winkel les 4

Winkel les 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Winkel les 4

Slide 1 - Tekstslide

foodproducten
producten die je kunt eten of drinken.

Non-foodproducten zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 2 - Tekstslide

Non-food producten zijn de producten die je kunt eten
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeelden van non-food zijn:
A
bamisoep
B
ijsjes
C
wasverzachter
D
kauwgom

Slide 4 - Quizvraag

winkelverkoop
de artikelen worden in een winkel verkocht.


Slide 5 - Tekstslide

niet-winkelverkoop
Het is geen echte winkel, maar er zijn wel artikelen te koop.
Voorbeelden zijn: een oliebollenkraam, marktkraam of een webshop.

Slide 6 - Tekstslide

Noem voorbeelden van niet-winkelverkoop.

Slide 7 - Woordweb

Wat is een artikelgroep??
A
Producten met dezelfde prijs
B
Producten in dezelfde winkel
C
Producten die bij elkaar horen
D
Producten die over de datum zijn

Slide 8 - Quizvraag

een artikelgroep.
een artikelgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen.

Slide 9 - Tekstslide

zuivel

Slide 10 - Woordweb

Welke soorten winkels ken je?
Een voorbeeld is: warenhuis

Slide 11 - Open vraag

De Hema en Bijenkorf zijn voorbeelden van een....
A
Speciaalzaak
B
Warenhuis
C
Bouwmarkt
D
Supermarkt

Slide 12 - Quizvraag

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals handdoeken, washandje, gastendoek en vaatdoek noemen we....
Alle winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen noemen we....
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Branche
Winkelvormen

Slide 13 - Sleepvraag

Bedieningssysteem: 

de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 14 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 15 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 16 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 17 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een winkel waar de klant volledig wordt geholpen:
A
bakker
B
Intratuin
C
Gamma
D
kledingwinkel

Slide 18 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een winkel waar de klant semi-bediening kan krijgen.

Slide 19 - Open vraag

Waar kan een klant zichzelf bedienen? (behalve met betalen)
A
Praxis
B
In de Plus
C
Ikea

Slide 20 - Quizvraag

Verschil in winkels: Service en prijs
Service: betekent dat de klant iets extra`s krijgt. 
De klant krijgt dan meer advies of ze bieden extra dingen aan de klant aan.

Voorbeelden?

Dat zorgt er wel voor dat de prijzen vaak hoger zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bedrijven in de handel kunnen verschillen in prijs en service.

Heeft Primark een prijsdistributie of servicedistributie?

Slide 24 - Open vraag

Bedrijven in de handel kunnen verschillen in bedieningssysteem.

Heeft Albert Heijn een zelfbediening-, een semi-zelfbediening of bedieningssysteem?

Slide 25 - Open vraag

Rondvraag:
Welke begrippen / woorden hebben we vandaag besproken?

Slide 26 - Tekstslide

Rondvraag:
Hoe is de les vandaag gegaan? Heb je je best gedaan? Of wat kun je beter doen een volgende les?

Slide 27 - Tekstslide