5.1 Handel en de opkomst van steden

5.1 Handel en de opkomst van steden

Vandaag: 
Heel paragraaf 1 van Hoofstuk 5:
3 leerdoelen, instructies, 
opdrachten maken
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 Handel en de opkomst van steden

Vandaag: 
Heel paragraaf 1 van Hoofstuk 5:
3 leerdoelen, instructies, 
opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

5.1 Handel en de opkomst van steden

Vandaag: 
A:  De oorzaken van het ontstaan van steden in de middeleeuwen.
B: Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond
C: Je kunt uitleggen waarom handelssteden gingen samenwerken

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 3 - Tekstslide

Lees blz 64 samen.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel A: Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van de steden in de late middeleeuwen

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwe landbouwtechnieken zoals het halsjuk zie je hier afgebeeld

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Drieslagstelsel
ontginnen

Slide 8 - Tekstslide

Naar de markt
De verbetering in de landbouw zorgt voor meer voedsel
Meer mensen kunnen gevoed worden (bevolkingsgroei)
Boeren houden zelfs voedsel over
Het voedsel dat over is wordt verkocht op de markt
Meer mensen: meer produkte nodig: handel neemt toe.
Vanaf 1000 groeit de Europese bevoking snel

Slide 9 - Tekstslide

Van landbouw naar handel
  • Nieuwe landbouwtechnieken (Halsjuk, ontginning van land, ijzeren ploeg, drieslagstelsel)
  • Overschotten
  • Overschotten verkopen op markten.
  • Dorpen werden steden.

Slide 10 - Tekstslide

Verandering: Van een agrarische samenleving agrarische samenlev naar een stedelijking

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Betere technieken
Er worden nieuwe technieken bedacht
voor landbouw:
1. Drieslagstelsel = het afwisselen van
de oogst zodat de grond rust kan krijgen
2. Halsjuk = een stevige ring rond de nek
van een rund of een paard dat een kar
 of ploeg voorttrekt
3: ijzeren (keer)ploeg: 

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje
Inpolderen in de 20ste eeuw

Slide 14 - Tekstslide

5.1 Handel en de opkomst van steden

Slide 15 - Tekstslide

lees blz 64
Vraag:
wat zijn de oorzaken voor het ontstaan van steden in de late middeleeuwen

Slide 16 - Tekstslide

Meer landbouwopbrengsten
Rond het jaar 1000 verandert de samenleving in Europa
Handel en nijverheid bloeien en er komen weer steden
Dit heeft twee belangrijke oorzaken:
1. Meer opbrengsten in de landbouw
2. Meer grond ter beschikking

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ontstonden en groeiden steden?
Meer oogst = meer voedsel 


Bevolking groeit + overschot voedsel  (teveel )

Overschot kun je ruilen. 


Niet iedereen hoeft op het land te werken
meer vraag naar produkten: ambachtslieden

Slide 19 - Tekstslide

Filmpje
De steden groeien

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Verstedelijking
Veel mensen mensen willen bij de markt wonen
Drukke markten groeien uit tot steden
Er ontstaat zo weer een agrarisch-stedelijke samenleving
Op deze manier beginnen de late middeleeuwen
Een samenleving waarin de meeste mensen nog op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waarin er ook steden met handelaren en ambachtslieden zijn

Slide 22 - Tekstslide

Vul het werkblad in
klaar?
maak de vragen 4 t/m 7 (huiswerk)

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel B
Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond

lees blz 65

Slide 24 - Tekstslide

Geld
In de steden gaan mensen elkaar weer betalen geld
Dit kan je oneindig bewaren en tegen alles ruilen
Hierdoor wordt handelen veel makkelijker
De handel en nijverheid nemen dan ook toe
Verandering: Er ontstaat weer een geldeconomie

Slide 25 - Tekstslide

Lees blz 65 Handelsnetwerken

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoel C
Je kunt aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen steden uitleggen waarom samenwerking voordelig was

lees blz 65

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de Hanze en hoe ontstond deze?

Eerst een aantal voorbeelden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Een kaart van de .....

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Samen sta je sterk
Waarom was samenwerking voordelig?
1. Veiligheid tegen piraten
2. Minder tol betalen
3. minder concurrentie: steden mochten niet samenwerken met steden die niet lid waren van het verbond

Slide 34 - Tekstslide

maak v.a. blz 66
4, 5, 7, 8, 9, 10, 14, 15, 16a
timer
15:00

Slide 35 - Tekstslide

Door oa de toenemende handel en het ontstaan van steden ontstond ......De pest





1347: De pest slaat toe door de toenemende handel
- 1/3 van de van de bevolking in Europa overlijdt.


Slide 36 - Tekstslide

Video
De Zwarte Dood
  • De oorzaken van de pest zijn pas in de 19e eeuw bekend geworden
  • Voor de mensen in de Middeleeuwen was de ziekte een straf van God
  • De mensen dachten dat God hen ging straffen, omdat ze niet goed en zondig hadden geleefd.
  • Bekijk de pestmeester hiernaast: wat was zijn taak?
Flagellanten sloegen zichzelf om zo aan God te laten zien dat zij spijt hadden van hun zonden. De naam Flagellant komt van het Latijnse woord voor zweep: flagellum. Aan het eind van de leren riempjes zitten spijkers.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Lees par 5.1 en 5.2......

timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Aan het werk

  • Leer en maak par 5.1
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Waardoor groeide de handel en kwamen er nieuwe steden?

Slide 42 - Open vraag


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
Betere landbouwgrond: bossen kappen, moerassen en veengebied droogleggen
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten andere gewassen

Slide 43 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste markten?
A
In het centrum van de stad
B
In de buurt van een oude Romeinse stad
C
Op kruispunten van wegen en/of rivieren of in de buurt van een kasteel
D
Bij de Hanze

Slide 44 - Quizvraag

Wat zijn stadsrechten?
A
Steden mochten zelf rechtspreken, daarom dat het stadsrechten heten.
B
Steden mogen zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en een kasteel bouwen.
C
Steden mochten zichzelf besturen, maar moesten elk jaar nog wel de heer betalen hiervoor.
D
Steden mochten zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en stadsmuren bouwen.

Slide 45 - Quizvraag

Wat is een voordeel van bij de Hanze aangesloten te zijn?
A
De bij B-C-D genoemde voordelen
B
Geen of minder tol te betalen
C
Veiliger
D
Afspraken maken met leveranciers over speciale prijzen.

Slide 46 - Quizvraag

Waarom werd de Hanze opgericht?Wat is onjuist?
A
Om handelsvoordelen te krijgen.
B
Om veilig te kunnen handelen.
C
Om steden machtiger te maken.
D
Om betere schepen te bouwen.

Slide 47 - Quizvraag

In welke gebieden dreef de Hanze veel handel?
A
Waddenzee en Middellandse zee
B
Middellandse zee
C
Oos-zee en Waddenzee gebied
D
Oost-zee en Noord-zee gebied

Slide 48 - Quizvraag

Welke zin is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 49 - Quizvraag


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Koning
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 50 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht om zelf voedsel te verbouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste kolom:
De Vroege Middeleeuwen (500-1000)

Tijdvak: 
Monniken & Ridders
De Late Middeleeuwen (1000-1500)

Tijdvak: 
Steden & Staten.
Het feodalisme
Hanze verbond
drieslagstelsel
Keizer Karel de Grote (Frankische Rijk)
Het leenstelsel
ontstaan geldeconomie 
ontstaan agrarisch-stedelijke 
samenleving
het Frankische rijk

Slide 53 - Sleepvraag