4BB Thema 4 Voeding en vertering

Basisstof 1: voedsel
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 1: voedsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel

Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Voedselproductie: bacterien en schimmels

Slide 3 - Tekstslide

Voedsel conserveren

Slide 4 - Tekstslide

Voedingstoffen bevatten voedingsmiddelen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar,
voedingsvezels zijn voedingstoffen.
A
ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel verschillende voedingstoffen zijn er?
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 8 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 9 - Quizvraag

welke voedingstoffen worden afgebroken in de mond
A
Koolhydraten
B
Vitaminen
C
Eiwitten
D
Vetten

Slide 10 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 11 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 12 - Quizvraag

Een functie van deze voedingstoffen is het verzorgen van energie
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 13 - Quizvraag

Welke voedingstoffen zie je hier vooral?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitaminen

Slide 14 - Quizvraag

Opdrachten maken!

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel

Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 16 - Tekstslide

Basisstof 2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Alles wat je eet en drinkt is een voedingsmiddel

Ze kunnen plantaardig zijn of dierlijk

Let op: Ook melk, eieren, kaas etc. is dierlijk!

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voedingsmiddelen zijn

Je kunt verschillende voedingsstoffen benoemen

Je kunt functies van deze voedingsstoffen benoemen

Slide 18 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Dit zijn de stoffen die in je voedingsmiddelen zitten:
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Vitaminen
Mineralen

Slide 19 - Tekstslide

Voedingsvezel

Soms ook voedingsvezel: dat is geen voedingsstof
Helpen je darmen goed te bewegen en helpen de stoelgang

Slide 20 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Bouwstoffen: Deze heb je nodig om cellen te maken (alle voedingsstoffen)

Brandstoffen: Stoffen die je nodig hebt om aan verbranding te doen (energie te krijgen) (koolhydraten, vetten en eiwitten)

Reservestoffen: Stoffen die je opslaat voor later (koolhydraten en vetten)

Beschermende stoffen: Zorgen ervoor dat je gezond blijft (mineralen en vitaminen)

Slide 21 - Tekstslide

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 22 - Quizvraag

Wat is conserveren?
A
Omstandigheden ongunstig maken voor schimmels en bacteriën
B
Het vermeerderen van schimmels en bacteriën
C
Voedsel opeten
D
Omstandigheden gunstig maken voor schimmels en bacteriën

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen manier van conserveren?
A
Koel bewaren
B
Luchtdicht verpakken
C
Pasteuriseren
D
Castreren

Slide 24 - Quizvraag

Voedingsstof aantonen

Indicator

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voedingsmiddelen zijn

Je kunt verschillende voedingsstoffen benoemen

Je kunt functies van deze voedingsstoffen benoemen

Slide 26 - Tekstslide

Basisstof 3: gezonde voeding

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)

Je kunt uitleggen wat kilocalorie inhoudt

Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft

Slide 28 - Tekstslide

Gezond eten
Variatie
Veilig voedsel: Is je voedsel besmet dan kun je een voedselvergiftiging oplopen

Slide 29 - Tekstslide

Adviezen en schijf van vijf

Slide 30 - Tekstslide

Hoeveel moet je eten?

Kilocalorie
(kcal)

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel moet je eten

Hangt of van hoeveel je beweegt

Slide 32 - Tekstslide

Dik of dun
Als je meer beweegt dan dat je eet: te dun
Als je meer eet dan je beweegt: te dik

Sommige mensen schatten zichzelf verkeerd in:
die kunnen een eetstoornis krijgen

Slide 33 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)

Je kunt uitleggen wat kilocalorie inhoudt

Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft

Slide 35 - Tekstslide

Basisstof 5: De organen voor vertering

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de speekselklieren doen

Je kunt uitleggen wat maag, lever, galblaas, alvleesklier en darmen doen

Je kunt uitleggen hoe de maag en darmen precies werken

Slide 37 - Tekstslide

Speeksel en enzymen

Slide 38 - Tekstslide

Slikken

Slide 39 - Tekstslide

De maag

Slide 40 - Tekstslide

Organen

Slide 41 - Tekstslide

Dunne darm

Slide 42 - Tekstslide

Blinde darm, dikke darm, endeldarm

Slide 43 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 44 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de speekselklieren doen

Je kunt uitleggen wat maag, lever, galblaas, alvleesklier en darmen doen

Je kunt uitleggen hoe de maag en darmen precies werken

Slide 45 - Tekstslide

Basisstof 6: Planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 46 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen kiezen en tanden

Je kunt de onderdelen van de tand benoemen

Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 47 - Tekstslide

Onderdelen gebit

Slide 48 - Tekstslide

Kiezen en tanden

Slide 49 - Tekstslide

Tandplak

Slide 50 - Tekstslide

Tandsteen

Slide 51 - Tekstslide

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 52 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 53 - Tekstslide