hoofdstuk 33 en 34

hoofdstuk 33 en 34
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 33 en 34

Slide 1 - Tekstslide

vragen?
hoofdstuk 25 t/m 32?

Slide 2 - Tekstslide

Balans en winst-en-verliesrekening
 Liquiditeitsbegroting
Prestatie-indicatoren

Begrote beginbalans
Resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting
Begrote eindbalans

Slide 3 - Tekstslide

Zo ziet de balans er uit
Waarom heet een balans een balans?
Debet
Activa
Credit
EV + Schulden
Hoe heb je de activa gefinancierd

Slide 4 - Tekstslide

BALANS verschillen
Balans eenmanszaak/VOF
Eigen vermogen BV/NV

Slide 5 - Tekstslide

De fiscale aspecten
  •  Bij een Eenmanszaak/Vof betaal je over je winst inkomsten belasting. 
  • Bij een BV/NV betaal je over je winst vennootschapsbelasting > 20% over resultaat voor belasting 

Slide 6 - Tekstslide

Winst- en verliesrekening in scontrovorm

Slide 7 - Tekstslide

In paginavorm met financieringsresultaat

Slide 8 - Tekstslide

Balansmutaties, Veranderingen van balansposten
Een stijging van een balanspost heeft gevolgen, dus, of:

Een balanspost aan dezelfde kant daalt, of;
Een balanspost aan de andere kant stijgt, of;
Een combinatie van dezelfde kant daalt en de andere kant stijgt kan ook voorkomen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt contant.





Verandering activa €0 en verandering passiva €0
 
 
 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt op een later moment (= "op rekening kopen")




Verandering activa €1.000,- en verandering passiva €1.000,-

 
 
 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,-. Het betaalt cash  €250,- en koopt de rest op rekening. 
 



Verandering activa +€750 en verandering passiva +€750
 
 

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk!
Secuur werken, duidelijk schrijven en goed lezen!

Slide 13 - Tekstslide

Liquiditeitsbegroting

Slide 14 - Tekstslide

Liquiditeit verbeteren
• het uitstellen van inkopen;
• meer leverancierskrediet bedingen;
• (betaling van) investeringen uitstellen;
• leasen in plaats van zelf kopen;
• bezuinigen;
• eventuele winst niet via cashdividend uitkeren maar in aandelen (stockdividend) of een kleiner deel van de winst uitkeren en meer reserveren;
• aan debiteuren een korting voor contante betaling aanbieden

Slide 15 - Tekstslide

Voorraadgrootheid of stroomgrootheid
Voorraadgrootheden geven situatie weer op een bepaald moment
Balansposten zijn voorraadgrootheden

Stroomgrootheden hebben betrekking op een bepaalde periode
Posten op resultatenrekening en liquiditeitsoverzicht zijn stroomgrootheden

Slide 16 - Tekstslide

prestatie indicatoren

Meten of het goed gaat met een bedrijf > BSC

Slide 17 - Tekstslide

Balanced scorecard (BSC) 
Model gebruikt voor strategisch management en het behalen van langetermijndoelstellingen.  Ondernemingen meten met indicatoren die invloed hebben op de onderneming. 

  • intern communicatie- en informatiemiddel om doel van de onderneming aan alle medewerkers door te geven.

Slide 18 - Tekstslide

Balanced Scorecard

Slide 19 - Tekstslide

Kritische succesfactoren
Bepaal per perspectief bij de strategische doelen de kritische succesfactoren (KSF) 

Definitie:
Een kritische succesfactor is een factor die van kritisch belang is voor het succesvol realiseren van de strategische doelen. 

Slide 20 - Tekstslide

BSC: KSF + KPI

Slide 21 - Tekstslide

Begin balans maken:
Investeringsbegroting (activa)
financieringsbegroting (passiva, hoe financier je je activa)

Slide 22 - Tekstslide

Financieel plan: 
Investeringsbegroting

Alle posten worden uitgedrukt in bedragen
(oftewel waarderen)
Alle bedragen zijn exclusief BTW, 
behalve de post debiteuren

Het totaal van de investerings-
begroting geeft aan hoeveel er in
het bedrijf gefinancieerd moet worden.

De manier van financieren wordt weergegeven op het financieringsplan

Slide 23 - Tekstslide

Financieel plan: 
Investeringsbegroting


Totaal moet er € 31.909 zijn om alle bezittingen
te kunnen aanschaffen. Dit is de totale 
investering. Dit is dus het bedrag wat in totaal
gefinancierd moet worden.


Slide 24 - Tekstslide

Financieel plan:
Financieringsbegroting
Rechterkant/ Creditzijde van de balans

Slide 25 - Tekstslide

Wat verwacht je van het eerste jaar?
- resultatenbegroting
-liquiditeitsbegroting

Slide 26 - Tekstslide

Resultatenbegroting

Slide 27 - Tekstslide

Liquiditeitsbegroting 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Van beginbalans, via begroting & werkelijkheid naar resultaat en definitieve eindbalans

Slide 30 - Tekstslide

Samen maken
e33.2/z34.1

Slide 31 - Tekstslide

Maken in de les/huiswerk
z33.1/z33.2/z33.3/e33.1/e33.3
e34.1/

Slide 32 - Tekstslide