21 jan - D3. Gelijktijdigheid (opg. 12 -14)

V5natk3 - Goedemorgen!
Deze les:
  • D.3 Gelijktijdigheid
  • Twee referentiestelsels in een ruimtetijd-diagram
  • Opg. 12 - 14
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V5natk3 - Goedemorgen!
Deze les:
  • D.3 Gelijktijdigheid
  • Twee referentiestelsels in een ruimtetijd-diagram
  • Opg. 12 - 14

Slide 1 - Tekstslide

Gedachtenexperiment met Tracy, Esmay en Jorn
.. is dit een didactisch beter voorbeeld
dan Einsteins bliksem op het perron?
of is dit anders? (en de trein met sensoren gelijk aan bliksem?)
Hoe doet Bais het?

Slide 2 - Tekstslide

Referentiestelsel van Esmay: 
B en D gelijktijdig
Referentiestelsel van Tracy: 
B en D niet gelijktijdig

Slide 3 - Tekstslide

Wat is hier aan de hand?
  • Voor Tracy bewegen Esmay en Jorn naar rechts.
  • Voor Tracy heeft het licht meer tijd nodig om bij Jorn te komen, 'om Jorn in te halen'.
  • De lichtsnelheid is nog steeds altijd gelijk voor alle waarnemers, maar voor Tracy moet het licht meer afstand afleggen om Jorn te bereiken.
  • Resultaat: Gelijktijdigheid is niet voor alle waarnemers hetzelfde.

Slide 4 - Tekstslide

Twee referentiestelsels in één diagram

Slide 5 - Tekstslide

Constructie x'-as van de bewegende waarnemer
Twee manieren:
  1. De hoek 𝛼 met de tijd-as (=wereldlijn) uitzetten als hoek met de ruimte-as 
  2. Spiegelen in de wereldlijn van de foton 
𝛼
𝛼
)
)

Slide 6 - Tekstslide

Tijd- en plaatscoördinaten in het "bewegende" stelsel
  • Aflezen van een tijd-coördinaat doe je weer door evenwijdig aan de x-as naar de tijd-as te gaan.
  • En dat is voor het schuine referentiestelsel van de bewegende waarnemer niet meer horizontaal!
  • Aflezen plaats-coördinaat van een gebeurtenis: evenwijdig aan de tijd-as naar de plaats-as. Hiermee bepaal je of twee gebeurtenissen op dezelfde plaats zijn gebeurd.

Slide 7 - Tekstslide

12a. Voor William zijn op dezelfde plaats gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
Geen

Slide 8 - Quizvraag

12b. Voor William zijn op dezelfde tijd gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
EDC

Slide 9 - Quizvraag

12c. Voor Jurgen zijn op dezelfde plaats gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
FE, BD en AC

Slide 10 - Quizvraag

ct'

Slide 11 - Tekstslide

12d. Voor Jurgen zijn op dezelfde tijd gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
FC

Slide 12 - Quizvraag

De ct'-as van Jurgen is gegeven. Hoe construeer je de x'-as van Jurgen?
ct'
x'

Slide 13 - Tekstslide

De ct'-as van Jurgen is gegeven. Hoe construeer je de x'-as van Jurgen?
ct'
x'
)
)
𝛼
𝛼

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

14b. 
"Bereken de afstand die de kogel in het referentiestelsel van de kogel aflegt"


?

Slide 24 - Tekstslide

14b. Een waarnemer staat toch stil in zijn eigen referentiestelsel!?
A
Altijd juist
B
Juist als de waarnemer stil staat
C
Onjuist
D
Geen algemene uitspraak mogelijk

Slide 25 - Quizvraag

14b. De afstand die de kogel in zijn eigen referentiestelsel aflegt bereken je met
A
s = v . t
B
lengtekrimp
C
tijdrek en dan s = v . t
D
afstand = 0 m

Slide 26 - Quizvraag

14b. Gecorrigeerde formulering
"Hoe groot is de afstand van de schutter tot de bierfles in het
referentiestelsel van de kogel?"

Slide 27 - Tekstslide

14b. De afstand schutter-fles is in het referentiestelsel van de kogel groter dan in het referentiestel van de schutter.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide