Havo H30 Financiele planning

Havo H30 Financiële Planning
30.1 Begrote beginbalans
30.2 Resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H30 Financiële Planning
30.1 Begrote beginbalans
30.2 Resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting 

Slide 1 - Tekstslide

Investeringsbegroting
Welke investering in activa is er nodig? 
  • Vaste activa, voorraad, voorfinanciering vooraftrek omzetbelasting, debiteuren, privéopnamen? 

Slide 2 - Tekstslide

Financieringsbegroting
Welke financieringsmogelijkheden zijn er? 
  • Hoeveel eigen vermogen dient er ingebracht te worden?

Slide 3 - Tekstslide

30.1 Investerings- en financieringsbegroting

Slide 4 - Tekstslide

Openingsbalans

Slide 5 - Tekstslide

30.1 Stel de eindbalans op  

Slide 6 - Tekstslide

30.2 Exploitatiebegroting
Overzicht van begrote opbrengsten en kosten

Slide 7 - Tekstslide

30.2 Liquiditeitsbegroting
Overzicht van begrote uitgaven en ontvangsten 
Beginsaldo bank + kas   
Ontvangsten+
.                         Uitgaven -
Eindsaldo bank + kas  

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 30.3 maken 
timer
45:00

Slide 9 - Tekstslide

30.4 Niet-financiële informatie

Slide 10 - Tekstslide

Balances scorecard
Financieel succes is doel van onderneming, maar hangt af van meer factoren dan alleen financieel beleid. 

Hoe beoordelen klanten ons? 
Hoe efficient werken we? 
Hoe innovatief zijn we? 
Klanttevredenheid: meetinstrument bijv. enquete, meetschaal cijfer klanttevredenheid 1-10, doelstelling minimaal gemiddelde beoordeling bijv. 8
Meetistrument voorbeeld: omzet/ winst/ rendement eigen vermogen. Meetschaal euro/ procentueel, doelwaarde: bedrag of percentage
KSF: behoud personeel, KPI: % personeelsverloop (% medewerkers uit dienst per periode), doelwaarde < 5% 
KSF: Nieuwe producten op de markt brengen, KPI: aantal nieuwe producten, meetschaal/ doel = aantal (minimumwaarde) 

Slide 11 - Tekstslide

Balances scorecard: KSF
Om op lange termijn succesvol te zijn formuleren ondernemingen kritische succesfactoren (KSF) 

Wat moeten we goed doen om op lange termijn succesvol te kunnen zijn? 

Slide 12 - Tekstslide

Balances scorecard
Om de kritische succesfactoren te realiseren worden kritische prestatie-indicatoren (KPI) vastgesteld


Wanneer doen we het goed?


- meetinstrument
- meetschaal
Klanttevredenheid: meetinstrument bijv. enquete, meetschaal cijfer klanttevredenheid 1-10, doelstelling minimaal gemiddelde beoordeling bijv. 8
Meetistrument voorbeeld: omzet/ winst/ rendement eigen vermogen. Meetschaal euro/ procentueel, doelwaarde: bedrag of percentage
KSF: behoud personeel, KPI: % personeelsverloop (% medewerkers uit dienst per periode), doelwaarde < 5% 
KSF: Nieuwe producten op de markt brengen, KPI: aantal nieuwe producten, meetschaal/ doel = aantal (minimumwaarde) 

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 30.7 B

Slide 14 - Tekstslide

Externe verslaggeving

Slide 15 - Tekstslide

Grootte onderneming bepalend voor eisen externe verslaggeving

Slide 16 - Tekstslide

31.1 Verschil interne en externe verslaggeving
  • Tot nu toe: interne balans en winst-en-verliesrekening
  • Interne verslaggeving geeft meer informatie dan je openbaar wilt maken zodat je concurrent deze ook kan zien. (Budgetresultaten) 
  • Interne verslaggeving wordt vaker opgesteld bijv. eens per maand zodat management kan bijsturen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide