H4 - TH1 - les 2

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • aanmelden in de classrooms (google, BVJ en LessonUp)
  • Herhaling Basisstof 1: Wat is biologie? 
  • Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
  • Aan het werk
  • Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

aanmelden 
ga naar google classroom en meld je aan voor deze biologie klas.
  • vul het kennismakingsformulier in 

  • voeg je zelf toe aan de LessonUp klas 
  • voeg jezelf toe aan de BVJ klas bij Malmberg
-> codes op google classroom! 

klaar? lees van TH1-BS1 en maak de opdrachten 1-6 = HW

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

BVJ - online 
boek digitaal
opdrachten maken 
extra:
               flitskaarten (om begrippen te oefenen), 
               test jezelf, 
               versterk jezelf 

Slide 4 - Tekstslide

TH1-BS1 begrippen:
organismen
levensverschijnselen
stofwisseling
enzymen
katalyseren
dood
levenloos
individu
levensloop
ontwikkelen
soort
levenscyclus 
natuurwetenschappen
context 
biologische eenheden
molecuul
DNA
cel
orgaan
organisme
populatie
ecosysteem
biosfeer
systeem aarde
emergente eigenschap
interactie

Slide 5 - Tekstslide

emergente eigenschap
Emergente eigenschappen zijn nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
-> "1+1 = 3"
-> voorbeeld:  hout, riet en spijkers = een lekker zittende stoel       
                                                                             (hoger organisatieniveau) 
dan kan je op het onstane product ineens lekker zitten. Lekker zitten is een emergente eigenschap.

Slide 6 - Tekstslide

emergente eigenschap
Emergente eigenschappen zijn nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
-> "1+1 = 3"
-> voorbeeld:  vaten + hart + bloed  = bloedvatenstelsel
                                                                             = (hoger organisatieniveau) 

Slide 7 - Tekstslide

Zet de organisatieniveau's van groot naar klein. 
groot
klein
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ecosysteem
levensgemeenschap
organisme
orgaan
populatie
orgaanstelsel
biosfeer
organel
cel
weefsel

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
  • Beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen
  • Bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
orgaanstelsels
weefsel
dekweefsel
zwenuwweefsel
spierweefsel
tussencelstof

Slide 12 - Tekstslide

Orgaanstelsels, organen, weefsels
  • Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken
  • voorbeeld: verteringsstelsel, etc. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke orgaanstelsels ken je?

Slide 14 - Woordweb

longen
dikke darm
dunne darm
hersenen
hart
nieren
lever
milt
luchtpijp
maag

Slide 15 - Sleepvraag

Orgaanstelsels, organen, weefsels
  • Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organismen die samen aan een bepaalde taak werken 
  • Een weefsel is...
  • Een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie
  • Bijvoorbeeld epitheelweefsel, zenuwweefsel, spierweefsel

Slide 16 - Tekstslide

Welke andere typen
weefsels ken je?

Slide 17 - Woordweb

Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
  • Het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
  • Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
  • Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 18 - Tekstslide

Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
  • Het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
  • Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
  • Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 19 - Tekstslide

Vorm en functie
  • Vaak is er zichtbaar verband tussen vorm van cellen en weefsels en hun functie
  • Dieren in het water, onder de grond of in de lucht zijn gestroomlijnd zodat ze minder weerstand hebben 

Slide 20 - Tekstslide

opdracht 15
Welke verschillen zie je? 


Slide 21 - Tekstslide

opdracht 15
Welke verschillen zie je? 

Waarom zijn deze verschillend? 
- mens  recht loopt op 2 benen
- chimpansee gebruikt armen 
    en benen
- dus lichaamsgewicht wordt anders 
verdeeld en hebben ze een andere vorm



Slide 22 - Tekstslide

opdracht 15
Welke verschillen zie je? 

Waarom zijn deze verschillend? 
- mens is zwaarder en loopt op
   2 benen



Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk!
maak de opdrachten 10-17

klaar? 
Lees Basisstof 3.
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Zijn er vragen over de opdrachten?

Slide 25 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • de delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen en de functies ervan benoemen.
  • (een microscoop gebruiken en daarmee (delen van ) organismen bestuderen. )

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen
organel
celmembraan
celwand
cytoplasma (celplasma)
celkern 
kernmembraan
vacuole
vacuolemembraan
plastiden
bladgroenkorrels
chromoplasten
leukoplasten
bladgroen
intracellulaire ruimte
preparaat
object

transmissie-electronen-microscoop (TEM)

scanning elektronenmicroscoop (SEM)

Slide 28 - Tekstslide

Microscoop
Antoni van Leeuwenhoek
  • 30x vergroten
  • kon als eerste cellen waarnemen
  • later een microscoop met 480x 

Slide 29 - Tekstslide

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kernplasma
kernmembraan
celmembraan

Slide 30 - Sleepvraag

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kern
kernmembraan
celmembraan
celwand
intercellulaire ruimte
vacuole

plastide (bladgroenkorrels)
vacuolemembraan

Slide 31 - Sleepvraag

lamp
revolver
preparaatklem
tubus
tafel
diafragma
statief
grote schroef
kleine schroef
oculair
objectief

Slide 32 - Sleepvraag

wat te zien met de microscoop?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Aan het werk!
Lees BS3 en 
maak de opdrachten  19-24
daarna bespreken.


klaar?? Lees BS4
timer
15:00

Slide 39 - Tekstslide