Examenvaardigheden 7

Welkom 5HA

Leg je examenbundel, pen en papier op tafel. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom 5HA

Leg je examenbundel, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

11 Argumentatie en argumentatieschema's
Je kunt de argumentatiestructuur en het argumentatieschema benoemen. 

Oefenen met de tekst

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatiestructuur: manier waarop argumentatie is opgebouwd.

Argumentatiestructuren:
- Enkelvoudig
- Onderschikkend
- Nevenschikkend

Slide 3 - Tekstslide

Op dat feestje stond de muziek stond heel hard en ik kan niet goed tegen veel geluid. Ik vond het dus geen leuke avond.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 4 - Quizvraag

Regelmatige lichaamsbeweging verbetert de werking van het hart. Het is belangrijk om elke dag minstens 30 minuten te bewegen.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 5 - Quizvraag

Het openbaar vervoer draagt bij aan een duurzamere samenleving, omdat het minder milieubelastend dan met de auto gaan. De overheid moet dus meer investeren in openbaar vervoer.


A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 6 - Quizvraag

Het is belangrijk om een fietshelm te dragen. Een fietshelm vermindert de kans op ernstig hoofdletsel bij een ongeval en vergroot het gevoel van veiligheid


A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 7 - Quizvraag

Argumentatieschema:
Geeft het verband aan tussen standpunt en argument.

- causaliteit
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
- vergelijking
- voorbeelden
- autoriteit

Slide 8 - Tekstslide

Wij komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking
D
autoriteit

Slide 9 - Quizvraag

Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je naar de dokter gaat. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.
A
voorbeeld
B
causaliteit
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 10 - Quizvraag

Om de gezondheid van leerlingen te verbeteren, zouden scholen meer sportactiviteiten moeten organiseren.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 11 - Quizvraag

De prijzen voor kaartjes van voetbalwedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor theatervoorstellingen duurder zullen worden.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het standpunt van Alice Garritsen?
Wat is haar argument?
Welk argumentatieschema herken je? 
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Examenvaardigheden 8
Kijk de opdracht 29 t/m 32 na van een klasgenoot (blz. 80).


Geef per vraag punten.

Let op:
- Zijn de zinnen volledig?
- Zijn de zinnen goed geformuleerd?
- Zijn de woorden juist gespeld?
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Vertaal de woorden of schrijf de betekenis op. 
volière
arbeidsintensief
sollicitatieplicht
basisinkomen
ontwrichtend
inventiviteit
autonomie
ambitie
Klaar? Lees de tekst op blz. 81. 
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Maak opdracht 33 t/m 36.

Klaar? Werk verder. 

Slide 16 - Tekstslide