In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
V5natk3 - Goedemorgen!
Deze les:
D.3 Gelijktijdigheid
Twee referentiestelsels in een ruimtetijd-diagram
Opg. 12 - 14
Slide 1 - Tekstslide
Gedachtenexperiment met Tracy, Esmay en Jorn
.. is dit een didactisch beter voorbeeld
dan Einsteins bliksem op het perron?
of is dit anders? (en de trein met sensoren gelijk aan bliksem?)
Hoe doet Bais het?
Slide 2 - Tekstslide
Referentiestelsel van Esmay:
B en D gelijktijdig
Referentiestelsel van Tracy:
B en D niet gelijktijdig
Slide 3 - Tekstslide
Wat is hier aan de hand?
Voor Tracy bewegen Esmay en Jorn naar rechts.
Voor Tracy heeft het licht meer tijd nodig om bij Jorn te komen, 'om Jorn in te halen'.
De lichtsnelheid is nog steeds altijd gelijk voor alle waarnemers, maar voor Tracy moet het licht meer afstand afleggen om Jorn te bereiken.
Resultaat: Gelijktijdigheid is niet voor alle waarnemers hetzelfde.
Slide 4 - Tekstslide
Twee referentiestelsels in één diagram
Slide 5 - Tekstslide
Constructie x'-as van de bewegende waarnemer
Twee manieren:
De hoek 𝛼 met de tijd-as (=wereldlijn) uitzetten als hoek met de ruimte-as
Spiegelen in de wereldlijn van de foton
𝛼
𝛼
)
)
Slide 6 - Tekstslide
Tijd- en plaatscoördinaten in het "bewegende" stelsel
Aflezen van een tijd-coördinaat doe je weer door evenwijdig aan de x-as naar de tijd-as te gaan.
En dat is voor het schuine referentiestelsel van de bewegende waarnemer niet meer horizontaal!
Aflezen plaats-coördinaat van een gebeurtenis: evenwijdig aan de tijd-as naar de plaats-as. Hiermee bepaal je of twee gebeurtenissen op dezelfde plaats zijn gebeurd.
Slide 7 - Tekstslide
12a. Voor William zijn op dezelfde plaats gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
Geen
Slide 8 - Quizvraag
12b. Voor William zijn op dezelfde tijd gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
EDC
Slide 9 - Quizvraag
12c. Voor Jurgen zijn op dezelfde plaats gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
FE, BD en AC
Slide 10 - Quizvraag
ct'
Slide 11 - Tekstslide
12d. Voor Jurgen zijn op dezelfde tijd gebeurtenissen
A
BD
B
EC
C
AD
D
FC
Slide 12 - Quizvraag
De ct'-as van Jurgen is gegeven. Hoe construeer je de x'-as van Jurgen?
ct'
x'
Slide 13 - Tekstslide
De ct'-as van Jurgen is gegeven. Hoe construeer je de x'-as van Jurgen?
ct'
x'
)
)
𝛼
𝛼
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
14b.
"Bereken de afstand die de kogel in het referentiestelsel van de kogel aflegt"
?
Slide 24 - Tekstslide
14b. Een waarnemer staat toch stil in zijn eigen referentiestelsel!?
A
Altijd juist
B
Juist als de waarnemer stil staat
C
Onjuist
D
Geen algemene uitspraak mogelijk
Slide 25 - Quizvraag
14b. De afstand die de kogel in zijn eigen referentiestelsel aflegt bereken je met
A
s = v . t
B
lengtekrimp
C
tijdrek en dan s = v . t
D
afstand = 0 m
Slide 26 - Quizvraag
14b. Gecorrigeerde formulering
"Hoe groot is de afstand van de schutter tot de bierfles in het
referentiestelsel van de kogel?"
Slide 27 - Tekstslide
14b. De afstand schutter-fles is in het referentiestelsel van de kogel groter dan in het referentiestel van de schutter.