Kapitel 3, Lektion 5

Herzlich Willkommen!
2H
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
2H

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Duitse jeugdjournaal kijken
Uitleggen + informatie over project 
(Kort) de tijd om te werken aan project
Opdrachten maken 
Tschüss!

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les...
... heb ik gekeken naar het Duitse jeugdjournaal. 
... weet ik wat het project voor Duits inhoudt. 
... heb ik een klein begin gemaakt aan het project. 
... heb ik gewerkt aan de opdrachten van Lektion 3.5. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Uitleg project

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat?
Maak van Lektion 3.5: 
- Aufgabe 1 t/m 13
Tijd
Eerste 10 minuten = in stilte
Tweede 5 minuten = met overleg
Klaar?
Maak de woordtrainer van Lektion 3.5. 
Opdrachten maken
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Tschüss!
... weet ik wat het project voor Duits inhoudt.
... heb ik een klein begin gemaakt aan het project.
... heb ik gewerkt aan de opdrachten van Lektion 3.5. 

Slide 7 - Tekstslide

Herzlich Willkommen!
2H

Slide 8 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Uitleg Grammatik E 
Opdrachten maken 
Blooket
Tschüss

Slide 9 - Tekstslide

Aan het eind van deze les...
... weet ik wat de derde naamval is en wanneer ik hem moet gebruiken. 
... heb ik gewerkt aan de opdrachten van Lektion 3.5.
... heb ik de woorden van Lektion 3.4 herhaald (Blooket).

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg Grammatik E
Onderwerp = 1e naamval 
Meewerkend voorwerp = 3e naamval 
Lijdend voorwerp = 4e naamval 

Meewerkend voorwerp = aan/voor + wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg Grammatik E
De der-Gruppe: 
der, die, das, dies- (deze), jed- (ieder-), manch- (sommig-), solch- (zulk-), welch- (welk-), all- (alle)


Naamval
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
3e

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg Grammatik E
De ein-Gruppe:
ein-, kein- (geen), mein- (mijn), dein- (jouw), sein- (zijn), ihr- (haar), unser- (ons/onze), euer- (jullie), ihr- (hun), Ihr- (uw)


Naamval
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
3e

Slide 13 - Tekstslide

Der Lehrer erzählt den Schülern eine Geschichte.
Wat staat in de eerste naamval?

Slide 14 - Open vraag

Der Lehrer erzählt den Schülern eine Geschichte.
Wat staat in de vierde naamval?

Slide 15 - Open vraag

Der Lehrer erzählt den Schülern eine Geschichte.
Wat staat in de derde naamval?

Slide 16 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat?
Maak van Lektion 3.5: 
- Aufgabe 1 t/m 13
- Aufgabe 7a hoeft niet!
Tijd
Eerste 10 minuten = in stilte
Tweede 15 minuten = met overleg
Klaar?
Maak de woordtrainer van Lektion 3.5. 
Opdrachten maken
timer
25:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Tschüss!
Aan het eind van deze les: 
... weet ik wat de derde naamval is en wanneer ik hem moet gebruiken.
... heb ik gewerkt aan de opdrachten van Lektion 3.5.
... heb ik de woorden van Lektion 3.4 herhaald (Blooket).

Slide 19 - Tekstslide