KT 1 praktijk Les 2 HCDO

Algehele malaise en pijnbeoordeling
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Algehele malaise en pijnbeoordeling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Kunnen benoemen:
  • wat onder algehele malaise verstaan wordt.
  • wanneer je de ingangsklacht algehele malaise neemt.
  •  welke adviezen je geeft
  • pijnbeoordeling begrijpen en kunnen inzetten
  • casus kunnen uitspelen


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Algehele malaise
Algehele malaise is een overkoepelende naam voor
 je niet lekker voelen, niet fit voelen. 
Meestal ligt er een ander medisch probleem onder waar je achter komt als je vragen gaat stellen. Als je erachter komt wat de specifieke klachten zijn, ga je naar die desbetreffende ingangsklacht.

Slide 6 - Tekstslide

Triagewijzer: algehele malaise
Zeer aspecifieke klacht die bij zeer veel aandoeningen optreedt, variërend van een onschuldige virusinfectie tot kanker. Meestal is er sprake van een langer bestaande, zich niet acuut presenterende klacht. 
Bijkomende klachten kunnen een aanwijzing geven voor de achterliggende oorzaak. Vaak is aanvullend onderzoek nodig. De diagnostiek van niet-acute malaiseklachten kan het best worden overgelaten aan de eigen huisarts.

Slide 7 - Tekstslide

Ingangsklacht algehele malaise + koude rillingen
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 8 - Quizvraag

welke verschijnselen horen bij algehele malaise?
A
roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies
B
koorts, hoofdpijn, spierpijn, moe, misselijk
C
gezwollen en pijnlijke gewrichten
D
uitval van spraak en spierkracht, scheef gelaat

Slide 9 - Quizvraag

Wat is algehele
malaise?
A
Je voelt je niet goed maar je weet de oorzaak niet
B
Je heel goed voelen
C
Niet lekker voelen
D
Uitval van lichaamsdelen

Slide 10 - Quizvraag

Welke ingangsklacht zou je kiezen bij de volgende informatie:

Sofie (3) is al een paar dagen niet lekker. Ze heeft rode vlekjes op haar lichaam en is hangerig.
A
Koorts kind
B
Algehele malaise
C
Ziek kind
D
Huidklachten en borstontsteking

Slide 11 - Quizvraag

Hypothermie kan leiden tot algehele malaise.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 12 - Quizvraag

De heer Kwast, 36 jaar, belt de praktijk met de mededeling dat hij zich niet lekker voelt. Zijn temp is 37.9 graden. Hij heeft nu chemotherapie. Er zijn geen rode vlekjes en het is niet suf. Welke ingangsklacht moet je kiezen?
A
Koorts kind
B
Ziek kind
C
Koorts volwassene
D
Algehele malaise

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk ziektebeeld zie je de volgende kenmerken: koude rilling, hoesten, keelpijn, algehele malaise, pijn in de spieren met hoofdpijn, koorts
A
Malaria
B
Meningitis
C
Sepsis
D
Influenza

Slide 14 - Quizvraag

Bij een vermoeden van heatstroke is de ingangsklacht algehele malaise het meest passend.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 15 - Quizvraag

Welke ingangsklacht zou jij kiezen bij de volgende informatie:

Johan belt op dat zijn moeder (68) verteld dat haar hart ontzettend snel tekeer gaat. Ook voelt zij zich opgejaagd en heeft het warm. Zij heeft dit nog nooit eerder gehad.
A
Hartkloppingen
B
ICD
C
Algehele malaise
D
Koorts volwassene

Slide 16 - Quizvraag

Algehele malaise is een aspecifieke ingangsklacht.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 17 - Quizvraag

Pijn
- Is subjectief
- Wordt beïnvloed door angst en ongerustheid
- Wordt beïnvloed door cultuur en sociale factoren
- heeft een beschermende/waarschuwende  functie

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met: pijn is subjectief
A
Pijn kan je niet zien
B
Pijn is niet meetbaar
C
Pijn is voor iedereen verschillend
D
Pijn kan je uitschakelen

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan je pijn meten?
A
Met een pijnladder en gedragsschaal
B
Met analgetica
C
Pijn kan je niet meten
D
Rectaal en oraal

Slide 20 - Quizvraag

Verbal Rating Scale
De VRS bestaat uit zorgvuldig gekozen bewoordingen over de ernst van de pijn, gerangschikt naar oplopende intensiteit. De patient wordt gevraagd de bewoording te kiezen die de pijn het beste beschrijft.

De VRS is beter bij het beoordelen van pijn bij ouderen dan de NRS, maar is niet te gebruiken als er een taalbarriere is.

Slide 21 - Tekstslide

Numeric Rating Scale
De NRS is een instrument dat goed gebruikt kan worden bij telefonische triage. 

De volgende vraag kan gesteld worden: 
Kunt u de pijn een cijfer geven? Als 0 geen pijn is, en 10 de allerergst denkbare pijn, welk cijfer geeft u de pijn dan dan?



Slide 22 - Tekstslide

Pijngedragschaal
Naarmate pijn toeneemt zal het  steeds meer het gedrag van de patient  beinvloeden. Ondraaglijke pijn is door de telefoon te 'horen': communicatie is nauwelijks mogelijk.
 Door gerichte vragen te stellen over de invloed van de pijn op het dagelijkse leven (drinken, slapen, sporten, naar school/werk gaan) kan je een goed beeld krijgen van de ernst van de pijn

Slide 23 - Tekstslide

Welke factoren worden genoemd in de NHG wijzer die de pijnbeleving kunnen beinvloeden?
A
Leeftijd en geslacht
B
Tijdstip en provincie
C
Taalbarriere en voorgeschiedenis
D
Cultuur en sociale factoren

Slide 24 - Quizvraag

Als men een 10 als score geeft bij de NRS dan wijst dit op de gedragsschaal als een pijn die:
A
Matig is
B
Licht en stekend is
C
Alles overheerst
D
normale activiteiten mogelijk

Slide 25 - Quizvraag

Als iemand pijn omschrijft als licht stekend dan staat dat gelijk aan het pijncijfer:
010

Slide 26 - Poll

Hevige pijn staat gelijk aan het pijncijfer
-310

Slide 27 - Poll

Pijnstillers
  1. Paracetamol
  2. NSAID's
  3. Lichte opiaten
  4. Sterkere opiaten

Slide 28 - Tekstslide

STAP 1

PARACETAMOL

Bij lichte (1-4) tot matige pijn (5-7) adviseer je altijd eerst paracetamol. Dit werkt goed en geeft de minste bijwerkingen.
Zie het schema of de bijsluiter voor de dosering
STAP 2

NSAID's

(Ibuprofen, Diclofenac, Naproxen)
Zijn zonder recept verkrijgbaar. 
Kunnen maagklachten geven, dus worden vaak met maagbeschermer gegeven.
Niet zelfstandig adviseren aan risicogroepen!

Slide 29 - Tekstslide

STAP 1 en 2

NSAID's + Paracetamol

Als alleen NSAID's onvoldoende helpen adviseer dan een combinatie. Probeer de dosering van NSAID's laag te houden. Volg het schema
STAP 3, 4 en 5

Opiaten/ Opioiden
(Morfine, Oxycodon, Fentanyl, Tramadol)

Opiaten zijn zware pijnstillers die alleen op voorschrift van de arts gegeven kunnen worden. Opiaten kunnen  bijwerkingen geven (sufheid, misselijkheid, huiduitslag) en verslaving en gewenning (steeds meer nodig hebben voor gewenste effect) in de hand werken.

Slide 30 - Tekstslide

NSAID
opiaat
diclofenac
ibuprofen
naproxen
morfine
oxycodon
tramadol

Slide 31 - Sleepvraag

Welk pijnstillingsadvies geef je als een moeder belt i.v.m. oorpijn van haar 2 jarige dochtertje?
gebruik je triagewijzer!

Slide 32 - Open vraag

De huisarts heeft gister bij Stian (19) een kalknagel verwijderd van zijn grote teen. Hij belt dat de paracetamol (4 maal daags 2 stuks) niet voldoende helpt. Welk advies geef je?
Gebruik je triagewijzer!

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Link

casus oefenen 
oefenen casussen incl. invullen van SOEP.

Slide 35 - Tekstslide

huiswerk 13 maart
Medilect modules maken:
Pijnbeoordeling en bestrijding
Rapporteren volgens SOEP
Algehele malaise volwassene

doorlezen: 
- Pijn thorax
- ICD
- Trauma thorax


Slide 36 - Tekstslide