winkel les 4

Winkel les 4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Winkel les 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?
herhaling vorige keer

Slide 2 - Tekstslide

Non-food producten kan je eten
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

foodproducten
producten die je kunt eten of drinken.

Non-foodproducten zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 4 - Tekstslide

Het assortiment van een winkel is
A
Hoeveel mensen er komen
B
De mensen aan wie je wat wil verkopen
C
De spullen die een winkel verkoopt
D
De winst die een winkel maakt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een artikelgroep??
A
Producten met dezelfde prijs
B
Producten in dezelfde winkel
C
Producten die bij elkaar horen
D
Producten die over de datum zijn

Slide 6 - Quizvraag

Een slogan is
A
Een toetje
B
Een merk
C
Een foto van het merk
D
Een zin die iets zegt over het merk

Slide 7 - Quizvraag

De Hema en Bijenkorf zijn voorbeelden van een....
A
Speciaalzaak
B
Warenhuis
C
Bouwmarkt
D
Supermarkt

Slide 8 - Quizvraag

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals handdoeken, washandje, gastendoek en vaatdoek noemen we....
Alle winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen noemen we....
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Branche
Winkelvormen

Slide 9 - Sleepvraag

Welke vormen winkels zijn er

Slide 10 - Tekstslide

winkelverkoop
de artikelen worden in een echte winkel verkocht. 


Slide 11 - Tekstslide

niet-winkelverkoop
Het is geen echte winkel, maar je kan er wel dingen kopen. Bijvoorbeeld
een oliebollenkraam, marktkraam of een webshop.

Slide 12 - Tekstslide

Noem voorbeelden van niet-winkelverkoop.

Slide 13 - Woordweb

Bedieningssysteem: 

de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 14 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 15 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 16 - Tekstslide

Bedieningssysteem: de manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 17 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een winkel waar de klant helemaal wordt geholpen:
A
bakker
B
Intratuin
C
Gamma
D
kledingwinkel

Slide 18 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een winkel waar de klant semi-bediening kan krijgen.

Slide 19 - Open vraag

Waar kan een klant zichzelf bedienen? (behalve met betalen)
A
Praxis
B
In de Plus
C
Ikea

Slide 20 - Quizvraag

Verschil in winkels: Service en prijs
Service: betekent dat de klant iets extra`s krijgt. 
De klant krijgt dan meer advies of ze bieden extra dingen aan de klant aan.

Voorbeelden?

Dat zorgt er wel voor dat de prijzen vaak hoger zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Winkels kunnen verschillen in prijs en service.

Heeft Primark een prijsdistributie of servicedistributie?

Slide 24 - Open vraag

Winkels kunnen verschillen in bedieningssysteem.

Heeft Albert Heijn een zelfbediening-, een semi-zelfbediening of bedieningssysteem?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Rondvraag:
Welke begrippen / woorden hebben we vandaag besproken?

Slide 28 - Tekstslide

Rondvraag:
Hoe is de les vandaag gegaan? Heb je je best gedaan? Of wat kun je beter doen een volgende les?

Slide 29 - Tekstslide