1a De winkel van dichtbij

Verschil in Winkelvorm
De winkelvorm heeft te maken met het soort winkel.
Een voorbeeld is een supermarkt, maar je kan ook denken aan een bouwmarkt, een tuincentrum, een warenhuis of een speciaalzaak.

Geef op de volgende dia een voorbeeld van een speciaalzaak.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktijkonderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verschil in Winkelvorm
De winkelvorm heeft te maken met het soort winkel.
Een voorbeeld is een supermarkt, maar je kan ook denken aan een bouwmarkt, een tuincentrum, een warenhuis of een speciaalzaak.

Geef op de volgende dia een voorbeeld van een speciaalzaak.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speciaalzaken

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Produckten (= artikelen) die een winkel verkoop kan je verdelen in:
Food: Alles wat je kan eten of drinken
Non-food: Alles wat je niet kan eten of drinken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 non-food producten uit de supermarkt.

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Winkelverkoop:
verkoop van artikelen in een winkel.

Niet-winkelverkoop:
Verkoop van artikelen, maar niet vanuit een winkel. Denk aan een oliebollenkraam, marktkraam of webshop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in grootte
Kleinbedrijf

Middenbedrijf

Grootwinkelbedrijf

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in Assortiment:
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk artikelen
uit het assortiment van de HEMA

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Artikelgroep
Een artikelgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen:
De artikelgroep Dameslaarzen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in Branche
Alle winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen:
De Bruma: (kantoor) boekhandel.
Blokker: Gemengde branche.
Only: Modezaken.
Welkoop: Tuin, dier en buiten.

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijk zijn de hoofdbranches:
Detailhandel food en
Detailhandel non-food
Opdrachten maken.
Lees de tekst op bladzijde 13 t/m 26 nog eens door
en maak de opdrachten die er bij horen.

- Je mag samenwerken-

Als je klaar bent ga je oefenen met kassatraining tot dat iedereen zover is.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in Bedieningssysteem
De manier waarop je de klant in de winkel helpt.
- Zelfbediening
- Semie-zelfbediening
- Bediening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een winkel met zelfbediening.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een winkel met semi-zelfbediening.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een winkel met bediening.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in prijs en service (1)
Servicedistributie:
De klant krijgt iets extra's, bijvoorbeeld:
Voldoende personeel, prettige winkelomgeving, luxe artikelen.
De prijzen liggen vaak hoger.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in prijs en service (2)
Prijsdistributie:
De artikelen moeten zo goedkoop mogelijk zijn.
Weinig personeel, Niet uitdagende winkelomgeving.

De prijzen liggen vaak lager.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag klant
Prijsdistributie
Servicedistributie
Boodschappen doen
Routinematig
Doelmatig
Rationeel
Winkelen
Impulsief
Gezellig
Emotioneel

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken.
Lees de tekst op bladzijde 27 t/m 31 nog eens door
en maak de opdrachten die er bij horen.

- Je mag samenwerken-

Als je klaar bent ga je oefenen met kassatraining tot dat iedereen zover is.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies