Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 - P2 - Regenten en Vorsten - Week 4 - les 2 - Het Absolutisme
6.3
Het Absolutisme
(Week 4: les 1)
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
6.3
Het Absolutisme
(Week 4: les 1)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Samen (15 min)
Herhalen vorige lessen
Bespreken leerdoelen
Bespreken Kenmerkend Aspect
Uitleg paragraaf 3
Zelfstandig
aan de slag met de weekopdracht
Afsluiten les
Slide 2 - Tekstslide
0) Wat past NIET bij de WIC?
A
1621
B
Slavenhandel
C
Monopolie
D
Specerijen
Slide 3 - Quizvraag
1) Waar ging de 30 jarige oorlog over?
A
Mercantilisme dat was ingesteld door Frankrijk
B
Het uitbreiden van land en macht door Duitsland tegen Frankrijk
C
De onderdrukking van protestanten en de uitbreiding van de macht van de Duitse keizer
D
De oorlog tussen de Duitse vorsten en de Oostenrijkse keizer
Slide 4 - Quizvraag
2) Wat is handelskapitalisme?
A
Een vorm van handel met als doel het maken van winst
B
Een economisch systeem waarbij iedereen hetzelfde verdiende
C
Een systeem waarbij het kapitaal uit handel weer geïnvesteerd werd in handel
D
Een economisch systeem waarin veel gehandeld werd in valuta
Slide 5 - Quizvraag
3) Wat is mercantilisme?
A
Het goddelijk recht van koningen om alle macht te hebben
B
Dat de koning boven de wet staat
C
Een militair bondgenootschap tussen Frankrijk en Engeland
D
Het beleid om de eigen handel te stimuleren en belasting te hebben op import
Slide 6 - Quizvraag
3) De VOC speelde in "de Gouden Eeuw" een belangrijke rol.
Wat was de VOC?
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC was een grote Handelsvereniging en mocht oorlog voeren
B
De VOC was een vereniging van kooplieden en handelaren en mocht verdragen sluiten
C
De VOC was een onderneming waarvan je aandelen kon kopen en mocht forten bouwen
D
De VOC was een beursgenoteerd bedrijf en mocht als enige handel drijven met Azië
Slide 7 - Quizvraag
4) Leg in eigen woorden uit wat 'Gewetensvrijheid' betekent.
Slide 8 - Open vraag
5) Wat past NIET bij Lodewijk XIV?
A
Mercantilisme
B
Absolutisme
C
Centralisatie
D
Constitutionele monarchie
Slide 9 - Quizvraag
6) Wat is het droit divin?
A
De staat dat ben ik
B
Regel dat iedereen katholiek moet zijn
C
Goddelijk recht om te heersen
D
De opstand tegen Lodewijk
Slide 10 - Quizvraag
Welke kenmerkende aspecten hebben we tot nu toe behandeld?
Slide 11 - Open vraag
De WIC is opgericht in...
A
1602
B
1611
C
1621
D
1630
Slide 12 - Quizvraag
7) Wat is GEEN taak van een stadhouder?
A
Het leger leiden
B
De vloot leiden
C
De Staten-Generaal voorzitten
D
Rechtspreken
Slide 13 - Quizvraag
8) Wat betekent het begrip: Stapelplaats?
A
Een plaats waar benodigdheden voor de VOC/WIC boten werden opgeslagen.
B
Een plaats waar landbouwproducten werden opgeslagen.
C
Een markt die was gespecialiseerd in Laken (de stof) dat hoog lag opgestapeld.
D
Een plaats waar alle export-producten van een bepaalde soort werden verzameld om van daaruit verder te worden verhandeld.
Slide 14 - Quizvraag
9) Welke taak had de Staten-Generaal NIET?
A
Buitenlandse politiek
B
Handel
C
Oorlogsvoering
D
Rechtspraak
Slide 15 - Quizvraag
10) Wie is dit?
A
Lodewijk XIV
B
Jean Baptiste Colbert
C
William 3
D
Frederik Hendrik van Oranje
Slide 16 - Quizvraag
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Nederlands-Indië
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noem je het economisch systeem waarbij kooplieden zich bezig houden met handel en nijverheid en een deel van de winst investeren?
A
Handelskapitalisme
B
Wereldeconomie
C
VOC
D
Wereldse handel
Slide 18 - Quizvraag
Tijdvak 6: regenten & vorsten
1600-1700: regenten & vorsten
Onderwerpen:
Ontstaan van een Wereldeconomie (6.1)
De Gouden eeuw (6.2)
Het absolutisme (6.3)
Wetenschappelijke revolutie (6.4)
Slide 19 - Tekstslide
Kenmerkend aspect
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Slide 20 - Tekstslide
Les 2: Leerdoelen
Je kan in grote lijnen uitleggen hoe het parlement in Engeland in opstand kwam.
Je kan in eigen woorden uitleggen waarom stadhouder Willem 3 op de Engelse troon kwam te zitten.
Je kan in eigen woorden uitleggen hoe de macht van de Engelse koning werd beperkt.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
6.3
Het Absolutisme
Uitleg:
Je zit vooraan in de klas.
Doet actief mee in de uitleg.
Zelf werken:
Je staat boven de 6 voor GS.
Je zit achter in de klas.
Je werkt stil aan de opdrachten.
Je mag muziek luisteren.
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoel 1
Je kan in grote lijnen uitleggen hoe het parlement in Engeland in opstand kwam.
Slide 24 - Tekstslide
Koningen van Engeland
1649 - er is een
machtsstrijd
tussen parlement en koning.
Gevolg: Koning Karel 2 wordt onthoofd. Engeland wordt een
republiek
.
In 1660 wordt Engeland weer een
monarchie
met Koning Jacobus 2.
Slide 25 - Tekstslide
Het parlement
Koning Jacobus II:
- is zelf katholiek, maar zijn land is protestant.
- gelooft in '
Droit Divin
'
- is tegen politieke rechten van het Parlement van Engeland.
Het parlement en de kerk wilden dit niet, en ze wilden deze koning af.
Slide 26 - Tekstslide
Glorious Revolution
Protestantse edelen kwamen in opstand tegen Jacubus II.
Ze wilden hem vervangen door zijn nicht en haar man Willem III.
Slide 27 - Tekstslide
leerdoel 2
Je kan in eigen woorden uitleggen waarom stadhouder Willem 3 op de Engelse troon kwam te zitten.
Slide 28 - Tekstslide
Willem III
Getrouwd met nicht Engelse Koning
Stadhouder in de Republiek
Wat doet hij op verzoek van het Britse parlement?
- Met grote invasievloot naar Engeland en marcheert naar London
- Engelse koning vlucht en Willem 3 wordt koning
- Willem 3 belooft de rechten van het parlement te respecteren.
Naam: Glorious Revolution
Gevolg: de koning moet zich voortaan houden aan de wet en heeft minder macht.
Slide 29 - Tekstslide
Leerdoel 3
Je kan in eigen woorden uitleggen hoe de macht van de Engelse koning werd beperkt.
Slide 30 - Tekstslide
Inperking van de macht
De rechten van de koning werden beperkt (Bill of Rights van 1689)
Parlement krijgt meer macht.
Constitutionele Monarchie
Slide 31 - Tekstslide
Huiswerk
Werk aan je weektaak (samenvatting)
+ Maak de vragen af
Slide 32 - Tekstslide
Les 2: Leerdoelen
Je kan in grote lijnen uitleggen hoe het parlement in Engeland in opstand kwam.
Je kan in eigen woorden uitleggen waarom stadhouder Willem 3 op de Engelse troon kwam te zitten.
Je kan in eigen woorden uitleggen hoe de macht van de Engelse koning werd beperkt.
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 6 paragraaf 3 Het Absolutisme
September 2023
- Les met
49 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H6.3 deel 2
Januari 2024
- Les met
10 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
6.3 - Het absolutisme les 2
Mei 2021
- Les met
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 6 paragraaf 3 Het Absolutisme
April 2024
- Les met
29 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
6.3 - Het absolutisme les 2
Februari 2021
- Les met
23 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Het absolutisme
November 2022
- Les met
26 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.2 Machthebbers in Europa
September 2021
- Les met
15 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
1.2 Machthebbers in Europa
September 2023
- Les met
20 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2