Ecce!
Veniunt Niobe et ancillae.
"Cur Latonam colitis?", rogat Niobe.
"Maritus meus filius Iovis est.
Habemus regiam magnam
et multum aurum.
Kijk!
(Daar) komen Niobe en (haar) slavinnen.
"Waarom vereren jullie Latona", vraagt Niobe?
"Mijn man / echtgenoot is een / de zoon van Jupiter.
Wij hebben een groot paleis
en veel goud.