Wat is werk

Wat is werk
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat is werk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nieuwe boekje uitdelen + uitleg boekje.
  • Aan de slag met introductie opdrachten.
  • Uitleg H1 werk
  • Maken H1 werk
  • Tijd over? Blooket

Slide 2 - Tekstslide

Werkboek
  • Ik deel de werkboeken uit, deze houd je heel! en bij je. Niet mee volgende les = MV.
  • Je hebt theorie in de boekjes en begrippen achterin, deze moet je zelf nog invullen tijdens de uitleg!

Zijn er nog vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
  • Je mag nu aan de slag, maak de introductie!
  • Heb je vragen? steek je vinger omhoog
  • Geen telefoon, zie ik een telefoon neem ik hem in.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Werk
Maatschappelijke is het handig om werk te hebben, werk heeft namelijk een aantal functies:

Economische functie: Werk zorgt voor inkomen.
Sociale functie: Werk zorgt voor contact met anderen.
Individuele functie: Werk draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing.


Slide 6 - Tekstslide

Leg uit.....
het verschil tussen vrijwilligerswerk en werk.

Gebruik in je antwoord voorbeelden.


Slide 7 - Tekstslide

Een rijtje om te onthouden
Schrijf de betekenis van de volgende woorden op in je werkboek!

  1. Werk --> een beroep uitoefenen en daaraan werken.
  2. Betaald werk --> Werk waar je geld aan verdient, bijvoorbeeld als je in loondienst bent.
  3. Onbetaald werk --> vrijwilligerswerk.
  4. Economie --> de wijze van productie, distributie en consumptie van schaarse goederen en diensten in een samenleving.
  5. Sociale functie van werk --> Het hebben/krijgen van sociale contacten op werk.
  6. Individuele functie van werk --> het voordeel dat jij zelf van werk hebt, bijvoorbeeld geld verdienen.





Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
  • Je mag nu aan de slag, maak hoofdstuk 1!
  • Heb je vragen? steek je vinger omhoog
  • Geen telefoon, zie ik een telefoon neem ik hem in.

Slide 9 - Tekstslide

blooket
https://dashboard.blooket.com/set/65ed73bdeb86d813bd297731

Slide 10 - Tekstslide

Wat is werk (les 2)

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Boekjes weer uitdelen (Zet je naam erop!)
  • Uitleg boekje deel 2 (laatste stukje)
  • Aan de slag met H2
  • Uitleg H3 werk
  • Maken H3 werk
  • Tijd over? Blooket

Slide 12 - Tekstslide

verzorgingstaat
"Elke Nederlander heeft een bestaansminimum om eerste levensbehoeften te kunnen betalen"

Slide 13 - Tekstslide

 Verzorgingstaat

Slide 14 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
Zoek dit eens op!!!


Wat heb je gevonden?
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel

Slide 16 - Tekstslide

Lijstje om te onthouden
  • Sociale ongelijkheid: Verschillen in inkomen, kansen en levensomstandigheden tussen mensen in de samenleving.
  • Werkgever: Iemand of een bedrijf dat werknemers in dienst heeft en loon betaalt.
  • Werknemer: Iemand die in loondienst werkt voor een werkgever.
  • Arbeidsvoorwaarden: Afspraken over salaris, werktijden, vakantiedagen en andere regels binnen een baan.
  • CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst): Een contract met afspraken over arbeidsvoorwaarden voor een hele sector of bedrijfstak.
  • Vakbond: Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers, bijvoorbeeld door betere lonen en arbeidsomstandigheden te eisen.

Slide 17 - Tekstslide

Lijstje om te onthouden
  • Arbeidsmarkt: De plek waar vraag naar en aanbod van arbeid samenkomen. Werkgevers zoeken werknemers en werkzoekenden zoeken werk.
  • Werkgelegenheid: Het aantal beschikbare banen in een land of sector.
  • Werkloosheid: Het aantal mensen dat geen werk heeft maar wel actief op zoek is naar een baan.
  • Minimumloon: Het wettelijk vastgestelde loon dat een werknemer minimaal moet verdienen.
  • Verzorgingsstaat: Een systeem waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid, zoals gezondheidszorg, onderwijs en uitkeringen.
  • Uitkering: Een geldbedrag dat iemand van de overheid ontvangt als financiële ondersteuning, bijvoorbeeld bij werkloosheid of ziekte.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
  • Je mag nu aan de slag, maak hoofdstuk 2!
  • Heb je vragen? steek je vinger omhoog
  • Geen telefoon, zie ik een telefoon neem ik hem in.

Slide 19 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid 
(Wat zien jullie hier?)

Slide 20 - Tekstslide

timer
3:00
Wat is voor jou sociale ongelijkheid?

Slide 21 - Woordweb

Ongelijke verdeling van bezit 
Sociaal kapitaal 
sociale relaties, netwerk van een persoon 
Cultureel kapitaal 
alle kennis, opleidingen en vaardigheden die een persoon bezit. 
Economisch kapitaal 
geld of direct inwisselbaar tot geld, Eigendommen.
ongelijke verdeling van bezit

Slide 22 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
= de plaats die je inneemt in de maatschappij en op de maatschappelijke ladder. 
De indeling van mensen hun maatschappelijke positie, bepaald door macht, status en inkomen, noemen we de maatschappelijke ladder.  

Slide 23 - Tekstslide

Maatschappelijke positie wordt beïnvloed door: 
opleiding
woning / woonplaats
werk

Slide 24 - Tekstslide

Positietoewijzing
positieverwerving 
= Het proces van positietoewijzing verwijst
naar maatschappelijke oorzaken, waardoor een persoon of groep
op een bepaalde positie terechtkomt. 

Deze maatschappelijke oorzaken werken van buitenaf op een persoon of groep in. 


= Het proces van positieverwerving verwijst naar het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of de groep waartoe hij behoort. 


Slide 25 - Tekstslide

blooket
https://dashboard.blooket.com/set/65ed73bdeb86d813bd297731

Slide 26 - Tekstslide