H.2 Woordenschat - Stijlfiguren: Hyperbool, understatement en eufemisme keuw

Woordenschat H.2 - Stijlfiguren (2)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H.2 - Stijlfiguren (2)

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen: les 1
Wat weet je nog van:
herhaling - tegenstelling - opsomming - drieslag - climax - omgekeerde drieslag?

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een herhaling:

Slide 3 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een tegenstelling:

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een opsomming:

Slide 5 - Open vraag

Met bloed, zweet en tranen maakten wij de lastige spellingtoets van Nederlands.

In deze zin zit een:
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 6 - Quizvraag

De trainer werd eerst boos, toen kwaad, daarna woedend op Diederik.

In deze zin zit een:
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 7 - Quizvraag

Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

In deze zin zit een:
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 8 - Quizvraag

H.2 Stijlfiguren
hyperbool - understatement - eufemisme

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Stijlfiguren

Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker, net als beeldspraak en uitdrukkingen. 
Stijlfiguren gebruik je om iets te benadrukken. 

       Les 1: Herhaling, tegenstelling en opsomming
       Les 2: Hyperbool, understatement en eufemisme

Slide 11 - Tekstslide

Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.
We hebben ons kapot gelachen.

Zijn ogen vielen uit zijn kassen toen hij zag dat iemand zijn auto had gestolen.

Tijdens de eerste week van het schooljaar werden we doodgegooid met informatie over de profielkeuze.

Slide 12 - Tekstslide

Eufemisme
Zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt. Dit doe je om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst. 
Hij gaat creatief om met de waarheid (hij liegt).
Onze hond is gisteren heengegaan (is doodgegaan).
Zij is onze interieurverzorgster (schoonmaakster). 




Slide 13 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende eufemismen?
- Daar kan hij echt niets aan doen, hij is niet helemaal honderd procent. 

- Tijdens de uitbraak van de vogelgriep moesten heel wat kippenboerderijen geruimd worden.

Slide 14 - Tekstslide

Understatement
Een afzwakking. Iets minder erg laten lijken dan het is. Vaak is dit grappig bedoeld.
Messi kan wel een aardig balletje trappen.
De baas van KLM heeft een leuk salaris.


Dat is een prima huisje

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekenen de understatements in deze zinnen?
- Met de opbrengst van de verkoop van zijn goedlopende schoonmaakbedrijf heeft mijn vader een aardig optrekje op Mallorca kunnen kopen.

- Als je een 1 krijgt voor je toets, zul je wel wat foutjes gemaakt hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen:
Oefening 2 uit je boek doen we samen.

Lees de vraag en de antwoorden goed! Overleggen mag.

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb je nu al honderd keer gezegd dat je je kamer op moet ruimen
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 18 - Quizvraag

Hij kwam, hij zag, hij overwon.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
drieslag

Slide 19 - Quizvraag

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 20 - Quizvraag

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 21 - Quizvraag

Leggings zijn nooit bedoeld voor vrouwen met een volslank figuur.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
tegenstelling
D
climax

Slide 22 - Quizvraag

Je raadt nooit wat ik voor mijn verjaardag gekregen heb: geen laarzen, geen boots, geen sneakers, maar een paar pantoffels.
A
omgekeerde climax
B
climax
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 23 - Quizvraag

'Te weinig om te leven, maar te veel om te sterven', was de reactie op de gift aan de daklozenopvang.
A
omgekeerde climax
B
climax
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 24 - Quizvraag

'We moeten er nog wel wat aan doen', zeiden Sander en Emma, toen ze ons door hun pas aangekochte bouwval leidden.
A
hyperbool
B
climax
C
omgekeerde climax
D
understatement

Slide 25 - Quizvraag

Jouw artikel is goed, dat van Giel is beter, maar de tekst van Vanya is werkelijk uitmuntend.
A
hyperbool
B
climax
C
omgekeerde climax
D
tegenstelling

Slide 26 - Quizvraag

Na Lisa's thuiskomst uit het ziekenhuis was haar kamer een zee van bloemen.
A
overdrijving
B
climax
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 27 - Quizvraag

Een man uit Meppel heeft vannacht ongewenst bezoek gehad.

Slide 28 - Open vraag

Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren.

Slide 29 - Open vraag

Hij kan er niets aan doen: hij heeft ze niet alle 24 in het kratje.

Slide 30 - Open vraag

Mijn vriendin is momenteel in between jobs.

Slide 31 - Open vraag

Waarom gebruiken mensen eigenlijk eufemismen?

Slide 32 - Open vraag

Ik kan hyperbolen, eufemismen en understatements herkennen en gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Huiswerk 2:

H.2 Woordenschat (blz. 55-61)
Stijlfiguren (2): hyperbool, understatement, eufemisme 

Maken: opdracht 1 tm 6

Slide 34 - Tekstslide