Herhalen bs 1 t/m 3

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen

Slide 1 - Quizvraag

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rode bloedcellen en etter

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 3 - Quizvraag


Wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 4 - Quizvraag

Samenstelling bloed

Slide 5 - Tekstslide

Zet de typen bloedvaten op de juist plaats.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 6 - Sleepvraag

Welke slagader bevat zuurstofarm bloed?
A
beenslagader
B
halsslagader
C
darmslagader
D
longslagader

Slide 7 - Quizvraag

Buitenaanzicht van het hart
onderste holle ader
kransslagader
rechterboezem
aorta
longslagader

Slide 8 - Sleepvraag

Wat gebeurt er tijdens de hartpauze?
A
Je hebt dan een hartstilstand
B
De boezems en kamers vullen zich met bloed
C
Niets, het is een pauze
D
Het bloed loopt het hard uit

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de stand van de kleppen in het hart.
Welke fase(n) van de hartslag kan deze tekening weergeven?
A
Samentrekken van de boezems en de hartpauze
B
Samentrekken van de kamers
C
Samentrekken van de kamers en de hartpauze
D
Samentrekken van de boezems

Slide 10 - Quizvraag

Slagader in de kleine bloedsomloop
Ader in de kleine bloedsomloop
Slagader in de grote bloedsomloop
Ader in de grote bloedsomloop
Geef aan in de tabel of de bloedvaten zuurtstofarm of rijk bloed bevatten
Zuurstofarm
Zuurstofarm
Zuurstofrijk
Zuurstofrijk

Slide 11 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 12 - Tekstslide

Slagaders lopen van het hart naar een orgaan, aders lopen van een orgaan naar het hart. Welk bloedvat uit de afbeelding is hierop een uitzondering?
A
Onderste holle ader
B
Dikke darmslagader
C
Leverader
D
Poortader

Slide 13 - Quizvraag


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 14 - Quizvraag

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 15 - Quizvraag

Aders
Slagaders
Haarvaten
Gaat naar het hart toe
Gaat van het hart af
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 16 - Sleepvraag

Benoem bloedvat 5
(1 woord)

Slide 17 - Open vraag

Benoem bloedvat 2
(1 woord)

Slide 18 - Open vraag

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten (je gebruikt ze niet allemaal!)
4
1
2
5
3
6
7
8
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader
Beenader
Halsslagader
Hoofdslagader
Nierader
Onderste holle ader

Slide 19 - Sleepvraag

Zet de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de goede volgorde.
start: nierader
Longader
rechter boezem
Onderste holle ader
Longhaarvaten
Rechter kamer
Longslagader
Linker boezem
Linkerkamer
Aorta

Slide 20 - Sleepvraag

Door welke bloedvaten stroomt het bloed als het van je hoofd naar je been gaat? Sleep de bloedvaten in de juiste volgorde naar de vakken 1 t/m 6. 
beenslagader
bovenste holle ader
hoofdader
aorta
longslagader
longader

Slide 21 - Sleepvraag

Over welk(e) onderwerpen willen jullie extra uitleg?
Noem specifieke onderwerpen.
'Alles' is geen antwoord.

Slide 22 - Open vraag