs         (109/121%)      €   

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de kostprijs voor een autoband
Vaste kosten € 7,5 miljoen
Variabele kosten € 2 miljoen
Aantal autobanden 100.000 stuks
Wat is de kostprijs

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een auto van 10.000 euro gekocht. Na een 10 jaar is hij nog 500 euro waard. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Apple airpods kosten 55 euro om te produceren.
Apple hanteert een brutowinstmarge van 80% over de kostprijs.
Bereken de brutowinstmarge van de kostprijs en consumentenprijs in euro's

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 1,37 (btw 9%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De prijs exclusief 21% €2.662, wat is de prijs inclusief btw.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 29,95 (btw 21%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 1 
opdrachten 5 t/m 10
Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Kijk alvast vooruit naar hoofdstuk 3 rekenparagraaf  blz 96
LET OP! 
Stoplicht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
timer
8:00
Wat ga je doen
Controle antwoorden
+ vragen stellen 
Hoe ga je dit maken?
Keuze 1 :
Klassikaal vragen stellen en nakijken

Keuze 2:
Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?
Bekijk alvast paragraaf 2.2
LET OP! 
Stoplicht

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rustmoment
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3
Ben jij ondernemend?




3.1 Wat zijn de kosten?
3.2 Wat levert het op?
3.3 Vraag en aanbod.
3.4 Macht op de markt?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
3.2
Aan het einde van deze les weet je...
...  wat de begrippen omzet, inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst (resultaat) betekenen en hoe deze te herkennen.
...Wat arbeidsproductiviteit is en door wat deze kan veranderen.
...wat productiecapaciteit is en door wat  deze kan veranderen.


Rekenen:
heb je de formules opgeschreven en geoefend
... nettoresultaat berekenen.
... arbeidsproductiviteit berekenen




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
  1. Omzet = verkoopopbrengst -> al het geld dat je van de klant/consument ontvangt.
  2. Inkoopwaarde = het totaal aan geld dat je uitgeeft tbv je productie, je winkelvoorraad. 
  3. Brutowinst = De 'bijna' winst. Het geld dat je overhoudt na het betalen van de inkoopkosten.

  4. Bedrijfskosten = De kosten die er altijd zijn. Hoe hoog je productie of hoeveel producten je inkoopt.  vb. Arbeidskosten.
  5. Nettoresultaat = De winst van het bedrijf. Het geld dat overblijft of tekort is  nadat alle kosten zijn betaald. Het geld dat het bedrijf heeft verdient of verliest. (winst/verlies)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 2
opdrachten 1 t/m 4

Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Bekijk en maak de rest.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules
hoofdstuk 3 - paragraaf 2

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettoresultaat  
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit
  • arbeidsproductiviteit
  • productie per persoon in een bepaalde tijd   (dus hoeveel produceert één werknemer)
  • - om zoveel mogelijk winst te behalen, wil je een zo'n hoog mogelijke arbeidsproductiviteit

  • arbeidsproductiviteit verhogen door:
  • technologische ontwikkeling, zoals automatisering en mechanisering
  • betere arbeidsverdeling (wie doet wat, specialisatie)
  •  scholing
  • prestatiebeloning (bonus)

    FORMULE -> arbeidsproductiviteit = totale productie per periode : aantal werkenden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 2 
opdrachten 

2,3,4,7,8
Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Kijk alvast vooruit naar hoofdstuk 3 rekenparagraaf  blz 96
LET OP! 
Stoplicht

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer uit het werkboek werken

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Neem je spullen mee!!


hoofdstuk 3 PAR 1 - OPDR 5 T/M 10 
HOOFDSTUK 3  PAR 2  OPDR 2,,3,4,78

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan de bel gaat.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies