Communiceren voor verpleegkundigen

Wat wil ik weten over
communiceren?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat wil ik weten over
communiceren?

Slide 1 - Woordweb

Waaruit bestaat iemands referentiekader?
A
Invloeden vanuit de omgeving
B
Waarden en normen
C
Leerervaringen
D
Veronderstellingen

Slide 2 - Quizvraag

Communiceren
Je bent met elkaar in contact aan het treden. 
Het gaat hier om informatie uitwisselen in een bepaalde omgeving.

Slide 3 - Tekstslide

Verbaal en Non-verbaal
Verbaal = met woorden duidelijk maken wat je bedoeld

Non verbaal = met andere middelen dan woorden jezelf duidelijk maken

Slide 4 - Tekstslide

Welke manieren kan jij bedenken waarom je non-verbaal kunt communiceren?

Slide 5 - Open vraag

Communicatiekanalen
1. spreken
2. zien
3. ruiken
4. aanraken
5. Proeven 

Slide 6 - Tekstslide

Storingen in communicatieproces

Door interne ruis
- in jezelf waardoor de boodschap niet of onvolledig waargenomen wordt
Door externe ruis
- verstoringen die van buiten jezelf komen waardoor de communicatie verstoord wordt. 

Slide 7 - Tekstslide

Communiceren in zones
Intieme Zone
Persoonlijke zone
Sociale zone
Publieke zone

Slide 8 - Tekstslide

Gedrag
Alles wat iemand zegt, doet of laat.

Het heeft een: bedoeling EN het gedrag is complex

Slide 9 - Tekstslide

Observeren & Interpreteren
Observeren: doelgericht en bewust waarnemen om bepaalde gegevens te verkrijgen. (mbv zintuigen)
Interpreteren: toekennen van een betekenis aan iemands gevoelens of gedachten obv wat iemand zegt, doet of laat.  

Slide 10 - Tekstslide

Objectief vs Subjectief
Objectief = geen twijfel over hetgeen wat we zien, is te controleren, feitelijk

Subjectief = een mening, gevoel, vermoeden of waardeoordeel

Slide 11 - Tekstslide

Referentiekader
Alles waarop je teruggrijpt bij de bepaling van je huidige denken, doen en laten.  

Slide 12 - Tekstslide

Vooroordelen
werken belemmerend
Gebeurd zonder dat je het in de gaten hebt

Slide 13 - Tekstslide

Hulpvragen om miscommunicatie te voorkomen


1) Controleren of het klopt wat je hoort, ziet en voelt
2) Houdt rekening met verschillen in observeren en interpreteren. 
3) Houdt rekening met verschillen in waarden, normen en referentiekaders

Slide 14 - Tekstslide

Valkuilen
Probeer niet alles zelf op te lossen
Dooddoeners belemmeren jouw contact 
Trek niet te snel conclusies

Slide 15 - Tekstslide

Vragen
Goede vragen komen voort uit werkelijke belangstelling
Open, gesloten en suggestieve vragen
Doorvragen om een volledig beeld te krijgen
Concretiseren: vragen om verduidelijking

Slide 16 - Tekstslide

Feedback
Feedback is informatie die de ene persoon aan de andere geeft, wat heeft de boodschap met jou gedaan. 

Slide 17 - Tekstslide

Soorten Feedback
Positief
Negatief
Opbouwende
Afbrekende
Ineffectieve
Effectieve 

Slide 18 - Tekstslide

Kritiek geven
beoordelen van een bepaalde toestand, vaak wat je niet goed vindt of afkeurt. 

Slide 19 - Tekstslide

Zelf inzicht & reflecteren
Evaringsleren volgens David Kolb
Leerstijlen van Kolb
STARR reflectie methode
Johari venster
Leerdoelen gebruiken (SMART)

Slide 20 - Tekstslide

Gespreksvormen
Helpend gesprek
Advies gesprek
Probleemoplossend gesprek
slechtnieuwsgesprek

Slide 21 - Tekstslide

Rationeel Emotieve Training
Hiermee kun je ontdekken welke gedachten ervoor zorgen dat je je werk niet goed doet. 
Je leert om gedachten te veranderen in helpende gedachten.

Slide 22 - Tekstslide

5 stappen van RET
1. Beschrijf de situatie die je moeilijk vindt
2. Beschrijf de gedachten die er toen door je heen gingen 
3. Maak een overzicht van alle niet-helpende gedachten
4. Geef commentaar op deze niet-helpende gedachten. Verander ze in helpende en naar doeltreffend handelen.
5. Beschrijf hoe je door deze nieuwe gedachten kunt komen tot doeltreffend handelen. 

Slide 23 - Tekstslide

Assertiviteit vs agressiviteit
Assertief: voor jezelf opkomen op een respectvolle manier
Agressiviteit: voor jezelf opkomen en andere weinig/geen ruimte geven om dit ook te doen

Slide 24 - Tekstslide

Samenwerken
Regelmatig overleggen
afspraken maken en je daaraan houden
positie, taken en verantwoordelijkheden kennen
openstaan voor kritiek

Slide 25 - Tekstslide