4.5 onderzoek naar evolutie

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
4.5 onderzoek naar evolutie

* je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
* je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
* je weet wat fossielen zijn
* je kunt een stamboom aflezen en construeren (wat is dat?)

Slide 3 - Tekstslide

onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:

  • Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen) (vaak met hulp van fossielen)
  • Door onderzoek naar rudimentaire organen 
  • Door onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (bepaalde stoffen in bijvoorbeeld bloed)

Slide 4 - Tekstslide

Ontstaan van fossielen

Slide 5 - Tekstslide

Fossielen
  • Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.
  • Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

  • De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen'  zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).

Slide 6 - Tekstslide

homologe organen
(Divergente evolutie)
overeenkomstige vorm door verwantschap, de functie kan verschillen

Slide 7 - Tekstslide

Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben. (Divergente evolutie)

Slide 8 - Tekstslide

rudimentaire organen

Slide 9 - Tekstslide

Zijn de voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 10 - Open vraag

Zijn de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 11 - Open vraag

letters = gemeenschappelijke voorouder
blokje = ontwikkelde eigenschap die  * andere tak niet heeft
                                                                        * alle organismen in takken erboven wel

Slide 12 - Tekstslide

* er vinden in alle takken mutaties en selectie plaats
- de organismen evolueren (veranderen n.a.v. omgeving)
* dus hoe eerder de takken splitsen:
- hoe MEER verschil in DNA
- hoe MINDER verwant

Slide 13 - Tekstslide

stamboom aflezen

Slide 14 - Tekstslide

Stamboom aflezen

Slide 15 - Tekstslide

Stamboom aflezen
langer geleden

Slide 16 - Tekstslide

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit.

Slide 17 - Open vraag

LEERDOELEN
4.5 onderzoek naar evolutie

* je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap

* je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten

* je kunt een stamboom aflezen en construeren

Slide 18 - Tekstslide

Zelf werken
Lees basisstof 5
Taken afmaken en aftekenen

Slide 19 - Tekstslide