Herhaling lezen jaar 1 Nieuw Nederlands 7e editie H2

Opfriscursus jaar 1
Stof paragraaf 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opfriscursus jaar 1
Stof paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Lees (en luister) strategieën en woordraadstrategieën

Slide 2 - Tekstslide

Ik wil weten tot hoe laat de supermarkt vanavond open is. Welke leesstrategie kies ik?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 3 - Quizvraag

Ik ben ontzettend fan van het merk Nike. Elke tekst die over Nike gaat, lees ik graag! Hoe lees ik?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 4 - Quizvraag

Om erachter te komen of dit boek mij leuk lijkt, lees ik alleen de achterkant en bekijk ik de kaft. Hoe lees ik?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 5 - Quizvraag

Ik lees alleen de eerste en de laatste zinnen van de alinea. Hoe lees ik?
A
Zoekend
B
Globaal
C
Oriënterend
D
Precies

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer ik een woord tegen kom dat ik niet ken, zijn er een aantal dingen die ik kan doen. Noem er minstens 3:

Slide 7 - Open vraag

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 8 - Tekstslide

Even herhalen:
Wat is een hoofdgedachte ook alweer?

Slide 9 - Woordweb

Wat is het onderwerp van
de tekst?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks.

zo vind je het onderwerp van een tekst:
- lees de tekst oriënterend
- geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte van de tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. Dus in één zin waar de hele tekst over gaat.

Let op! de hoofdgedachte is nooit een vraag!
Zo vind je de hoofdgedachte:
- lees de tekst precies
- kijk aan het begin en aan het einde van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 14 - Tekstslide

De hoofdgedachte geeft antwoord op de volgende vraag:
A
Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
B
Wat is de mening van de schrijver?
C
D
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 15 - Quizvraag

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 16 - Tekstslide

Het doel van een verhaal, mop of strip is om de lezer te:
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
instrueren

Slide 17 - Quizvraag

Het doel van een advertentie of flyer is om de lezer te:
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 18 - Quizvraag

Het doel van een bijsluiter bij een medicijn of spelregels is om de lezer te:
A
Amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren

Slide 19 - Quizvraag

Tekstdoelen en tekstsoorten
Elke tekst wordt geschreven met een doel: de schrijver wil iets bereiken. Er zijn vijf tekstdoelen: amuseren, informeren, instrueren, overtuigen, activeren

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide