Beeldspraak en Vergelijkingen

De vergelijking 
Thema 2 Gezondheid 
Hoofdstuk 1 woordenschat 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

De vergelijking 
Thema 2 Gezondheid 
Hoofdstuk 1 woordenschat 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je figuurlijk taalgebruik en vergelijkingen herkennen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over figuurlijk taalgebruik en vergelijkingen?

Slide 3 - Woordweb

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Figuurlijk taalgebruik is het gebruik van woorden of zinnen die niet letterlijk bedoeld zijn, maar een figuurlijke betekenis hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voorbeeld: 'Het regent pijpenstelen'
In deze zin betekent 'het regent pijpenstelen' dat het heel hard regent, niet dat er daadwerkelijk pijpenstelen uit de lucht vallen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn vergelijkingen?
Vergelijkingen zijn zinnen waarin twee dingen met elkaar worden vergeleken door gebruik te maken van woorden als 'als', 'zoals' of 'net als'.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: 'Hij is zo sterk als een beer'
Deze zin vergelijkt de kracht van 'hem' met die van een beer, om aan te geven dat hij heel sterk is.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht: Herken de figuurlijke taal!
Lees de zinnen op de volgende slides en bepaal of ze figuurlijk of letterlijk zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Zin 1: 'Mijn buurman heeft een hart van goud'
Is deze zin figuurlijk of letterlijk? Noteer je antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Zin 2: 'Zij lacht als een zonnetje'
Is deze zin figuurlijk of letterlijk? Noteer je antwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak het werkblad over de vergelijkingen. 
Daarna maak je opdracht 5 en 6 op blz. 95, 96 en 97 van je boek.

Slide 12 - Tekstslide

Klaar?
Kies een vergelijking met een dier uit 
en teken de vergelijking. 

Slide 13 - Tekstslide