5 januari Apollonius r73-80
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
r73 sit. Dit is een coniunctivus. Van welk werkwoord?
A
scire
B
esse
C
sire
D
posse
Slide 2 - Quizvraag
r74 vis; dit komt van:
A
velle
B
vis, vires
C
vire
D
vir
Slide 3 - Quizvraag
r74 Wie is het onderwerp van 'vis'?
A
Apollonius
B
de koning
C
de prinses
D
de visser
Slide 4 - Quizvraag
r74 nosse. Dit is een infinitivus van welke tijd?
A
Praesens
B
Perfectum
C
Futurum
Slide 5 - Quizvraag
velle
3e ev.
imperativus
deponens
Fut. exact.
cognoveris
misereberis
interroga
vis
decet
Slide 6 - Sleepvraag
Hortante...patre is een abl.abs. Welk Participium is hortante?
A
PPA
B
PPP
C
PFA
Slide 7 - Quizvraag
r77 ad eum. Met eum wordt wie/wat bedoeld?
A
de koning
B
Apollonius
C
de prinses
D
het gesprek
Slide 8 - Quizvraag
r78 nobilitatem. Waardoor komt dit aan het licht? Citeer het Latijnse woord.
Slide 9 - Open vraag
r78 ...molestum...
Waarom zou dit lastig zijn?
Waarom zou dit lastig zijn?
Slide 10 - Woordweb
r80 intellegam. Wat is dit voor vorm?
A
coniunctivus praesens
B
futurum actief
