Grammatica: redekundig (les 7)

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Terugblik 

- Lesdoelen doornemen 

- Instructie 

- Zelf aan de slag 

  - Opdr. 1 t/m 3 (p. 72-73) 

  - Opdr. 4 en 5 (p. 73-74)

  - Opdr. 1 (p. 120) --> bijstelling

  - Herhaling/verdieping: in Lessonup

- Evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

- Afgelopen lessen hebben we het gehad over de bijvoeglijke bepaling en hebben we zinsontleding herhaald.



Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel bijvoeglijke bepalingen zijn er in deze zin:

Mijn opa uit Rotterdam at wekelijks exotische gerechten.
A
geen
B
1
C
2
D
3

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • ... kun je de bijstelling benoemen.
  • ... kun je uitleggen wat een bijstelling is.

Slide 5 - Tekstslide

Bijstelling
  • Een bijstelling is géén apart zinsdeel.
  • De bijstelling staat vrijwel altijd tussen 2 komma's en achter    het zelfstandig naamwoord.
  • Een bijstelling noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer,
       maar dan met andere woorden


De Maastoren, het hoogste gebouw van Nederland, | staat | in Rotterdam. 

Slide 6 - Tekstslide

Bijstelling
Een bijstelling kun je gebruiken om extra informatie over een persoon te geven.

Bijvoorbeeld:
  • Het eten werd gekookt door Max, onze buurjongen
  • Het eten werd gekookt door Max, de voormalige     burgemeester
  • Het eten werd gekookt door Max, de beroemde kok van   hiernaast.

Slide 7 - Tekstslide

 BVB vs. Bijstelling
Een bijstelling staat direct achter een zelfstandig naamwoord en geeft een verklarende toevoeging over het zelfstandig naamwoord.

Het verschil met een bijvoeglijke bepaling is dat:

- een bijstelling direct achter het zelfstandig naamwoord staat,
- een bijstelling nooit een werkwoordsvorm bevat,
- en daarbij staat een bijstelling vrijwel altijd tussen komma's.

Slide 8 - Tekstslide

Sneeuwwitje, de prinses uit het sprookje, is het allermooist.
de prinses uit het sprookje =
A
een bijvoeglijke bepaling
B
bijstelling

Slide 9 - Quizvraag

Voeg een komma toe op de juiste plek.
Mireille de keepster van ons team is drie weken uitgeschakeld.
timer
1:15

Slide 10 - Open vraag

Formules zinsontleding
Om de zinsdelen te vinden en benoemen (redekundig ontleden heet dat) heb je 'formules' nodig. Dit zijn ze: 

  • Persoonsvorm (pv) - de zin in de verleden tijd zetten of de zin vragend maken 
  • Werkwoordelijk gezegde (wg) - alle werkwoorden in de zin
  • Onderwerp (ow) - wie/wat + werkwoordelijk gezegde?
  • Lijdend voorwerp (lv) - wie/wat + gezegde + onderwerp?
  • Meewerkend voorwerp (mv) - aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
  • Bijwoordelijke bepaling (bwb) - antwoord op de vragen : waarom, wanneer, waarmee, waardoor, hoelang, hoeveel en hoe.

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
  - Opdr. 1 t/m 3 (p. 72-73) 
  - Opdr. 4 en 5 (p. 73-74)
  - Opdr. 1 (p. 120) --> bijstelling benoemen

Af? Dan mag je je opdrachten nakijken en herhalings- of verdiepingsopdrachten maken op de laptop. Je mag ook iets voor een ander vak doen.
  





timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Extra oefeningen
1.  Bestudeer nogmaals de theorie op blz. 21.

2. Maak daarna de volgende oefening over de bijstelling:  extra oefening.

3. Af? Ga verder met de blauwe (quiz)vragen.

4. Af?  Ga verder met één van de plusopdrachten (paars).



Slide 13 - Tekstslide

Is hier sprake van een bijstelling?


De directeur, dhr. Swinkels, hield een toespraak in de kantine.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Is hier sprake van een bijstelling?


De schaakclub 'Slimme denkers', had vorige week een wedstrijd.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Is hier sprake van een bijstelling?


Mireille, mijn buurmeisje, heeft nu ook griep.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Is hier sprake van een bijstelling?


Hij is enkele jaren getrouwd geweest.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Neem de zin over en voeg een komma toe op de juiste plek. Let op hoofdletters en punten!
Ik kom vaak in Amsterdam onze hoofdstad.

Slide 18 - Open vraag

Neem de zin over en voeg een komma toe op de juiste plek. Let op hoofdletters en punten!
Joram de schat heeft een cadeautje voor me gekocht.

Slide 19 - Open vraag

Neem de zin over en vul ze aan met een of twee bijstellingen.
Angelina Jolie regisseert weer een film.

Slide 20 - Open vraag

Neem de zin over en vul ze aan met een of twee bijstellingen.
Ajax speelt volgende week uit tegen Roda JC.

Slide 21 - Open vraag

Weet je nu hoe je een bijstelling kunt vinden in een zin?
A
Ja
B
Nee
C
Meestal wel

Slide 22 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een bijstelling is. Maak evt. gebruik van een voorbeeld.

Slide 23 - Open vraag

Omschrijf in één woord wat je van de les vond.

Slide 24 - Open vraag